Dit artikel verscheen in Noorderland 2018-5.
Wat hebben tijgers en leeuwen te zoeken op het Friese platteland? Een beetje vrede in hun getergde lijf. Felida Big Cat Centre vangt “grote katten” op die zijn getraumatiseerd door oorlogsgeweld of kampen met stress uit het circus of de dierentuin. Hier krijgen ze intensieve lichamelijke en geestelijke zorg: ‘Je moet bij deze dieren aan alle knoppen draaien en finetunen.’
De weilanden zijn vers gemaaid, de rechte weg telt enkele statige boerderijen. In een daarvan is Felida Big Cat Centre gevestigd, een opvang voor – de naam zegt het al – grote katachtigen. Zodra de automotor afslaat, overvalt de rust je. Zonnestralen. Getsjilp van huismussen in de heggen en struiken. In het gangetje binnen is het koel en ruikt het “hooiig”. En dan dringt het weer tot je door: hierachter op het erf zitten geen koeien of schapen, maar wilde dieren.
Wat moeten tijgers en leeuwen op het Friese platteland? Lichamelijk en geestelijk zo goed mogelijk herstellen. Felida is onderdeel van internationale dierenhulporganisatie Vier Voeters (Vier Pfoten/Four Paws, hoofdkantoor in Wenen). Vier jaar geleden nam deze organisatie het noodlijdende Pantera in Nijeberkoop over. Een deel van de toen nog 26 grote katachtigen verhuisde naar een reservaat in Zuid-Afrika, een ander deel bleef in Friesland. Momenteel verblijven er acht dieren, afkomstig uit bijvoorbeeld een dierentuin, circus of privébezit
Voor elk dier de beste plek
Vier Voeters heeft wereldwijd meerdere opvanglocaties. Wat Felida in Nijeberkoop onderscheidt? Special care, volgens manager Simone Schuls. ‘Daar geloof ik echt in. Wij richten ons op veiligheid en brengen de medische zorg op peil, samen met onze specialisten uit Berlijn. En met routine en training proberen we stress bij de dieren te vermijden.’ Ook verrijking is belangrijk: van jutezakken met stro tot ballen en zwembadjes. Het aanbod in de diverse opvanglocaties bepaalt bij reddingsmissies welk dier waarheen gaat: voor elk dier wordt de beste plek gezocht. Het team van Felida – Simone is vol lof over de vier dierverzorgers, twaalf vrijwilligers en een stagiair – vangt de dieren op die er relatief slecht aan toe zijn en waarvoor het kleine terrein van 1 hectare juist een goede oplossing is. ‘Je denkt misschien: zet een dier in een groter verblijf en hij is blij. Maar zo werkt het niet,’ verklaart Simone.
Sporen van oorlogsgeweld
Hoe slecht het gesteld kan zijn met kandidaten voor Friesland, blijkt als dierverzorger Juno van Zon vertelt over de missie rond Syrische tijgers Sultan en Sayeeda. ‘We hadden net een reddingsmissie in Mosul gedaan. Via sociale media en andere hulporganisaties hoorden we toen over de dieren in Magic World bij Aleppo. Dat was door de oorlog geen functionerende dierentuin meer. Een groot deel van de dieren is waarschijnlijk verhongerd. Er waren nog een paar vrijwilligers die de dieren te eten gaven, maar dat was geen vetpot.’ Sultan en Sayeeda werden in 2016 geboren, midden in de oorlog. ‘Bij ons likt Sayeeda ’s ochtends aan de muren,’ vertelt Simone. ‘We vermoeden dat ze in Syrië zo condens oplikte.’ De 13 dieren die vorig jaar nog over waren in Magic World, zijn door Vier Voeters in veiligheid gebracht.
De missie slaagde met hulp van vrijwilligers in Aleppo en internationale experts, want door de oorlog was het te gevaarlijk om zelf het land in te gaan. Ook het vervoer van de dieren naar de grens met Turkije was een hachelijke onderneming. Juno: ‘Op de route waren verschillende rebellengroepen actief.’ Eenmaal veilig de grens over, doorkruiste het konvooi Turkije en werden de dieren vanuit Istanbul overgevlogen naar de opvang in Jordanië, voor de meeste hun nieuwe thuis. Zo niet voor Sultan en Sayeeda. Het oorlogsgeweld heeft mentaal zijn sporen nagelaten en door de slechte voeding kampen ze met onder andere nierproblemen, waarvoor ze medicijnen nodig hebben.
Label uit de psychologie
Hoe het de dieren in Friesland vergaat, laat Juno op deze zonnige ochtend zien. Terwijl we naar achteren lopen, gebaart hij: kalm en rustig blijven. Eerst komen we langs leeuwenwelpjes Terez en Masoud, gered uit een illegaal fokstation in Bulgarije. Ze blazen wat en vluchten naar achteren. ‘Je ziet dat ze meteen op hun hoede zijn,’ zegt Juno. ‘Welpen zijn toch al een stuk schichtiger.’ Hun buitenverblijf is een soort grote zandbak, met her en der boompjes en palen. Ook ligt er touw om mee te spelen. De acht maanden oude leeuwen houden ons van een afstandje in de gaten. Verderop komt er door het groen ineens een tijger tevoorschijn: Rhadja. Deze deelt zijn verblijf met zus Dehli, die om de hoek op een hoog platform ligt te luieren. Beide Bengaalse tijgers komen uit een Duitse dierentuin. En aan de andere kant van het pad ligt, eveneens op een houten platform, circustijger Caruso. Als Siberische tijger is hij een ontzagwekkende verschijning, helemaal als hij nieuwsgierig naar het hek komt.
Dit zijn ze dus, de grote katachtigen die de intensieve zorg nodig hebben die Felida kan bieden. Hoe stel je vast dat een tijger een trauma heeft? ‘Met observaties,’ zegt Simone. Daarvoor bestaan speciale ethogrammen, lijsten met gedragingen. Bij de Syrische Sultan was het overduidelijk: ‘Hij was erg zenuwachtig. Hij reageerde overal op en schrok van elk geluid. Ook deed hij aan pacing: op een stuk van een meter of 5 voortdurend heen en weer lopen.’ Allemaal signalen dat een dier stress heeft en daarmee probeert om te gaan. Simone labelt het met een term die ook gangbaar is in de psychologie: coping behaviour.
Zoeken naar de pijnpunten
Als het gedrag van een dier eenmaal in beeld is, wordt het tijd voor de volgende stap. ‘Hoe zorg je ervoor dat hij zich prettig gaat voelen?’ verwoordt Simone de hamvraag. ‘Ik vergelijk het altijd met een ouderwetse radio, waarbij je aan allerlei knopjes moet draaien om goed geluid te krijgen.
Zo moet je bij deze dieren maandenlang aan de knoppen draaien en finetunen: waar
zitten de pijnpunten? Zit het ’m bijvoorbeeld in geluid? Dan zorgen we voor rust. We lopen en praten niet te hard.’
Ook training is een belangrijk onderdeel van de behandeling. ‘In Aleppo wisten de dieren nooit wat er ging gebeuren,’ vertelt Simone. ‘Wij kunnen ze regelmaat geven, door ze op vaste tijden te voeren en naar binnen en buiten te laten. Dat trainen we met commando’s.’ Juno: ‘Een dier kan ons niet “lezen”. Je moet duidelijk zijn tegen het dier, zodat het weet wat er van hem gevraagd wordt.’ Training dient op den duur meer doelen, vertelt hij: de dieren worden mentaal uitgedaagd en de verzorgers kunnen met ze werken zonder ze te verdoven. ‘We hebben Caruso geleerd om tegen het hek aan te komen liggen, zodat wij hem kunnen aanraken voor bijvoorbeeld vaccinaties.’
Gewenning en ontspanning
Als nieuwkomer moest Sultan leren dat hij ’s avonds altijd naar binnen gaat en dat dan de schuif achter hem sluit. ‘Dat combineren we met het commando “in”,’ schetst Simone. ‘De schuif maakt ook nog een bepaald geluid, dus dan begin je eerst met een klein stukje en doe je ’m steeds wat verder dicht, zodat het dier eraan gewend raakt. Bij Sultan heeft dat zeven weken geduurd.’ Om hem te helpen ontspannen kreeg de tijger ook een proteïnemiddel. En als uiteindelijk al die knoppen beter staan afgesteld, werpt dat z’n vruchten af. ‘Je zag Sultan langzaam zelfverzekerder worden,’ zegt Simone. Wel moet je dan oog hebben voor kleine afwisselingen. ‘In plaats van meteen weer heen en weer te gaan lopen, gaat hij zich dan bijvoorbeeld eerst even wassen.’ Bij dieren in gevangenschap wil je dat ze zo veel mogelijk verschillende gedragingen laten zien, legt Juno uit. ‘Hoe meer gedragingen, hoe groter het welzijn.’
Hangmat van brandslangen
Sinds kort heeft tijger Caruso een nieuwe buurman: leeuw Ivan-Asen, vernoemd naar een Bulgaarse tsaar en oom van de twee welpjes. ‘Door inteelt heeft hij vergroeiingen en neurologische problemen,’ vertelt Juno. ‘Daarvoor krijgt hij medicatie en die slaat goed aan.’ Een filmpje van de reddingsmissie laat zien hoe Ivan in Bulgarije zijn dagen moest slijten: op een betonnen vloer, in een ongeventileerde ruimte. Een wereld van verschil met het Friese platteland, waar hij door zijn aandoeningen weliswaar wat schommelend rondstapt, maar uiteindelijk ontspannen gaat liggen op zijn hangmat van brandslangen. ‘Die willen we nog wat groter maken, want daar ligt hij heel graag op,’ vertelt Simone over zijn gedrag. ‘Ivan wil heel graag naar buiten. Hij is mentaal heel scherp en alert.’ Omdat hij in Bulgarije altijd binnen zat, focust hij sterk op geluid, vermoedt ze. ‘En nu koppelt hij dat ook aan wat hij kan zien. Hij probeert bijvoorbeeld zijn nagels te scherpen aan hout. Hij leeft en doet de dingen die hij kan doen. Ik vind het een heel bijzonder dier.’
Grenzen van dierenwelzijn
Vraagtekens bij de aanpak van Vier Voeters zijn er ook, geven Simone en Juno toe. ‘Hoe ver moet je gaan voor dieren die zo veel problemen hebben?’ vat Simone de kritiek samen. Juno ziet de inspanningen voor dierenwelzijn als een grijs gebied, waarover iedereen zijn mening mag hebben. Wel heeft ook Vier Voeters haar grenzen. ‘We zijn ook wel eens benaderd door dierentuinen die oude en zieke dieren bij ons kwijt willen,’ schetst Juno. ‘Het is dan heel jammer voor het dier, maar daar beginnen we niet aan. Want dan zouden we zelf meewerken aan het probleem.’ In het Bulgaarse centrum heeft Vier Voeters geholpen om het illegale fokken te stoppen, door dieren elders te plaatsen en de achterblijvers te steriliseren.
Op zijn brandslangenbedje likt Ivan met enige moeite een voorpoot. ‘Hij wast zichzelf op de Ivan-Asen-manier,’ lacht Juno. Hij ziet dat de leeuw zich op zijn gemak voelt. ‘Als hij ons niet had vertrouwd, had hij hier niet gelegen.’ Ook Juno vindt de leeuw een voorbeeld: ‘Met goede verzorging kun je een dier compleet veranderen.’
Springen en sluipen
Dat mentaal bij deze dieren veel te bereiken is, zoals Juno benadrukt, blijkt ook als we de hoek omgaan, naar het laatste duo: Sayeeda en Sultan. Hun verblijven grenzen aan elkaar en de tijgers zijn zich samen aan het vermaken. Ze begroeten elkaar, rennen heen en weer langs het hek en springen ertegenop. ‘Allemaal sociaal gedrag,’ oordeelt Juno. ‘Elkaar een beetje besluipen.’ De tijgers kennen elkaar uit Aleppo, maar zaten daar niet samen. Nu het beter met ze gaat, is het doel voor het komende jaar ze te socialiseren. ‘In gevangenschap heeft gezelschap zeker toegevoegde waarde,’ aldus Simone. Terwijl Sayeeda – die loenst, mogelijk als gevolg van inteelt – ons door de struiken bespiedt, loopt Sultan rond door zijn verblijf. ‘Dat lopen krijg je er nooit helemaal uit,’ zegt Juno. ‘Voor ons ziet dat er minder prettig uit, maar deze dieren hebben in het wild een bepaalde energie. Ze hebben een territorium en dat lopen ze af. Dus dat proberen ze in gevangenschap ook. En wat je nu ziet, is echt iets anders dan ijsberen door stress.’ Onder het rondlopen heeft Sultan de bek open. ‘Het is een behoorlijke mouth-breather, zoals dat heet,’ licht Juno toe. ‘Vooral in het begin, waarschijnlijk door stress. Maar het is al veel minder geworden.’
Stemgebruik en interactie
Voor de mentale gezondheid is het verder belangrijk dat de dieren keuze hebben. Zo werd Sultan erg onrustig van de aanblik van de imponerende Caruso, vertelt Simone. Blindering van het hek hielp, en inmiddels klimt Sultan vaker op zijn platform, vanwaar hij Caruso kan zien. ‘Hij wordt nieuwsgieriger.’ Of praten tegen getraumatiseerde tijgers ook helpt? ‘Niet in de zin van “oekie-poekie” en ervoor gaan zitten,’ zegt Simone nuchter. ‘Maar onze stem gebruiken we bij de commando’s en we interacteren wel met ze.’
Die nuchterheid lijkt een kenmerk van Felida. Juno houdt tijdens de rondgang over het terrein telkens afstand en kijkt hoe de dieren reageren. Als Sayeeda enthousiast op ons af rent, brengt hij eventjes zijn hand naar het hek. ‘Hé, meisje,’ zegt hij kalm. Ook als het gaat over de reddingsmissie kun je Juno niet op emoties betrappen. Vlak over de grens in Syrië, in een door Turkije beschermde zone, kon hij de vrachtwagens zien aankomen. ‘Dan ga je in een soort automatische modus. Je doet gewoon dat waarvoor je daar bent: de dieren vanuit de Syrische vrachtwagens overzetten in de Turkse. En meteen water geven, want ze waren zwaar uitgedroogd.’
Boegbeeld van groter verhaal
Bij Felida gaat de hulp verder dan het individuele dier. Simone en Juno vinden het essentieel om het grotere verhaal te vertellen waarvan de dieren het boegbeeld zijn. Het doel: bewustwording. ‘Dat je met respect met dieren omgaat,’ zegt Simone. ‘Dat bedoel ik niet zweverig, maar heel concreet: ga je op vakantie op de foto met dat aapje op het strand, ga je op die kameel zitten? Wat zit daarachter? Het is goed om die discussie te voeren.’ Juno denkt weer aan de Bulgaarse misstanden: ‘Het is belangrijk om te laten zien dat dit ook gewoon in de Europese Unie gebeurt.’
Na een halfjaar intensieve zorg en training is Simone tevreden over de vooruitgang van Sultan. ‘Je kunt bij een dier niet direct spreken van “blij” of “verdrietig”. Maar wel van pijn, paniek, rouw en stress. En dat proberen we weg te nemen.’ Een eindbestemming voor Sultan en Sayeeda en de andere jonge dieren zou misschien Lionsrock kunnen zijn, het semiwildpark van Vier Voeters in Zuid-Afrika. Maar prognoses durft ze niet te geven. ‘Als je ziet hoe lang de ontwikkeling kan duren, is daar geen deadline op te zetten.’
En of ze nog tips heeft voor baasjes van angstige huiskatten? Simone somt de toverwoorden van Felida op: ‘Rust, tijd en toewijding. Met kleine stapjes kun je uiteindelijk een heel eind komen
Help mee
Vier Voeters heeft een ANBI-keurmerk en is dus een erkend goed doel. Je kunt een losse donatie doen of een dier (of een duo, zoals Sultan en Sayeeda) adopteren. ‘Het geld wordt besteed aan medische zorg en voeding,’ vertelt manager Simone Schuls, ‘en aan veiligheid en onderhoud van de verblijven.’ Sultan en Sayeeda hebben momenteel 32 adoptanten. ‘Die houden we op de hoogte over hoe het gaat met de dieren,’ zegt Simone. Liever iets praktisch schenken? Dat kan ook. Zo heeft Felida zich al mogen verheugen over een grasmaaier en een kruiwagen. Ook verrijking voor de dieren is welkom, van touw tot kartonnen dozen (zie actuele verlanglijst op de site felidabigcats.nl).
- Ankie Lok
- Gert Tabak