Geloof, hoop en liefde in Kamp Westerbork

Gedurende de Tweede Wereldoorlog werden er 261 huwelijken in Kamp Westerbork voltrokken.

Tekst: Marloes de Moor | Fotografie: Tot de dood ons scheidt – Saskia Aukema

Dit verhaal verscheen in Noorderland 2022-3

Het klinkt als een wrang sprookje: trouwen in Kamp Westerbork. Toch gebeurde het. Er werden 261 huwelijken voltrokken. Toen fotograaf en tekstschrijver Saskia Aukema hoorde dat ook haar oudtante Annie trouwde in Kamp Westerbork, raakte ze gefascineerd door het onderwerp. De geschiedenis bleef lang onderbelicht. In haar boek Tot de dood ons scheidt brengt Saskia deze indrukwekkende verhalen van hoop, geloof en liefde weer tot leven.


Catharina: ‘Iemand die ons kende, kwam naar ons toe en zei: “Als jullie nu gaan trouwen, dan blijf je als familie bij elkaar.’ Vreemde mensen moesten voor ons getuigen. We zijn ’s middags om vier uur getrouwd. Toen zijn we diezelfde nacht doorgestuurd.”’

Maurice: ‘Op huwelijksreis naar Auschwitz.’

Het zijn de hartverscheurende woorden van Catharina (Rina) Blitz en Maurits (Mau) van Thijn, die op 20 september 1943 trouwen in Kamp Westerbork. Nog diezelfde dag reizen ze per trein naar Auschwitz. Beiden overleven het kamp, al zal Rina nooit kinderen kunnen krijgen, als gevolg van de medische experimenten die in Auschwitz op haar zijn uitgevoerd. Het stel wordt samen oud. Maurice overlijdt in 2011 op 88-jarige leeftijd, Rina zeven jaar later, als zij 93 jaar is.

Momenten van hoop en troost

Het is een van de 261 huwelijken die gedurende de Tweede Wereldoorlog in Westerbork zijn voltrokken. Wreed afgebroken liefdes, net in bloei en meteen geknakt, broze bruiloften, momenten van hoop en troost in een grauw gevangenschap. Van bloemenverkoopster tot vleeshouwer, van advocaat tot pianiste, van boekbindster tot matrassenmaker; allemaal bezegelden ze hun liefde in het doorgangskamp Westerbork. Fotograaf en tekstschrijver Saskia Aukema legde ze vast in haar fotoboek Tot de Dood Ons Scheidt. Dankzij haar grondige onderzoek bleven hun aangrijpende verhalen niet onopgemerkt. Aan de hand van briefjes, trouwfoto’s, citaten en dagboekfragmenten wekt ze de geschiedenis tot leven en brengt ze de geliefden heel dichtbij. 

Zo is in het boek een getypte menukaart te vinden: Dejeuner van het huwelijk tussen Roosje Polak en Hans Vles op vrijdag 30 april 1942 om 2 uur. Bouillon met een sneetje. Spercieboontjes. Westerborksche “geschilde”. Goulash. Pudding. Of een papier dat getuigt van het oefenen op een handtekening van diezelfde twee. Een gelukwens op kleurentekening van het bruidspaar in de wolken. Een briefje in oranje hanenpoten, zowel in het Duits als Nederlands: ‘Hier zit het jong getrouwde paar. Ontkomen aan transportgevaar.’

Kamp Westerbork
Fotograaf en tekstschrijver Saskia Aukema

Familiegeschiedenis

‘Wist je dat Annie in Kamp Westerbork nog getrouwd is?’ Het is een opmerking van Saskia’s vader over haar oudtante Annie Preger, zus van haar oma. Saskia staat er versteld van. ‘Trouwen in Westerbork, een doorgangskamp? Ik wist helemaal niet dat het kon. Het is zo’n gekke plek. Een huwelijk associeer je met iets moois en Kamp Westerbork niet. Het verhaal bleef in mijn achterhoofd hangen,’ zegt Saskia.

‘Toen ik later de namen van Annie en haar geliefde Hans van Witsen op de gedenkmuur in de Hollandsche Schouwburg zag, emotioneerde me dat. Ik wilde meer over hen weten, over hun huwelijk in Westerbork, hoe dat ging en wat er precies is gebeurd. Veel was er niet bekend, want in de familie werd weinig over de oorlog gesproken. Het lag te gevoelig. Mijn vader maakte de schade die zijn familie in de oorlog had opgelopen van nabij mee, maar wilde mij daar ver van houden. Op familiebijeenkomsten werd daarom vooral veel gelachen. “Op die manier hoeven ze niet te huilen,” zei de vrouw van mijn vader daar eens over,’ vertelt ze. 

Ze kent alleen een foto van haar oudtante Annie in verpleegstersuniform. ‘Die stond op de schouw bij mijn oma. De familie was trots op haar. Ze zagen haar als een heldin, omdat ze niet onderdook, maar met haar patiënten was meegegaan.’

Saskia besluit zich te verdiepen in het onderwerp. Vlak voor de eerste lockdown in 2020 brengt ze twee dagen in het gemeentearchief Midden-Drenthe in Beilen door. ‘Alle huwelijksaktes van de gemeente Westerbork waren daar keurig in een bewaarmap bijeengebracht. Ik richtte me in mijn boek alleen op de huwelijken die in Kamp Westerbork zijn gesloten. Dat bleken er 261 te zijn. Die ben ik nader gaan onderzoeken. Wie heeft het overleefd en wie niet? Wat is het verhaal achter de echtparen en wat is er aan materiaal bewaard gebleven? Dat was nog heel wat. Ik vond onder meer 20 trouwfoto’s van de pas getrouwde stellen.’

Corsages, bloemen en ringen

Ambtenaren van de burgerlijke stand reizen meerdere keren per week af naar Kamp Westerbork om de huwelijken te voltrekken. Ze doen samen met de paren hun best er desondanks een feestje van te maken. Mooie kleren, corsages, bloemen, uitnodigingen, een provisorisch diner met bijeen verzameld eten. Saskia: ‘In het kamp circuleerde een soort witte vitrage die als sluier gebruikt kon worden. Anderen hadden een mooie jurk bij zich, leenden er één of lieten iets van thuis opsturen. Voor ringen was vaak geen tijd, maar toch wisten sommigen die ook te regelen. Bijvoorbeeld door zilveren rijksdaalders te laten omsmelten tot ringen. Nadat het boek al klaar was hoorde ik nog een mooi verhaal over iemand die een koperen gordijnring uit Westerbork droeg.’

Sommige stellen hebben de mogelijkheid om trouwfoto’s te laten maken. Zij begeven zich binnen het kamp in een kunstenaarskring waar bevriende fotografen te vinden zijn die hen kunnen fotograferen. Zo maakt kampfotograaf Rudolf Breslauer, die later wereldberoemd zal worden om zijn filmbeelden van Westerbork, in 1943 een prachtig en profil-portret van tekenaar Leo Kok en verpleegster Kitty de Wijze. De twee leren elkaar kennen in Westerbork, worden smoorverliefd en vieren op 13 september 1943 hun bescheiden bruiloft met vrienden. Ze wonen als getrouwd stel nog relatief lang in Westerbork, totdat ze in september 1944 op transport naar Theresienstadt worden gezet. Kitty blijft daar tot het einde van de oorlog en overleeft het. Leo gaat achtereenvolgens naar Auschwitz en Ebensee. Zes dagen nadat het concentratiekamp Ebensee is bevrijd, overlijdt hij. 

Ook Sonja Salmagne en Peter Mendel Margules laten een foto op hun huwelijk maken.

Jong, mooi en zielsgelukkig ogen ze. Hij beroert met zijn vingertoppen haar lachende gezicht. Ze hebben elkaar in Kamp Westerbork ontmoet en trouwen op 7 juli 1942. ‘Hij keek om zich heen, keek naar mij en vroeg “wil je met me dansen?” Dat was de mooiste dag van mijn leven. We hielden van elkaar vanaf de dag dat we elkaar ontmoetten,’ vertelt Sonja vele jaren later in de NOS-documentaire Albert Gemmeker, commandant van Kamp Westerbork. Sonja en Peter overleven de oorlog, verhuizen naar New York en krijgen twee dochters. Beiden sterven kort na elkaar in 2020. Sonja wordt 95, Peter 100 jaar. 

Kamp Westerbork

Als echtpaar samen sterk

‘Ik begrijp ook nu die zogenaamde oorlogshuwelijken. Men wil het leven met grote slokken drinken, men wil in zich het gevoel hebben: als ik nu toch zal moeten sterven, als ik het lange leven niet kan meemaken, dan wil ik tenminste het grote geluk der liefde voor korte tijd genieten,’ zo verklaart Werner Stertzenbach (1909-2003) in een van de brieven, die hij gedurende zijn gevangenschap in Westerbork aan zijn in Amsterdam wonende verloofde Estella (Stella) Pach schreef.

Lust en liefde laaien in de omstandigheden van het kamp extra snel en hevig op. Het is een van de redenen waarom zoveel mensen trouwen in Westerbork. Een huwelijk vergroot bovendien de kans op een eigen huisje en wat meer privacy binnen het kamp. Maar dat is niet de enige reden.

‘Mijn oudtante Annie en haar geliefde Hans waren al verloofd en trouwden daarom vermoedelijk vrij snel in het kamp. Maar waarschijnlijk deden zij het, net als veel andere stellen, vooral vanuit het idee dat ze dan bij elkaar zouden blijven als ze op transport gingen. Als echtpaar stond je sterker. Daarom werden er ook verstandshuwelijken gesloten. Mensen die als eerste het kamp in waren gegaan, hadden de beste positie. Zij kregen uitstel van transport. Het was dus gunstig om met zo’n iemand te trouwen. Sommigen deden dat te goeder trouw, maar er waren ook mensen die vrijpostig anderen aanspraken: “Als jij met mij trouwt, kun je blijven.””

Een verdrietig verhaal

Dat bleek in de praktijk helaas niet altijd zo te zijn: eenmaal in concentratiekampen als Auschwitz werden echtparen weer uit elkaar gehaald, vertelt Saskia. Tijdens haar onderzoek achterhaalt ze het verdrietige verhaal van Annie en haar geliefde Hans. De twee leren elkaar kennen in de Joods psychiatrische inrichting het Apeldoornsche Bosch, waar zij allebei werken. Zij is leerling-verpleegster, hij tuinknecht. Ze worden verliefd en verloven zich in oorlogstijd. Nog enige tijd kunnen Annie en Hans hun werk in het Apeldoornsche Bosch op betrekkelijk normale wijze voortzetten. Totdat de nazi’s de instelling in de nacht van 21 op 22 januari 1943 ontruimen. 1200 Bewoners en 50 personeelsleden worden meteen afgevoerd naar Auschwitz. Annie, Hans en de rest van hun collega’s vertrekken naar Westerbork. 

Een week later, op 28 januari 1943, beloven Annie en Hans elkaar trouw tot de dood hen scheidt. Getuigen zijn een verpleegster en arts van het Apeldoornsche Bosch. Het is de dag waarop in Kamp Westerbork maar liefst acht huwelijken worden voltrokken, het hoogste aantal in de hele periode. Al 36 dagen na hun huwelijk worden Annie en Hans op de trein naar concentratiekamp Sobibór gebracht. Ze overleven de oorlog allebei niet.

Kamp Westerbork

Een misleidende sfeer

“De mooiste dag van hun leven” staat vaak in bitter contrast met de verschrikkingen die de jonge paren soms amper vier dagen na hun huwelijk al te wachten stonden. In veel gevallen duurde de verbintenis daardoor niet langer dan 36 dagen. De cijfers bevestigen dat: ruim driekwart van de stellen die in het doorgangskamp Westerbork trouwden, heeft de oorlog niet samen overleefd. Van alle individuen die in Westerbork getrouwd zijn, overleefde 32 procent de oorlog. Het totale overlevingspercentage van mensen uit Westerbork is 6 procent. ‘Mensen die in Westerbork getrouwd waren overleefden vaker. De hoop dat het huwelijk een gunstige invloed had, was dus enigszins terecht, maar tegelijkertijd wordt duidelijk dat het geen enkele garantie bood.’

Dat trouwen in het kamp werd toegestaan komt volgens Saskia omdat dit onderdeel was van een groter plan: ‘Ze deden in Westerbork hun best om het kamp er zo normaal mogelijk uit te laten zien; een dorpse sfeer creëren en het idee verspreiden dat het er goed gaat. Om die reden waren normale zaken als theater en sport ook toegestaan. De mensen leefden in gevangenschap, maar in een ontspannen sfeer. Daardoor deed bijna niemand een poging om uit te breken. Ontzettend misleidend, want het loopt in de meeste gevallen uiteindelijk niet goed af.’

Cynisme ten top

Bovendien kunnen de regels voor het afsluiten van een huwelijk ook zomaar weer veranderen, al naar gelang de grillen van kampcommandant Albert Gemmeker. Zo schorst hij op 22 december zes geplande huwelijken. Aanleiding zijn roddels over een feest dat hij heeft georganiseerd voor de nazitop. Dat werd een groot drankgelag, nazi’s plasten op de grond en misdroegen zich. Onder de bewoners van het kamp wordt daar veel over gesproken en gelachen. Dat zint Gemmeker niet, waarna hij alle feesten in het kamp afgelast. Jules Buys en Regina de Jong hebben alles voor hun huwelijk al geregeld, maar kunnen die dag tot hun teleurstelling niet trouwen. Zij vragen Gemmeker of hij het toch kan laten doorgaan, omdat ze zoveel hebben gewerkt voor het kamp. Hij stemt toe en zegt dat hij ze dan zelf wel zal trouwen.

Later blijkt het huwelijk helemaal niet rechtsgeldig te zijn. ‘Dat is cynisme ten top,’ zegt Saskia. ‘Gemmeker schiep een wereld waarin stellen ten onrechte het idee kregen dat ze samen een toekomst hadden, trok dat recht in toen hij zich beledigd voelde en maakte een uitzondering door eigenhandig een stel te trouwen, terwijl dat helemaal niet rechtsgeldig was. Het is een toneelstukje binnen een toneelstuk. Een grote luchtbel. Schokkend vind ik het. Waarom doet iemand zoiets? De Nederlandse journalist Ad van Liempt noemde hem in zijn boek Gemmeker een heerser in zijn eigen keizerrijk. Dit verhaal past daar goed in.’


Laatste nieuws