Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Nederland is een nieuw roofdier rijker: de goudjakhals

De goudjakhals is de afgelopen jaren al meerdere keren gespot in ons land en lijkt zich hier nu definitief te hebben gevestigd. Maar wat weten we eigenlijk over dit dier? En wat betekent de komst ervan? Huisbioloog Kees Boele vertelt ons erover.

Goudjakhals

Veel mensen gedijen goed in een stabiele omgeving. Misschien gaan ze er even tussenuit om ergens anders vakantie te vieren, maar daarna gaan ze vaak weer gauw terug naar hun vertrouwde plekje. In de natuur is dit totaal anders: veel dieren verkennen voortdurend nieuwe mogelijkheden. Ze zoeken naar voedsel met vooral zo min mogelijk concurrentie of dreiging van grote(re) rovers. Zelfs in drukke regio’s zien dieren kans om zich te verplaatsen en nieuwe leefgebieden te koloniseren. Een goed voorbeeld van dit gedrag is… de goudjakhals.

De goudjakhals

In april 2023 werd bevestigd wat al langer vermoed werd: Nederland is een nieuw zoogdier rijker. Na zes waarnemingen met behulp van een wildcamera is het namelijk zeker dat zich bij het Lauwersmeer, het Nationaal Park op de grens van Groningen en Friesland, een goudjakhals gevestigd heeft. Omdat juist deze soort ontzettend verborgen leeft zal het nog wel even duren voordat we weten of het om een vrijgezel gaat of dat er ergens een compleet gezin leeft.

Dat juist het Lauwersmeer “de eer” van deze nieuwkomer kreeg, was best verrassend. Sinds 2016 zijn er uiterst zeldzame waarnemingen bekend van de Veluwe en uit Drenthe. Onze oosterburen wisten al sinds 1998 dat dit fraaie dier vaste poot aan de grond begon te krijgen in West-Europa, maar ook zij hadden én hebben geen enkel idee om hoeveel exemplaren het gaat. Naast zijn vooral nachtelijke leefwijze is het dier ook nog eens zeer mobiel: 100 kilometer lopen per week is niet meer dan een gemiddelde.

Foto: Adobe Stock

Even voorstellen

Goudjakhalzen behoren tot de grote “hondenfamilie”, samen met wolven, vossen, wasbeerhonden en huishonden. Ze zijn met een schofthoogte van 40 centimeter wat groter dan vossen, maar veel kleiner dan wolven. Wolven kunnen namelijk tweemaal zo hoog worden. Verder hebben ze veel kortere poten, oren en staart dan een wolf en is de snuit een stuk spitser.

Hun kleur varieert behoorlijk. Van rossig bruin tot goudrood en in de winter zelfs met een heel licht zwart zadeltje, zoals hun bekendere “neef”, de zadeljakhals, ook heeft. Net als alle andere jakhalzen en coyotes zijn het echte opportunisten die overal kunnen leven waar maar voedsel te vinden is. Hun grootste beperkingen blijven echter de aanwezigheid van grotere roofdieren zoals de wolf én de mens. En omdat de wolf nu eenmaal eerder in Nederland verscheen, zal deze nieuwkomer alleen ver buiten de leefgebieden van wolvenroedels een plekje kunnen vinden. Dat verklaart meteen waarom het Lauwersmeergebied eigenlijk wel te voorspellen was als eerste woongebied van dit roofdier.

'De rietwolf'

Onze oosterburen hebben wel een erg bijzondere bijnaam voor de goudjakhals bedacht: de rietwolf. Rietwolf duidt op enige verwantschap met Bor de Wolf, een personage uit De Fabeltjeskrant, en dat klopt uiteraard. Maar daar houdt het dan ook echt mee op. Wolven zijn namelijk veel groter en staan hoger op de poten. En dan dat riet? Hoe ze daar aankomen blijft vooralsnog een raadsel.

Het klopt dat een goudjakhals ook in natte gebieden kan jagen op alles wat maar passend is voor zijn bek. Muskusratten, beverratten, jonge reeën, muizen en ganzeneieren gaan met smaak naar binnen. Maar ook buiten moerassen kunnen ze prima leven. Aas, knollen, fruit en zelfs menselijk afval staan geregeld op hun dagmenu. Lammeren, kalfjes en veulens kunnen ook als extraatje toegevoegd worden, maar alleen als er geen goed hek of waakhond aanwezig is. De ervaring in andere Europese landen leert echter dat het aantal slachtoffers onder (hobby)vee vele malen minder is dan het aantal dieren dat door loslopende of verwilderde honden en wolven gepakt wordt.

Foto: Adobe Stock

Herkomst

Wolven zijn er altijd in Nederland geweest, totdat de laatste exemplaren in de 19de eeuw werden doodgeschoten. Inmiddels zijn ze weer terug en nemen ze – deels – weer hun vroegere territoria in.

Goudjakhalzen zijn echter nieuw in de Lage Landen. Van oorsprong komen ze uit Zuid-Azië, het Midden-Oosten en Zuidoost-Europa. Genetisch onderzoek heeft aangetoond dat onze jakhalzen familieleden hebben in Turkije, maar ook in gebieden ten zuiden van de Kaukasus. Wanneer ze vertrokken zijn is onbekend. Jakhalzen zijn vrijwel alleen ’s nachts actief en kunnen, als gezegd, flinke afstanden afleggen.

Wat de migratie precies in gang gezet heeft, blijft voorlopig een raadsel voor wetenschappers. Een steeds grotere druk op natuur en platteland met ook steeds terugkerende periodes van droogte zou een van de oorzaken kunnen zijn. Ook het ruime voedselaanbod, bijvoorbeeld op open vuilstortplaatsen, wordt wel genoemd. De overvloed aan jongen die dat tot gevolg heeft, zullen vervolgens op stap moeten om zelf een nieuw leefgebied te vinden. Al zoekend naar voedsel via nieuwe natuurverbindingen zijn ze zo in Duitsland terechtgekomen. Vanaf daar is het natuurlijk maar een kleine afstand naar ons land.

Familieleven

Hoewel de Nederlandse goudhalzen moedige avonturiers zijn die in hun eentje de grenzen van hun leefgebied verkennen, zijn het wel degelijk dieren die gezelligheid op prijs stellen. Net als wolven kunnen ze met huilende en keffende geluiden met elkaar communiceren. Soms worden zo afspraken gemaakt om samen op jacht te gaan, maar ook zullen potentiële partners elkaar met geluid en geur kunnen vinden. Als eenmaal het huwelijk gesloten is, wordt er naar een geschikt huis gezocht. Vossenholen, dassenburchten, een zelfgemaakte woning of een volledig ondoordringbaar stuk struikgewas: van alles is voor deze dieren mogelijk.

Midden in de zomer worden er meestal twee tot vier – maar soms zelfs negen! – pups geboren die uiteindelijk ongeveer een jaar thuis blijven wonen. Nadat ze meegeholpen hebben om de jongen die na hen weer geboren zijn groot te brengen worden ze uiteindelijk de wijde wereld ingejaagd. Dat klinkt een beetje als “stank voor dank”, maar hierdoor wordt de druk op het leefgebied en de beschikbare hoeveelheid voedsel en prooidieren niet te groot. Slim bekeken dus.

Foto: Adobe Stock

Een blijvertje?

Voor elk soort die een nieuw gebied gaat koloniseren is het altijd de vraag of het lukt om een plek in de voedselketen te vinden, en daarmee een vitale populatie op te bouwen. Sommige exoten, die met dank aan handel en reizen hier terechtgekomen zijn, hebben het gemakkelijk. Een Aziatische buxusmot bijvoorbeeld leeft uitsluitend op de eveneens exotische en door geen ander dier gegeten buxusstruikjes. Ontsnapte Amerikaanse muskusratten vinden voldoende voedsel in onze natte natuurgebieden en hadden weinig te vrezen van roofdieren. Totdat de goudjakhals arriveerde.

Als een dier hier op eigen pootjes of vleugels binnenkomt is het geen exoot meer en heeft het gewoon zijn eigen, hongerige maag gevolgd. Als vervolgens blijkt dat een dier al zes jaar achter elkaar af en toe gezien wordt, moet er in ieder geval voldoende voedsel aanwezig zijn. Nu is dat voor een jakhals zelden een probleem, zolang het maar verteerbaar is gaat bijna alles gewoon naar binnen.

Keuzes van het dier

Heel anders is het met concurrentie van eerder gevestigde soorten. Een jakhals is geen partij voor een wolf en wordt ook actief door wolven verjaagd. Vossen zijn een ander verhaal: die zitten op bijna dezelfde plek in de voedselpiramide, maar zijn kleiner. Als het op vechten aankomt wint de jakhals, maar meestal gaan ze elkaar uit de weg.

Veel lastiger wordt het voortplanten, want daarvoor hebben ze voldoende rust en ruimte nodig. Open vlaktes mijden ze en er moet altijd ergens ondoordringbaar kreupelhout beschikbaar zijn. Zeker in Noord-Nederland is dit allemaal in ruime mate te vinden. Naast het Lauwersmeer zijn ‘t Roegwold in Groningen en de Friese laagveengebieden uitermate geschikt. Bij dit soort voorspellingen moet echter direct aangetekend worden dat het de jakhals is die zijn eigen keuzes maakt en niet de mens. Dat bleek ook al bij twee terugkerende roofvogels. Zeearenden bedachten de meest onwaarschijnlijke broedplaatsen en Het Groninger Landschap zag een nestpaal voor de visarend veranderen in een mooi baken waar nooit een vogel van gebruikgemaakt heeft.

Foto: Adobe Stock

Goudjakhals en de mens

Onze nieuwste hondachtige heeft een enorm voordeel boven de wolf. Het prachtige dier is nieuw en sprookjes – over roodkapje en de boze wolf die ons met huid en haar kan opslokken – zijn er nooit over geschreven. Daarnaast kennen reizigers jakhalzen vaak van safaritochten over Afrikaanse savannes waar ze als schuwe vuilnismannen en -vrouwen hun best doen om op te ruimen wat grote katten en hyena’s vaak laten liggen. Tegelijkertijd versmaden ze op hun trektocht een onbeschermd lam of veulen zeker niet. En dat kan weer leiden tot krantenkoppen. Daar komt nog bij dat juist jakhalzen als nieuwkomers minder zwaar beschermd zijn door wet- en regelgeving. Gelukkig zal de jakhals kunnen profiteren van de vele maatregelen die inmiddels opgetuigd zijn om ons vee te beschermen en wolven niet in de verleiding te brengen. Ervaring in Duitsland en Hongarije hebben laten zien dat wolfwerende rasters en slimme schapenhonden ook perfect zijn om jakhalzen op andere ideeën te brengen.

Natuurbeheer

Gelukkig bestaat er ook een totaal ander perspectief op de bekende discussie rondom roofdieren. Op veel plaatsen worden roofdieren systematisch geweerd of zelfs uitgeroeid waardoor we nu miljoenen uitgeven om bijvoorbeeld exotische muskusratten, beverratten en damherten in toom te houden. Allemaal soorten waarvan de jakhals watertandend kan dromen. Uiteraard zal het hem of haar niet lukken elke rat te vangen en dus blijft er nog wel werk voor een paar muskusrattenvangers.

Maar met de overbegrazing door edelherten in bijvoorbeeld de Oostvaardersplassen of damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen is het echt wel gedaan als de jakhals binnengelaten wordt. Binnen afzienbare tijd zal de ongebreidelde aanwas van deze kuddes stoppen. In de jaren 80 gingen we in Nederland de bossen en velden anders beheren. De natuur kreeg weer ruimte en mocht haar vrije gang gaan. Dat zou ook een benadering kunnen zijn van (nieuwe) roofdieren in ons midden.

Foto: Adobe Stock

Lynx en wilde kat

Inmiddels eisen nog twee andere roofdieren hun plek op in Noordwest-Europa. De wilde kat is inmiddels al 20 jaar in Nederland. Vanuit het Vijlenerbos aan de Belgische grens lijkt deze forse poes onderweg naar Brabant. Nog meer dan de jakhals mijdt de wilde kat steden en dorpen. Aaneengesloten natuurgebieden en grote territoria beperken zijn mogelijke actieradius nog verder.
Of de wilde kat ooit de grote rivieren over zal steken? In principe hebben de Veluwe en ook het Drents-Friese Wold voldoende ruimte voor een paar wilde katten, maar dan moeten ze deze gebieden wel kunnen bereiken. Omdat in Duitsland de populatie geleidelijk groeit zou het waarschijnlijk kunnen zijn dat een tweede populatie zich eerst in Gelderland gaat vestigen en daarvandaan naar Noord-Nederland oprukt.

Ook werd er de afgelopen jaren flink gespeculeerd over de veel grotere lynx. Net als de wilde kat is het zeer waarschijnlijk dat deze katachtige vanuit de Midden-Europese bossen en gebergten lang geleden ooit eens een poot over onze huidige grens gezet heeft. Omdat de lynx inmiddels de Duitse streek de Eifel en de Ardennen af en toe bezoekt, is een uitstapje naar wat noordelijkere streken ook mogelijk geworden. Tegelijkertijd heeft een lynx erg veel rust en ruimte nodig. Herstel van de Europese populatie is haalbaar, maar de kans dat we ooit lynxen kunnen spotten in (Noord-)Nederland is voorlopig gelijk aan nul.

Toekomst 

Nederland – en zeker de noordelijke kop – is en blijft een land waar mens en natuur in een dynamisch evenwicht kunnen samenleven; ruimte gevend waar mogelijk, ruimte nemend waar gewenst. Met actief beleid gericht op het terugdringen van verzuring, verdroging, verstikking en versnippering van de natuur ontstaat er ruimte waar reeds aanwezige, maar ook nieuwe soorten planten en dieren zich hier kunnen vestigen.

Natuur
  • Kees Boele
  • Adobe Stock