Nostalgische trekkers met voldoende diepgang

Eerke Leeuwerik (71), Jan Eerkens (62) en Gerrit Jan Vrieling (65) behoren tot de groep liefhebbers die van het besturen van oude trekkers met scherpe ploegen hun hobby hebben gemaakt.

Dit artikel verscheen in Noorderland 2016-4.

Het lied van de arbeid klinkt over de uitgestrekte vlakte. De melodie van stoere pk’s en scherpe messen in natte veengrond. Groene krachtpatsers ploegen zich grommend en sissend een baan over de stoppelbaarden van eindeloze landbouwakkers. Kaarsrechte sporen. Pure passie. Kijk de man met zijn machine, een twee-eenheid op het boerenland.

Eerke Leeuwerik (71), Jan Eerkens (62) en Gerrit Jan Vrieling (65) behoren tot de groep liefhebbers die van het besturen van oude trekkers met scherpe ploegen hun hobby hebben gemaakt. Daar komt Eerke Leeuwerik. Stomend en ploffend rijdt hij over de akker op een machine die associaties oproept met een oude stoomlocomotief. Zijn van oorsprong Canadese trekker is gebouwd in 1917. Puur en ruig komt hij over, met stevige ijzeren constructies en aandrijfassen die de oerkrachten in goede banen moeten leiden. Vanuit de boerenschuur reed deze machine op ijzeren wielen destijds meteen de akkers op. Tegenwoordig staat hij in Veendam gestald en wordt tijdens het ploegseizoen altijd weer wakker geschud door Leeuwerik. Hij doet dit altijd graag en met liefde. ‘Het is de techniek en het oude. Dat is mijn passie. Zeker deze trekker – die is gebouwd in de stoomtijd – vind ik prachtig,’ vertelt Leeuwerik over zijn hobby. En geef hem eens ongelijk.

Machinist op de trekker

Leeuwerik is zogezegd een boer in ruste, maar laat zichzelf graag helemaal gaan op deze bijna-eeuwling. In grote letters staat de naam Titan op de trekker geschreven. En een titanenstrijd is het zeker op deze machine. Tijd voor rusten heeft Leeuwerik niet onderweg. Voortploegen moet hij. Want al heeft de trekker een stoel, geen moment neemt Leeuwerik daarop plaats tijdens het ploegen. ‘Ik ben dan ook de machinist op deze trekker en heb dus geen tijd om te zitten. Alles moet ik onderweg instellen. Ontstekingstijdstip en brandstoftoevoer bijvoorbeeld. Ga je dieper de grond in, dan heeft de machine meer brandstof nodig. Mijn Titan is dus eigenlijk net een mens. Doet hij zwaarder werk, dan heeft hij meer eten nodig,’ legt hij uit, rukkend aan de ploeg die hij voorttrekt.

Sleutel 24 als kameraad

Twee jaar lang heeft Leeuwerik gesleuteld aan deze trekker om hem weer in beweging te krijgen. Het motorblok was kapot gevroren en ketelsteen zat in de leidingen. Toen het stuk techniek weer in beweging kwam, was hij als een kind zo blij. Want al is het rijden op zo’n oude trekker volgens hem een grote handicap, toch geeft het hem een heerlijke voldoening. Na het keren op de akker wordt de ploeg weer met de hand ingesteld door Leeuwerik. Sleutel 24 is zijn goede kameraad tijdens dit werk. Is alles weer goed afgesteld, dan komt de stokoude trekker weer sissend in beweging. De machinist trekt aan de ploeg en kijkt soms bedenkelijk naar het stuk mechaniek dat alles in beweging moet houden. Terecht natuurlijk. ‘Wanneer ik straks klaar ben, dan hoop ik dat alles nog heel is. Maar als het moet, dan maak ik de onderdelen gewoon zelf.’

Steeds een nieuwe uitdaging

De twee wielen aan de voorkant van de trekker zoeken hun weg. Deze machine is tot 2001 in Amerika actief geweest. Vooral op een akker vol mais is de stand van de voorwielen een uitkomst, je rijdt netjes tussen de gewassen door. Toen de Dalense trekker-liefhebber dit exemplaar samen met zijn zoon kocht, was de groene krachtpatser een hoopje ellende. ‘De motor zat vast en de trekker zag er verder niet uit. Het front was helemaal ingedeukt. Maar samen met mijn zoon Gerrit Jan hebben we de John Deere en de ploeg onder handen genomen. En moet je eens kijken hoe goed hij zijn werk doet,’ zegt hij trots als weer een deel van de akker is omgelegd.

Nog een klein stukje en de akker is klaar voor hergebruik. Dit keer was het veengrond, maar regelmatig gaat Vrieling ook de boer op naar andere demonstraties in den lande. In iedere provincie van Nederland vinden deze plaats en voor de bestuurder van deze John Deere betekent dit iedere keer weer een nieuwe uitdaging. ‘Je hebt steeds weer te maken met een ander soort grond. Ik heb zelf het liefst de zandgrond. Dat ploegt het beste. Loss in Limburg is erg moeilijk, zeker als het nat is. Hier in Noord-Nederland heb je vaak veengrond en die plakt enorm aan de schulpen van de ploeg. Maar gelukkig kun je de diepte en de hoek van de ploeg instellen,’ vertelt hij als hij aan een van de laatste stukken van de akker begint. Dat het venijn in de staart zit, blijkt onderweg. Met uiterste precisie houdt hij zijn materieel in de gaten. Ook als de denkbeeldige finishlijn in zicht is. ‘Want vooral ook de laatste voor moet je goed krijgen. Fouten die je maakt zijn onherstelbaar. Je kunt niet meer terug,’ vertelt hij als geoefend bestuurder van oud materieel.

Club van liefhebbers

In Friesland, Groningen en Drenthe worden in het ploegseizoen –  in het voorjaar en het najaar – regelmatig ploegdemonstraties gehouden. Liefhebbers die uit hetzelfde hout zijn gesneden als Leeuwerik, Eerkens en Vrieling zijn dan van de partij. Trekkers zoals McCormick, Lanz Bulldog, Massey Ferguson en Fordson worden dan gebruikt om de akker zo netjes mogelijk te ploegen. De landelijke club Oude Trekker en Motoren Vereniging (OTMV) zit achter deze bijeenkomsten. Alleen al in deze noordelijke provincies hebben ze meer dan duizend leden. Meer informatie is te vinden op www.otmv.nl en www.ploegvereniging.nl.

Bron: Max de Krijger | Beeld: Max de Krijer

Laatste nieuws