Apfelstrudel
Apfelstrudel is een traditionele Oostenrijkse zoete lekkernij die bestaat uit dun uitgerold deeg, gevuld met een mengsel van appels, suiker, kaneel en rozijnen. Het wordt opgerold en gebakken tot het goudbruin en knapperig is. Apfelstrudel wordt meestal geserveerd met poedersuiker, vanillesaus, slagroom of een bolletje ijs.
Ingrediënten:
- 250 gram bloem
- 50 gram olijfolie
- 100 milliliter water
- snufje zout
- 4 appels (bijvoorbeeld jonagold)
- 50 gram rozijnen
- 100 gram suiker
- 8 gram vanillesuiker
- 1 eetlepel kaneel
- 2 eetlepels citroensap
- 50 gram amandelschaafsel
- 40 gram ongezouten roomboter
- poedersuiker
- slagroom
- bolletje vanille-ijs of vanillesaus (optioneel)
- scheutje rum (optioneel)
Zo maak je apfelstrudel:
- Ga eerst aan de slag met het deeg: meng de bloem, olie, water en een snufje zout tot een soepel deeg. Laat het deeg zo'n 20 minuten rusten.
- Verwarm ondertussen de oven voor op 200 graden.
- Halveer de appels, snijd ze in kwarten en verwijder de klokhuizen. Snijd de kwarten vervolgens in kleine blokjes. Meng de appelblokjes met de suiker, vanillesuiker, rozijnen, kaneel, citroensap en amandelschaafsel. Liefhebbers kunnen ook nog een klein scheutje rum toevoegen, maar dit hoeft niet.
- Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit tot een rechthoek. Leg het deeg vervolgens op een passend stuk bakpapier en rek het met de hand uit tot een lange lap die bijna doorzichtig is.
- Verdeel dan de appelvulling gelijkmatig over het deeg, maar laat een paar centimeter van de randen vrij.
- Vouw het deeg dicht zodat je een lange rol krijgt.
- Smelt de boter en bestrijk het deeg lichtjes met een kwastje.
- Leg de strudel op een met bakpapier beklede bakplaat. Bak de strudel in ongeveer 50 tot 60 minuten in het midden van de oven goudbruin en gaar. Laat 'm iets afkoelen.
- Strooi wat poedersuiker over de apfelstrudel en serveer 'm met slagroom en eventueel met een bolletje ijs of vanillesaus erbij. Guten appetit!
Culinair
- JUMBO, Albert Heijn
- Adobe Stock