Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Arnold Veeman: ‘Ik bleef altijd teruggaan naar Groningen’

'Mijn link met deze provincie is altijd gebleven.' 

Arnold Veeman

Deze zomer speelt Arnold Veeman in de nieuwe muziektheatervoorstelling De Grote Vloed in het Groningse dorp Oosterwijtwerd. De zanger werd bekend met zijn zachte luisterliedjes in de streektaal. Een gesprek over wortels, Groningen – maar ook Friesland en Drenthe – en de oorsprong van zijn grootste hit: Mien lutje laif.

De locatie van de nieuwe muziektheatervoorstelling, de wierde van Oosterwijtwerd, is prachtig, vindt Veeman, met dat weidse uitzicht: ‘Dat is wat ik me bij Groningen voorstel. Heel pittoresk, dat doet me wel wat.’ Arnold Veeman (51) werd geboren in Groningen-Stad, groeide de eerste jaren op bij pleegouders op een boerderij in Pieterzijl en woonde vervolgens met zijn biologische moeder en stiefvader in Delft en later in Makkum.

Daar doorliep Veeman grotendeels zijn schooltijd, maar, zegt hij: ‘Ik bleef altijd teruggaan naar Groningen, in de vakanties en in weekenden. Mijn moeder was net een dag 16 toen ze mij kreeg; ze zat nog op de havo. Met mijn pleegouders heb ik altijd contact gehouden en uiteindelijk is mijn biologische moeder naar Pieterburen verhuisd, daar heb ik ook nog gewoond. Mijn link met Groningen is altijd gebleven. Ik heb nog steeds een Gronings accent, dus mensen horen algauw dat ik er vandaan kom.’

Tot vier jaar geleden bewoonde hij een oud schoolgebouw in Kloosterburen, een pand dat hij in coronatijd noodgedwongen moest verkopen, toen alle optredens wegvielen. Sindsdien woont hij in het Drentse Borger.

Je hebt op allerlei plekken gewoond. Wat blijft je in Groningen zo aantrekken?
‘Dat verandert heel sterk. Vroeger vond ik Pieterburen te gek, maar het centrumpje met de kroeg en een winkeltje ernaast is nogal toeristisch en commercieel geworden. Oostum vond ik ook een mooi terpdorpje. Uit school in Groningen fietste ik via Garnwerd, en als ik echt gek wilde doen via Feerwerd en Ezinge, met een enorme omweg terug naar Pieterburen. Die regio vind ik nog steeds interessant, het Hogeland en Westerkwartier. En de Stad zelf. Ook die is ontzettend veranderd, maar het studentikoze en bruisende is gebleven. Het jeugdige vind ik aantrekkelijk.’

In Borger zit je in het hart van het hunebedtoerisme. Heb je reuring nodig voor je werk?
‘Nee, ik heb juist rust nodig.’ Hij lacht even en vervolgt: ‘Ik vind het fijn om op te treden en daarbij onder de mensen te zijn, maar verder trek ik me graag terug. Ik ben wel een einzelgänger en kan goed op mezelf zijn. Het liefst zou ik wat rustiger wonen. Ik heb veel spullen, die ik hier kwijt kan, maar als ik dan voor zo’n theaterproductie in Oosterwijtwerd ben… Als ik de kans krijg, zou ik wel weer wat meer die kant op willen.’

Spreek je ook nog Fries, vanuit je Makkumer jeugdjaren?
‘Jawel, maar het is niet superparaat. Verstaan lukt nog heel goed. In een gesprek kom ik er na een paar zinnen wel weer in en red ik me er wel mee.’

Hoe is het Gronings in je leven ‘gegroeid’?
‘Dat begon met vriendjes. Wij knauwden wat, dat vonden we leuk. Ik dacht altijd: het is een accent waarmee je spreekt. Je slikte de “n” in en je lachte er niet al te veel bij, en dan leek het al heel wat. Pas later werd ik me ervan bewust hoe ontzettend diep het Gronings in elkaar zit, dat het echt een streektaal is.’

Verder lezen

Het volledige interview met Arnold Veeman lezen? Deze verscheen in de nieuwste zomereditie van Noorderland. Deze editie ligt tot 20 augustus in winkels in heel Nederland en is ook te bestellen via onze eigen webshop.

In deze zomereditie bezoeken we Elfstedenstad Hindeloopen, bekijken we de paardenreddingboot op Ameland en sommen we de lekkerste BBQ-recepten op. Dit – en nog veel meer! – lees je nu in onze nieuwe zomereditie.

Mensen
  • Ankie Lok
  • Nienke Maat