Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Vijversburg: een verrassend park in Friesland

Een heerlijke plek om deze zomer nog te bezoeken. 

Vijversburg

In de serene setting van natuur- en cultuurpark Vijversburg wachten tal van verrassingen op je slingerpad. Pronkende pauwen, bouwkundige juweeltjes, schommels tussen de heggen, talloze sluipweggetjes en kunstzinnige follies. Wie door deze oase in het Friese dorp Tytsjerk dwaalt, waant zich als een echte Alice in Wonderland. Noorderland nam er op een mooie zomerdag een kijkje.

Boomwortels zo dik als olifantspoten klauwen in de aarde. Stobben van dit type woudreuzen doen hier her en der dienst als zitjes, samen met gewone bankjes. Broodnodige rustplaatsen, want er zijn zoveel indrukken om te verwerken in natuur- en cultuurpark Vijversburg, even ten oosten van de stad Leeuwarden. Een park met een roemrijke geschiedenis dat zich de laatste vijf jaar ontpopte tot natuurlijke belevenis met een hoofdletter B, gelardeerd met een flinke portie kunst.

Dwalen is het devies

Een zomerbries klimt luchtig door de takken. Een paar kinderen wurmen zich op deze zomerdag door nauwe paadjes, peddelen van land- tot landstrook en hebben de grootste lol om een nat pak. Dat mag hier allemaal. Sterker nog, dwalen is hier zelfs het devies. ‘Ga maar gewoon kijken wat je tegenkomt, ontdek het maar. Verwacht niet overal bordjes, je hoeft geen route te lopen. Dát triggert toch je nieuwsgierigheid?’

Audrey Stielstra is bedrijfsleider van Stichting op Toutenburg – sinds 1892 eigenaar van dit park – en zelfs bij haar kriebelt dat Alice in Wonderland-gevoel nog steeds wel een beetje zodra ze haar neus buiten de deur van het hoofdkantoor steekt.

Je kunt je mindere plekken voor je bureautje voorstellen; de in neoclassicistische stijl opgetrokken Villa Vijversburg is de residentie van het stichtingsbestuur. Dit is het hart van het park. Het echtpaar Nicolaas Ypeij en Baudina Looxma liet het schitterende huis in 1844 bouwen als buitenverblijf. Niet toevallig “in de etalage” van de Rijksstraatweg, ‘de plek om aan anderen te laten zien hoe rijk je was.’

Familie van weldoeners

Het was een markant stel uit de upper class van Leeuwarden, gezegend met een astronomisch vermogen. Ze bezaten vele honderden hectares aan grond en hadden veel gebouwen, waaronder een groot aantal boerderijen. Fortuin (van háár kant) en intellect (Nicolaas was arts) smolten samen in dit huwelijk dat één zoon voortbracht: Age. Weldoeners waren het gelukkig ook, want voor deze contreien heeft de familie veel betekend. Nicolaas Ypeij was van de werkverschaffing, betaalde scholen en kerken en maakte zich in het bijzonder sterk voor de armenzorg.

Op de Burgumerheide begon hij een ontginning, die het begin werd van het tegenwoordige dorp Noardburgum. Hij stichtte er twee grote boerderijen. Een staaltje “beschavingsoffensief” uit de 19de eeuw: zoals Nicolaas de heidegrond in cultuur bracht, zo probeerde hij ook de bewoners – die bekend stonden om hun “antiburgerlijke woestheid” – te beschaven. Als beloning voor zijn inzet bij armoedebestrijding werd hij door Koning Willem III in 1852 verheven tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Na de dood van zijn vader zette zoon Age die filantropische levenswijze voort en liet ook in zijn testament vastleggen dat de armlastige echtparen in omliggende dorpen financieel moesten worden ondersteund. Als Age, kinderloos en schathemelrijk, in 1892 overlijdt wordt zijn wil uitgevoerd. Er komt een Stichting van Weldadigheid die zorgdraagt voor de bouw van het “Huis met de 20 kamertjes”.

Dit karakteristieke huizenblok tegenover de vroegere hoofdingang van het park bood noodlijdende echtparen destijds behalve gratis huisvesting ook kostgeld en een eigen moestuintje. ‘Die huisjes worden nu verhuurd en er is een wachtlijst,’ vertelt Audrey Stielstra. ‘Sociale binding en noodzaak spelen nog altijd een sterke rol bij het plaatsen van nieuwe huurders.’

Veel veranderingen

Er stond nog meer in dat testament van Age Looxma-Ypeij. Zo wilde hij graag dat een klein deel van Vijversburg toegankelijk zou worden als wandelpark voor het grote publiek. Dat gebeurde in 1906. Het lommerrijke park met z’n lanen en waterpartijen werd een populaire trekpleister voor wijde regio, en een ontmoetingsplaats voor jonge stellen.

Na de Tweede Wereldoorlog veranderde er veel voor Vijversburg. De lonen stegen en dat trof de stichting dubbel, omdat zowel het eigen personeel moest worden betaald als de bewoners van de stichtingswoningen. Zij kregen gratis huisvesting, een groentetuin en een uitkering. ‘Er waren veel tuinknechten in het park aan het werk, het onderhoud was arbeidsintensief met alle bloemperken. En alles moest met de hand worden gedaan.’

De armoedezorg kon toen niet meer worden bekostigd, maar dat hoefde ook niet meer dankzij de verzorgingsstaat die vorm kreeg onder leiding van premier “vadertje” Drees. ‘In de naoorlogse jaren zijn veel gronden van de stichting onteigend door de overheid, omdat er in snel tempo gebouwd moest worden.’

Het eigen areaal slonk zienderogen, boerderijen verdwenen zoetjes aan uit beeld door uitbreidingen van dorpen en verbreding van wegen. Het park zelf bleef intussen veel onderhoud vergen, en dat leidde rond de eeuwwisseling tot een omwenteling.

Natuurbeleving en kunst

Er werden grote, drukbezochte kunsttentoonstellingen georganiseerd met onder meer het veelbesproken kunstwerk Stationnement Gênant (beter bekend als “de drol” van 4,5 meter hoog) van Wim T. Schippers en de uitzonderlijke Strandbeesten van Theo Jansen. Park Vijversburg maakte daarmee naam.

Nieuwe plannen kwamen tot uitvoering, aan de overkant van de Rijksstraatweg werd een overtuin gerealiseerd – zoals dat hoort bij villa’s en parken van deze statuur –, het huis onderging een restauratie, er kwam een grote parkeerplaats en het park werd flink uitgebreid, met oog voor nieuwe doelgroepen.

Kunstenaars en landschapsarchitecten drukten hun stempel op het jongste, 15 hectare omvattende terrein, dat in 2017 officieel werd geopend en waar de natuur nog volop in ontwikkeling is. ‘Kort samengevat is park Vijversburg nu een natuurlijke beleving met een kunstzinnige inslag,’ zegt Audrey Stielstra. Het totale complex – inclusief historisch parkdeel – beslaat 30 hectare en daar ben je wel een paar uurtjes zoet.

Een puzzel van tijdvakken

Rond de villa klopt nog steeds het oorspronkelijke parkhart. Audrey: ‘Het theehuisje en de knotwilgen dateren van begin 1700, je ziet de Franse landschapsstijl er nog duidelijk in terug. De villa en het omringende groen ademen de typische Engelse landschapsstijl uit midden 19de eeuw; met een eilandje tussen de bomen, bruggetjes en follies. Het gloednieuwe paviljoen is van ónze tijd, uniek en passend in het geheel.’

Het paviljoen dat als een glazen slurf naar de villa slingert, “loopt” mee met de natuurlijke hoogteverschillen, gaat op in het groen en is geheel uit glas opgetrokken zodat je hier midden in de natuur staat. De centrale ruimte wordt gebruikt voor onder meer tentoonstellingen, symposia, lezingen en concerten.

Maar je kunt in deze bijzondere ambiance ook een intieme huwelijksceremonie houden. Audrey vindt die tijdvakken in het park spannend en intrigerend. ‘Al eeuwenlang brengen mensen hier nieuwe lagen aan. Je kunt niet alles temmen of naar je hand zetten, het is een dynamisch gebied dat leeft. Nu liggen al die elementen als een puzzel door elkaar. Het klópt in de tijd.’

Spannende follies

Maar nu is het tijd om af te koelen. Niets zo fijn op een warme zomerdag als flaneren of pauzeren onder de natuurlijke schaduw van hoog geboomte. Het historische parkgedeelte wordt gedomineerd door grote jongens van respectabele leeftijd – de oudste boom op Vijversburg is ruim 300 jaar oud! – en opvallende objecten van (internationaal) gerenommeerde kunstenaars. Statige rode beuken en rododendrons omkaderen speels gevormde vijvers en langs de paadjes in het donkere park krullen hagen van varens.

Bij de villa vind je een theesalon met terras waarop het even heerlijk uitblazen is. Kan maar zo zijn dat je dan gezelschap krijgt van een pauw, die graag even zijn verentooi toont. In de grote volière naast de villa huizen ook tal van andere siervogels, kippen en hoenders. Een kijkje waard.

Echt lekker fris is het in de grot (‘pas op dat je je hoofd niet stoot’) die van rond 1850 dateert en daarmee de oudste nog originele follie is op Vijversburg – veelal grappige sierbouwwerkjes die de rijke landschapstuinen van weleer stoffeerden. Koel én vanaf halverwege ook aardedonker.

Dus de gewetensvraag is: durf je het rondje te maken zonder de zaklamp van je mobieltje in te schakelen...? Er zijn meer leuke eyecatchers onderweg die je onder de noemer follie zou kunnen scharen, zoals de kluizenaarshut en de halfopen, blauwe koepel, met uitzicht op de aangrenzende golfbaan.

Labyrint van water en wilgen

Kinderen met een zwemdiploma hebben vrij spel in park Vijversburg, waar een waterlabyrint is aangelegd dat – zeker van boven – op een miniatuurversie van een verveningsgebied lijkt, met “trekgaten” en “legakkers” ertussen. Het water is overal 30 centimeter diep en de oevers zijn kindvriendelijk.

Je vindt er ook vijf, door de bekende tuinarchitect Piet Oudolf ontworpen heuvels, kleurrijk en creatief beplant. Hier vlakbij ligt de Dwaalster, een avontuurlijk doolhof in de vorm van een ster. Letterlijk overal stuit je onverwachts op geheime poortjes in de wilgenheggen die je vervolgens weer in een ander gedeelte laten verdwalen.

Niet te missen: de boomhut! Die staat als een reusachtige vogel in paars en geel tussen de takken opgesteld en biedt vanaf flinke hoogte een fenomenaal uitzicht. “Verrassend verdwazend” noemen ze dat op park Vijversburg, en die woorden dekken het gevoel dat de dwarrelaars hier bekruipt wel aardig.

In de hangmat met een boek

Het Ooievaarsnest is het domein van kunstenaar Tobias Rehberger, die er zichtbaar helemaal “los” ging op de omgeving. Er kán een verdwaald struikje groen tussen zitten, maar over het algemeen zorgt de aanplant van rode essen en rode beuken voor een bos in bordeauxkleur. Dat staat qua groei na pas vijf jaar nog in de kinderschoenen, maar draagt al wel een titel: Get lost on the way home, finding ways in the nothingness.

Anders gezegd: in deze b(l)oeiende ontdekkingstuin kun je jezelf kwijtraken, maar er valt opnieuw ook weer van alles te ontdekken. Zoals de grote bank op het water, en de hangmatten op de heuvel, waar je zweeft tussen een staketsel van dode stammen.

Iets te lezen erbij? De – zonder twijfel meest landelijk gelegen – mini-bieb staat bijna binnen handbereik van “hangers”, in de appelboomgaard. En als de fruitbomen over een poosje vrucht gaan geven, mag je hier gerust een appeltje plukken.

Vergeten Friese groentjes

Kunstenaar Tobias liet zich voor dit parkdeel inspireren door de tuin van zijn eigen oma. Juist daarom is het zo leuk dat er een pompoenenheuvel ligt en een royale moestuin met vergeten Friese groente. Hier krijgen historische streeksoorten de ruimte, zoals Koudumer en Friese gele woudboontjes, capucijners, robyntsjes of reade krobbe; jawel, het kleine rode, gespikkelde boontje.

En laten we vooral niet vergeten waarom dit kunstwerk in de volksmond Ooievaarsnest heet: het wemelt van de ooievaars op Vijversburg, de afgelopen jaren zaten hier wel 26 paartjes te broeden.

Terug bij de grote vijver ritselt het gebladerte in een zomerbries. Zelfs de pauwen lijken even siësta te houden. Tijd voor pauze, in het gras of onder de hoge bomen. Bezoekers van Vijversburg mogen gewoon hun eigen versnaperingen meenemen. Dus hup, het kleedje uit de tas, picknickspulletjes erop. Dat is best uit te houden zo!

Dit verhaal verscheen eerder in Noorderland 2022-5.

Cultuur
  • Jolanda de Kruyf
  • Park Vijversburg