Vertel haar niets over de vele gezichten van Friesland, het fiere vaderland waar ze geboren en stevig geworteld is. Lutz Jacobi hoeft de deur naar hun vlonderterras maar open te schuiven en staat met een beker koffie in de hand aan het water, dat je hier in Wergea overal omringt. Waterwegen – van brede vaarten tot smalle stroompjes – dringen tot diep in de haarvaten van het idyllische terpdorp aan de rand van Nationaal Park Alde Feanen waar Lutz en haar partner Koos alweer meer dan 15 jaar wonen. Thuis in de weidsheid die deze provincie zo typeert. Maar ze houdt net zo goed van “het andere” Friesland; het bosrijke zuidoosten met z’n heideareaal en hoge zandgronden waar Lutz – geboren in Katlijk – zich al op jonge leeftijd op het buitenleven stortte.
Kop naar voren, wind tegen
‘Koos heeft dit huis zelf gebouwd,’ zegt Lutz en maakt een armgebaar door de ruimte. In haar stem klinkt bewondering door: ‘Handige handjes.’ De woning ademt licht en lucht dankzij de opvallende hoogte, speelse vormen en royale leefvertrekken. In het oog springende elementen staan op tafel geëtaleerd: beeldende kunstuitingen van zijn hand en een bronzen sculptuur voor haar. Werk van Ilse Oelbers uit Harlingen. Het beeldje symboliseert een vrouw die zich stevig staande houdt in het politieke, door mannen gedomineerde speelveld. Het is de allereerste Els Veder-Smit prijs die vorig jaar aan Lutz Jacobi werd uitgereikt, vanwege haar betekenisvolle bijdrage aan de rol van vrouwen in de Friese politiek.
Els Veder-Smit (1921-2020) heeft als politica op het gebied van volksgezondheid en vrouwenrechten veel voor vrouwen in Nederland betekend. De provinciale prijs wordt eens in de drie jaar uitgereikt op Internationale Vrouwendag. Jacobi voert de ranglijst aan; ze werd door de jury omschreven als “een inspiratiebron voor andere vrouwen, die zij aanmoedigt om de politiek in te gaan en zich daar staande te houden”. De bronzen figuur is een blikvanger in huis. Klein, maar niet te missen en de vastberadenheid spat eraf. Alsof het zeggen wil: kom maar op als je durft. De prijswinnares zelf is er trots op: ‘Ik herken mijzelf wel in haar. Kop naar voren, handen in de zakken, wind tegen.’
De beste oplossing zoeken
The story of her life zou je kunnen zeggen. Tegenwind die dwingt tot een tegengeluid. Soms als luis in de pels, maar het vuur waarmee ze op de barricades klimt komt van binnenuit, de strijd is oprecht. Een dwarsligger is de Friezin zeker niet. Lutz Jacobi staat pal voor de goede zaak en gaat voor samenwerking en duidelijke keuzes.
‘Ik ben geen probleemdenker. Je moet kijken naar wat werkt voor een bepaald gebied, zoals de Wadden, naar het totaalplaatje en naar alle partijen die betrokken zijn. Zonder dat je wordt belemmerd door bureaucratie of je blindstaart op één aspect. Ik heb de schurft aan starre systemen en uit de hand gelopen regels die een goede uitkomst juist in de weg staan. Probeer altijd, met elkaar, naar de beste oplossing te zoeken.’ Ze kan het niet vaak genoeg zeggen. ‘Daarom is communicatie ook zo geweldig belangrijk.’
Alles draait om evenwicht
Zowel in 2009 als in 2012 werd PvdA’er Lutz Jacobi verkozen tot Groenste Politicus van Nederland. Ze vindt het een ware geuzennaam die haar dan ook na aan het hart ligt. Een eretitel die haar jarenlange strijd voor mensen en hun omgeving recht doet. ‘Wat ik vaak mis bij beleidsmakers is samenhang. Wij leven, ook als mensen, in een ecosysteem. Daarin draait alles om evenwicht. Er is geen strakke scheiding tussen natuur en landschap, het gaat om de balans van het grote geheel. Maar daarvoor mist in ons land al jaren passende wet- en regelgeving.’
Nu raakt het boegbeeld van de Wadden pas echt op dreef. ‘Ik kom graag op voor het geheel, ga de boer op en spreek met passie. Over de natuur die niet statisch, maar een en al dynamiek is. Soms is er tijdelijke bescherming nodig, maar je moet blijven kijken naar wat het beste is voor het hele gebied.’ Dat is, zo beklemtoont Lutz, een kwestie van keuzes maken. Neem de problematiek rond de dichtslibbende vaargeulen in de Waddenzee, waardoor de bereikbaarheid van Ameland en Schiermonnikoog op de tocht komt te staan. ‘Dat is natuurlijk onbestaanbaar! De vaargeul is de navelstreng van die eilanden, de enige verbinding met het vasteland.’
Dweilen met de kraan open
Het ministerie van LNV heeft in de Natuurbeschermingswet laten vastleggen dat jaarlijks maximaal 3,57 miljoen kuub uit de Waddenzee gebaggerd mag worden om ecologische schade te beperken. Dat plafond is dit jaar bereikt, verwachten ze bij Rederij Wagenborg die de veerdiensten met de eilanden onderhoudt.
Sinds 1 januari 2022 zijn de natuurregels aangescherpt en mag het baggerzand uit de Waddenzee niet meer aan dit gebied worden onttrokken. De praktijk is dat baggerschepen nu dus slib aan het rondpompen zijn in het Werelderfgoed. Het gaat er kortgezegd vóór uit en komt er áchter weer in. ‘Een voorbeeld van hoe natuurregels de natuur zelf in de weg staan,’ moppert Lutz. ‘De baggerregeling slaat he-le-maal nergens op. Het is dweilen met de kraan open, iedereen vindt dat en toch zit de discussie muurvast.’
Vaargeul als prioriteit
Afsluiting van de Lauwerszee en de realisatie van de Afsluitdijk zijn volgens Lutz Jacobi ‘funest geweest’ voor de slibproblematiek van de Waddenzee, en dus voor de vaargeulen. De zeearm werd destijds uit angst voor overstromingen afgesloten van de Waddenzee. Een ingreep uit veiligheidsoverwegingen, maar wel één met ingrijpende gevolgen voor mens en natuur. ‘Voor de toekomst moeten we prioriteiten stellen, keuzes maken. Want de Wadden zijn niet alleen een uniek getijdengebied – het grootste ter wereld waarvan rond de 10 miljoen vogels voor hun voedsel afhankelijk zijn – het is óók een leefgebied.’
‘Ik ben heel erg van de natuur, maar wel met een passende economie. Gepast gebruik van het gebied. De vaargeul is essentieel voor wonen, werken en toerisme. Die ís er nou eenmaal. Punt. Zorg dan dat-ie ook toegankelijk blijft.’ Een mogelijke, maar omstreden oplossing is volgens haar het gedeeltelijk “opengooien” van het Lauwersmeer en het zoete water een beperkt tij teruggeven. ‘En passende veerboten laten varen; duurzame schepen met minder diepgang.’
Ook hier geldt: ‘Kijk naar het totaal van de Waddenzee. Zorg dat elders in het getijdengebied de schade zoveel mogelijk voorkomen wordt.’ Lutz doelt op industriële schade. ‘De Dollard, Eemshaven, Delfzijl. Als het Waddengebied érgens naar de kloten geholpen is, dan is het daar wel. Daar wordt zoveel gebaggerd, dat we bij de eilanden moeten compenseren. Hou toch op. Vreselijk!’
Samen zuinig op zijn
De felle Friezin is zich uiterst bewust van de kwetsbaarheid van de Waddenzee, van de eilanden en hun bewoners. Ze heeft eens gezegd: ‘De machthebbers in Den Haag kijken naar ons gebied alsof het de haven van Rotterdam is.’ Tijdens haar eigen parlementstijd als PvdA-lid in de Tweede Kamer (2006-2017) werd Lutz Jacobi woordvoerder voor de Wadden en groeide automatisch uit tot voorvechter van het UNESCO Werelderfgoed, ‘waar we met z’n allen zuinig op moeten zijn.’ In die tijd stond ze onder meer pal voor de (blijvende) bemensing van de vuurtorens op Schiermonnikoog en Terschelling. Met succes.
Haar tomeloze inzet voor het gebied leverde de politica de liefkozende bijnaam “Waddenkoningin” op. Lutz voelde zich als gepassioneerd bestuurder vaak een zendeling in het Waddengebied en na haar afscheid van de landelijke politiek zette ze de missie dan ook met evenveel elan voort als directeur van de Waddenvereniging. Ook in die rol bleef er genoeg om voor te strijden, zoals de gas- en zoutwinning in het Waddengebied.
Begin daarover en de stoom komt haast uit haar oren. ‘Dat hóórt daar domweg niet. Heb toch respect voor de Wadden!’ Aangepaste luchtvaartroutes waaronder de Wadden te lijden hebben, maar ook de onvermijdelijke zeespiegelstijging, lozingen van de industrie, of een te grote visserijvloot; het zijn haar doornen in het oog. ‘Geen zee zonder visser hoor, maar niet meer op deze schaal. Het kán niet, het is te veel. We moeten af van het denken in “groot, groter, grootst”. Maak de visserijsector en het varen duurzaam. Dát is de juiste richting.’
Voorbeeldboeren
Dat geldt ook voor de boeren. En als boerendochter – ‘mijn vader was melkveehouder, ik kan zelf ook melken’ – weet Lutz waarover ze praat. ‘Wij hebben voor onze voedselvoorziening eerder méér dan minder boeren nodig, maar kleiner, meer divers. Met een passender bedrijfsvoering. We moeten toe naar specifieke (zuivel)producten en meer inkomstenbronnen dan alleen melk. Denk aan streekproducten en meer natuurbeheer.’
Op Schiermonnikoog, “Nederland in het klein”, wordt al een voorbeeld gegeven. De zeven boeren op het eiland laten zien dat de stikstofuitstoot verlaagd kan worden met behoud van hun beroep voor volgende generaties. Op vrijwillige basis zorgden ze voor inkrimping van hun veestapel en nu werken ze samen aan het behoud van hun bedrijven en biodiversiteit in de toekomst. Zo produceren de agrariërs streekproducten als kazen van eigen melk. ‘Men verwijt mij weleens dat ik te klein denk, dat ik van Ot en Sien ben,’ grijnst Lutz, ‘maar eenvoud heeft een grote schoonheid.’
Bewaak duister en stilte
In haar tijd bij de Waddenvereniging zette ze zich met succes in tegen de aanleg van een stroomkabel dwars door het oostelijk deel van Schiermonnikoog. Daarmee moest stroom vanaf een nieuw windpark op de Noordzee naar de Eemshaven op het vasteland worden getransporteerd. Door de duinen, op een diepte van 8 meter. ‘Het allermooiste deel van Schiermonnikoog, De Balg op de oostpunt.’ Gemeente, inwoners en natuurorganisaties waren mordicus tegen, uit angst dat het eiland onherstelbare schade zou oplopen. De overheidsplannen liggen voorlopig weer in de ijskast.
Een ander, megalomaan plan dat Lutz’ bloeddruk deed stijgen betrof het toekomstige Werelderfgoedcentrum Waddenzee in Lauwersoog, een complex dat in eerste instantie minstens 30 meter hoog moest worden. ‘Waarom zo idioot hoog? Dat bedoel ik dus met prioriteiten stellen: een vaargeul heb je nodig om thuis te komen, een torenhoog waddencentrum niet. Het is hier geen parkeergarage van de Albert Heijn! Pas zo’n gebouw aan de omgeving aan.’
Verschillende natuurorganisaties, waaronder de Waddenvereniging, stapten naar de rechter vanwege het centrum, dat juist is bedoeld om bezoekers bewust te maken van de kwetsbaarheid van het gebied. De Raad van State besloot in het voordeel van bezwaarmakers; het gebouw wordt fors lager én er zijn grenzen gesteld aan de lichtuitstraling. ‘Ook dat is zo belangrijk. Dit is een zeldzaam mooi gebied met Dark Sky Parken. Op een plek als Schiermonnikoog is het nog écht donker. En stil ook. Bewaak dat.’
Een "waddenbelever"
Stilte, duisternis en weidsheid vormen kernwaarden van de eilanden. ‘Als mensen roepen “maar daar kun je geen geld mee verdienen” zeg ik “maar het is wél de reden dat mensen hier komen.’ Als voorzitter van het Overlegorgaan Nationaal Park Schiermonnikoog is Lutz Jacobi sinds dit jaar terug van weggeweest.
‘Het is een groot platform met heldere toekomstplannen, al gaat het ook hier om balans. Het is zo’n kleine gemeenschap en er zijn zoveel organisaties betrokken; Rijkswaterstaat, waterschap, provincie, gemeente, bewoners, boeren, ondernemers en natuurbeheerders. Daarom is er maatwerk nodig voor het eiland, voor álle Waddeneilanden en voor het Werelderfgoed.’ Altijd maar weer met die vuist op tafel. Frustreert het haar nooit? Lutz schudt van nee. ‘Ik word er alleen maar vechtlustig van.’
Ze noemt zichzelf “een Waddenbelever”. Haar persoonlijke favorieten? ‘De Slufter op Texel, het groene strand van Terschelling, de Vliehors op Vlieland, de waddendijk van Ameland en de oostpunt op Schiermonnikoog. Echt fantastisch. Ik geniet van de lichtval, de ruimte en de rust. Maar ik ken als geen ander ook de bedreigingen, ik ben me daarvan zeer bewust. Juist daarom is het een voorrecht om te genieten van de Wadden zoals ze er nu bij liggen. Laten we dat goed beseffen.’
Dit interview verscheen eerder in Noorderland 2023-6.
- Tjeerd Visser