Nergens is de zee verder weg dan hier. En toch voel je dat je op de fragmenten van een voormalig eiland staat. Stap je op ’t meest zuidelijke puntje van de fiets, ter hoogte van de kerkruïne en restanten van de oude vuurtoren, dan zíe je het ineens ook: een rij bomen slingert zich langs de oorspronkelijke kustlijn. Geworteld in jonge poldergrond, maar met contouren die voorgoed verankerd zijn op Schokland.
Hét symbool voor onze nationale relatie met en strijd tegen het water staat sinds 1995 op de prestigieuze Werelderfgoedlijst van Unesco, als allereerste monument van Nederland. Reden: op en rond het oude eiland, dat zo’n rampzalig lot trof in de Zuiderzee, zijn nog steeds talloze sporen te vinden van dat roemruchte verleden. In het oog springend zijn natuurlijk de restanten van de houten zeewering in Middelbuurt, het epicentrum van wat nu een recreatieve attractie is geworden. De palen die boven het vlakke land van de Noordoostpolder uitsteken geven deze plek direct z’n surreële karakter. Een eiland op het droge, in een kaarsrecht stukje Nederland dat achter tekentafels is ontworpen.
Laat het even bezinken
Strakke asfaltwegen doorklieven Flevoland, de provincie die zo plat als een dubbeltje is, dus het silhouet van de zeewering is al van ver te zien. En ook het karakteristieke kerkje, naast Museum Schokland op Middelbuurt, rijst op als een baken in dit nieuwe land dat ooit de drukbevaren Zuiderzee was. Wie er aansteekt voor een inspirerende wandel- of fietstocht moet het allemaal eerst even laten bezinken: de plek, de verhalen die nog rond zoemen in dit landschap, de resten van een tragisch verleden dat alom voelbaar en tastbaar is. Het verleden gaat hier al snel met je op de loop. De wind heeft vrij spel en met een beetje fantasie hóór je de zee.
Volg gewoon de route, langs de oorspronkelijke vormen van het eiland, en je valt van de ene in de andere verbazing. Achter massieve dukdalven waar ooit honderden scheepjes moeten hebben aangelegd, wuift nu het gewas op eindeloze akkers. Een haven waar je hoog en droog staat. Maar verderop op die lap grond, vertelt de voormalige pastorie een ander, pijnlijk verhaal: de hier ingemetselde herinneringsstenen tonen het waterniveau bij de legendarische stormrampen van 1825 en 1916. In dat laatste jaar was Schokland al ontruimd.
Veeneiland zonder toekomst
Schokland was een klein, smal, onooglijk, dichtbevolkt lapje grond dat maar net boven het water uitstak. Slechts zo’n 80 hectare groot, minder dan 5 kilometer lang en bij de soms zo genoemde “wespentaille” van het eiland niet meer dan 100 meter breed, nergens breder dan 350 meter. In de jaren voor de uittocht leek Schokland een hopeloos geval. Als onbeschut, dwars op de westenwind liggend laagveeneiland leek het ten dode opgeschreven, en voor de ongeveer 650 bewoners betekende het vanwege de bittere armoede een hel op aarde. Zo omschrijft Doeko Bosscher Schokland in het boek Omringd door Water, de geschiedenis van de 25 Nederlandse eilanden en aan die schets van een veeneiland zonder toekomst is niet zoveel miszegd. Schokkers stonden altijd te boek als een wat primitief en noodlijdend volkje dat het al eeuwen moest zien te rooien op die smalle flard land, ingeklemd door een grillige Zuiderzee. Een eiland met een handvol buurtschappen was het, bewoond door boeren en vissers die hun loodzware bestaan namen zoals het kwam. Boeren beulden tot diep in de nacht op hun schamele stukjes land, vissers waren dagenlang van huis en de werkloosheid was groot in de terpdorpjes Emmeloord, Middelbuurt en Zuidert. Maar de mensen waren trots op hun eiland, óók als de zee grommend over de terpen raasde en stukken land in de diepte meesleurde. De door de Nederlandse regering opgelegde ontruiming van het eiland, in 1859, moet dan ook ten hemel schreiend zijn geweest. De Schokkers werden gedwongen hun huizen af te breken en hun geboortegrond te verlaten.
Verder lezen? Het volledige verhaal over Schokland verscheen in Noorderland 2021-7. Deze editie is nu te koop in de winkel en onze webshop.
- Jolanda de Kruyf
- wavipicture / iStock