Lifestylemagazine over Noord-Nederland

In gesprek met dokter en schrijver Sander de Hosson: ‘Wie de dood ziet, ziet het leven’

Iedereen wil het leven graag vieren. Gelukkig zijn, zich omringd voelen door dierbaren. Plannen maken voor de toekomst. Maar wat als “later” wegvalt na een slechtnieuwsgesprek? Wat de bevlogen Groningse longarts en schrijver Sander de Hosson betreft weegt de kwaliteit van het nog resterende leven veel zwaarder dan de duur ervan. ‘Ik zie patiënten die dagelijks rondjes rijden op het parkeerterrein van het ziekenhuis, terwijl ze misschien beter rondjes door het bos zouden kunnen maken, samen met hun geliefden.’ 

Sander de Hosson

Sander de Hosson was nog maar een broekie van begin 20, toen hij geneeskunde studeerde aan de universiteit in Groningen. Daar was het dat hij worstelde met bepaalde aspecten van zijn toekomstige werk als arts. ‘Tijdens de opleiding leerden we álles, maar er werd gek genoeg nooit gesproken over doodgaan. Terwijl ik het sterven wel van dichtbij meemaakte in het ziekenhuis. Ik voelde me onbekwaam om daarover te praten met patiënten.’

‘Gek op Groninger borgen’

De geneesheer die opgroeide in Midden-Nederland, woont en werkt al sinds z’n 17de in het noorden: hij werkt al jarenlang met veel liefde in Assen en heeft privé z’n hart verpand aan Groningen-stad. Er klinkt een hartgrondig ‘heerlijk!’ uit zijn mond. ‘Die stad heeft alles voor mij, maar ook het buitenleven eromheen is zo fijn. De rust op het Groninger land. Ik vind het een verademing hoor, nooit files, daar heb ik toch zo’n diepe hekel aan.’ Sander de Hosson voelt zich een ras-noorderling, al stond zijn wieg in Utrecht. ‘Ik zou nergens anders willen wonen,’ bekent-ie.

Zodra de witte jas uitgaat kun je hem dan ook op heel wat andere plekken aantreffen dan in steriele spreekkamers of ziekenhuisgangen. Kuierend of toerend door de dreven van “zijn” provincie Groningen, of lekker samen Friesland in. ‘Vaak trekken we er op zondag met het gezin op uit. We bezoeken graag mooie borgen, zoals de Fraeylemaborg in Slochteren, of de Menkemaborg in Uithuizen.’ Ook het Werelderfgoed van de Waddenzee kent weinig grote geheimen voor de dokter. ‘Wadlopen is echt fantastisch.’

‘Uitbehandeld bestaat niet’

De Hosson staat in de medische wereld zo’n beetje te boek als beschermheer van de palliatieve zorg, én als schrijver. Want de dokter hanteert een even vakkundige als losse pen in maandelijkse columns die hij jarenlang schreef voor Leeuwarder Courant en Dagblad van het Noorden, en nog altijd levert aan het magazine LINDA. Toegankelijk leesbare “zielenroerselen” over zijn ervaringen met de dood en de zorg daaromheen; Sander bundelde ze in de uitgave Slotcouplet, uitgroepen tot beste Groninger Boek van 2019. Vorig jaar verscheen zijn tweede boek Leven toevoegen aan de dagen, dat hij samen met journalist Els Quaegebeur schreef. ‘Ik ben me er terdege van bewust dat ik in dit boek stelling neem tegen een aantal heilige huisjes in de medische wereld,’ zei de arts daar al eens over. ‘Iets wat me soms op behoorlijke kritiek komt te staan. Maar daar trek ik me niks van aan; het weerhoudt me er niet van om palliatieve zorg blijvend in de spotlights te zetten.’

Eén zo’n “heilig huisje” is de term uitbehandeld. Sander de Hosson is er compleet allergisch voor en zal het in zijn eigen praktijk nooit gebruiken. ‘Uitbehandeld bestáát niet in mijn optiek en eigenlijk hoort het ook niet in de medische wereld thuis. Bij mij zijn mensen pas uitbehandeld als ze hun laatste adem hebben uitgeblazen. Want tót het zover is blijf ik patiënten helpen, om zo min mogelijk klachten te ervaren, om nog zo comfortabel mogelijk te leven. En dat zou het doel moeten zijn van alle zorgverleners.’

Foto: Reyer Boxem

‘Wie de dood ziet, ziet het leven’

Mensen leven over het algemeen steeds langer, met als gevolg dat ze ook langer bezig zijn met het proces van sterven. Sommige, ongeneeslijke aandoeningen kunnen maanden, soms jaren voortduren. Er is binnen de medische en maatschappelijke wereld dan ook steeds meer aandacht voor palliatieve zorg. Niet in de laatste plaats dankzij de inspanningen van artsen als Sander de Hosson.

Hij vindt het triest dat er voor veel mensen een taboe rust op het voeren van gesprekken over het levenseinde. ‘Hoewel het moeilijk is, natuurlijk, dat snap ik goed. Het kan heel heftig zijn. Maar mijn ervaring is toch dat mensen best wíllen praten over het laatste stuk van hun leven. Hoe zal het gaan? Wat wil je zelf in die laatste fase? Waar wil je graag zijn, thuis of in een hospice? Bespreek niet alleen welke muziek er op je begrafenis wordt gedraaid, maar regel datgene wat nog kan, en wat nodig is. Dat geeft zoveel rust aan het sterfbed. Ik zeg altijd: wie de dood ziet, ziet het leven. Die onderkent meer dan ooit het mooie en het waardevolle. Kwaliteit van leven is natuurlijk op elk moment ongelofelijk belangrijk, maar zéker in de slotfase van een mensenleven.’ Zijn advies aan patiënten die niet meer kunnen genezen is dan ook zonder uitzondering: ‘Voeg niet tot elke prijs dagen toe aan het leven, maar vooral léven aan de dagen.’

Meer lezen

Meer lezen? Het volledige interview met Sander de Hosson vind je in de nieuwste herfsteditie van Noorderland. Deze is nu te koop in winkels in heel Nederland en gemakkelijk online te bestellen via onze webshop. In dit nummer spreken we ook met kunstenares Marte Röling, ontdekken we een paddenstoelenparadijs in de polder en gaan we aan de slag met de lekkerste herfstrecepten. Dit – en nog veel meer! – lees je nu in de nieuwste herfsteditie.

Mensen
  • Reyer Boxem