Zelf kastanjes poffen: zo doe je dat

De juiste kastanje

Er zijn twee soorten kastanjes: paardenkastanjes en tamme kastanjes. Paardenkastanjes smaken bitter en kunnen buikpijn veroorzaken, dus die kun je beter niet eten. Tamme kastanjes hebben daarentegen een romige, nootachtige smaak en kun je veilig eten. Het verschil zit 'm in de vorm: paardenkastanjes zijn rond, terwijl tamme kastanjes een platte kant hebben. Ook de bolsters – die stekelige schil om de kastanjes heen – verschillen: de bolster van een tamme kastanje heeft veel meer stekels. Daarnaast zit er in de bolster van een paardenkastanje meestal maar één vrucht, terwijl de bolster van een tamme kastanje soms wel drie of vier kastanjes bevat.

Kastanjes poffen

Hoewel je tamme kastanjes in sommige supermarkten kant-en-klaar kunt kopen, is het veel leuker om ze zelf te verzamelen. Ga bijvoorbeeld op zoek tijdens een boswandeling. Je kunt ze dan drogen en rauw eten, zoals noten, maar het is nog lekkerder om ze te poffen. Daar heb je slechts een paar dingen voor nodig: de kastanjes, een beetje boter, een scherp mes en een pan. Zo ga je te werk:

1. Test eerst of de kastanjes goed zijn: haal ze uit hun bolster en leg ze in een kom met water. Kastanjes die naar de bodem zakken zijn goed om te gebruiken. Kastanjes die blijven drijven kun je het best bij het groenafval gooien.
2. Kerf met het mes een kruisje op de platte kanten van de kastanjes.
3. Smelt een klontje boter in een pan op middelhoog vuur en voeg dan de kastanjes toe.
4. Dek de pan af met een deksel en schud de kastanjes regelmatig door elkaar, om aanbakken te voorkomen.
5. De kastanjes zijn na 10 à 15 minuten klaar, wanneer de schil gepoft (opengebarsten) en de binnenkant zacht is.
6. Verwijder de schillen van de kastanjes. Doe dit als ze nog heet zijn, want dan gaat het makkelijker.
7. Serveer de kastanjes naar smaak: bijvoorbeeld met wat boter, peper en zout.