Vlieg mee: de vogeltrek in het noorden

Ze gaan naar locaties waar het leven voor hen goed is, vaak volgens dezelfde routes en op dezelfde vertrek- of aankomsttijden.

Vogels kennen geen grenzen, maar wel voorkeurslocaties. Hoe ze daar komen en wanneer ze weer moeten vertrekken krijgen we steeds beter in beeld.

Caesarius von Heisterbach zou in 1220 aan een boerenzwaluw gevraagd hebben: ‘Waarheen gaat gij?’ De kleine vogel antwoordde vroom: ‘Naar het land van Petrus’. Hij was daarmee de eerste die liet zien dat vogels geen grenzen kennen. Ze gaan naar locaties waar het leven voor hen goed is, vaak volgens dezelfde routes en op dezelfde vertrek- of aankomsttijden. Maar waar komen ze vandaan, waar gaan ze naar toe en wat doen ze bij ons? Biologen, zoals de bekende Friese onderzoeker Theunis Piersma, hebben een deel van deze raadsels inmiddels opgelost. Elk voorjaar zag Piersma sierlijke huiszwaluwen in zijn Friese tuin verschijnen met een splinternieuw verenpak. En omdat hij wist dat sommige vogels ruien op hun overwinteringsplek greep hij een schepnet en plukte hij met een acrobatische sprong een zwaluw uit de lucht om een klein veertje te bemachtigen. In zijn laboratorium bleek dat dit veertje uitgegroeid was in het Ituri-regenwoud rond de Congo rivier. Friese huiszwaluwen overwinteren dus niet bij Petrus, maar in Midden-Afrika!

Raadselachtige roodborstjes
Voor roodborstjes hoeft het allemaal niet zo ver weg. Maar wat ze doen, is wel heel bizar. In augustus hoor je nog maar zelden een roodborst zingen. Zij vertrekken namelijk graag met een nieuw verenpak en dat kun je het beste ontvangen op een rustig en stil plekje. Vervolgens gaan ze medio september richting Frankrijk om pas in maart en april weer terug naar Nederland te keren. Maar dan gebeurt het: vanaf oktober zijn er wél weer overal roodborstjes te zien en te horen. Onderzoek met ringen heeft aangetoond dat deze “migranten” allemaal een Scandinavisch paspoort hebben. Zij zijn juist degenen die de kruimels van de winterse voedertafel komen opeten. Waarom de Hollanders dit niet doen, blijft nog steeds een raadsel. Buizerden zijn wat dat betreft veel consequenter. Een veldmuis van een Groningse akker moet ook in de winter eten zoeken en smaakt dus net zo goed als een zomers muisje. En er zijn zoveel dat die noorderlingen best aan tafel mogen aanschuiven. Hun kleine knagers zitten immers tijdens de koude maanden onder een dik pak sneeuw.

Verder lezen? Het volledige verhaal over de vogeltrek verscheen in Noorderland 2021-6. Dit nummer is nu te koop in de winkel en onze webshop.

Bron: Kees Boele | Beeld: iStock

Laatste nieuws