Tijdens een dagje in Den Helder om “steuvels" vragen, of in een winkel in Scheveningen vreemd aangekeken worden nadat je vroeg om een “puut”. Groningers hebben echt hun eigen woorden, en eerder deelden we er al tien op de website van Noorderland. De reacties die we daarop kregen waren hilarisch: lezers deelden hun eigen ervaringen en favoriete Groningse woorden. De redactie van Noorderland koos er daarvan tien uit.
1. Mien laiverd, mien schraiverd, mien suker in de thee
Een liefkozende zin die je tegen je tudebekje zegt: je schatje. Heel letterlijk betekent het ‘mijn lieverd, mijn huilerd, mijn suiker in de thee’. Wat minder letterlijk vinden wij het wel klinken als 'mijn alles'.
2. Kopstubber
Hiermee maak je schoon: een ragebol.
3. Pokkel
Deze hebben we allemaal: een pokkel is namelijk een buik. Er zijn veel leuke spreekwoorden met dit woord, zoals de pokkel knapt mie zowat (ik heb te veel gegeten) of de pokkel vol aarms en bainen hebben (zwanger zijn).
4. Stuutsiekoorn boksem
Een boksem is een broek, maar zet er stuursiekoorn voor en je hebt een specifiek soort broek: een corduroy.
5. Slik
Het klinkt niet zo lekker, maar dat is het wel. Slik is namelijk snoepgoed.
6. Tuutn
Volgens het woordenboek zijn tuutn kippen, maar volgens de lezers van Noorderland zijn tuutn politieagenten. Welke vertaling vind jij beter passen?
7. Keudeldoemke
Dit is een schattig vogeltje: het winterkoninkje. Keudeldoemke wordt ook gebruikt als liefdevolle koosnaam.
8. Kounavvel
Oei, zo wil je niet genoemd worden. Een kounavvel is een oen.
9. Gloepstreek
Een gloepstreek is een rotstreek.
10. Ee’m mien hupzelen vastmoak’n, anders zakt mie de boksem of en glied hai mie over de hozevurrels
Even mijn bretels vastmaken, anders zakt mijn broek af en glijd-ie over mijn sokken!
- Adobe Stock