Moekes laiverd
Als je bij Lenie ’t Hart op bezoek gaat, kan het gebeuren dat je je auto binnen een kwartier alweer van het erf af moet zetten, zodat de bestelwagen met diervoeders erlangs kan. De dieren zijn sowieso het eerste waar je bij Lenie tegenaan loopt. Schapen, in de stal. Kippen, scharrelend bij de achterdeur. Katten, in en om het huis. Doe bist moekes laiverd, zegt ze, en doe ook. Tegen de dieren praat ze gewoon Gronings. Onderscheid maakt ze niet, allemaal zijn ze moekes laiverd, maar daarover straks meer. Ook achter het stuur van Lenies oude Volvo ligt een kat te slapen: ‘Die is niet eens van mij.’
Binnen brandt de haard. Lenie zet thee en serveert stukjes banketstaaf. In de vensterbank staat een beeldje van een uil, die plotseling een mechanisch ge-oehoe laat horen. Er klinkt gekwaak: Lenies telefoon. Aan de muur overal herinneringen in beeld – grote schilderijen van koeien, familiefoto’s, kindertekeningen van overal ter wereld, antieke sierbordjes en een wereldkaart met een vlaggetje in elk land waar de zeehonden en de mensen ooit een beroep op haar deden.
Jonge Lenie
Zodra ze zit, op een stoel aan de lange eettafel, begint vanzelf het terugblikken, ook op de jonge Lenie in Farmsum, die toen nog Leentje Godlieb heette: ‘Ik moest altijd alles redden. Toen ik vier was, maakte ik al dikke ruzie met oudere jongens die kikkers doodmaakten.’ Haar eigen zoon Pieter beleefde als kind dan weer hoe Lenie verzwakte of gewonde roofvogels vervoerde. ‘Ik reed in een eend en achterin hadden we een keer een buizerd. Die was een beetje dizzy en lag daar gewoon, tot hij opeens weer overeind kwam. Daar stond hij met de vleugels wijd, en Pieter daar vlak voor op de achterbank.’ Lenie lacht er nog steeds om, zoiets vergeet je natuurlijk nooit weer.
De eerste zeehond
1971 was een sleuteljaar in Lenies leven: toen kreeg ze het verzoek om een zeehond op te vangen, een activiteit die ze overnam van een echtpaar in de omgeving dat al langer zeehonden opving in een bassin. Over die beslissing heeft ze niet lang hoeven nadenken, zegt ze. En dus arriveerde de eerste zeehond bij Lenie in de tuin: ‘Dat deed je gewoon.’
In de jaren 60 en 70 werd duidelijk hoe het Nederlandse Waddengebied ervoor stond. De Waddenzee was zwaar vervuild en de zeehond, eeuwenlang bejaagd om zijn bont, was een bedreigde diersoort. De zeehond zou uitgroeien tot hét symbool van de kwetsbare waddenwereld. Maar op de vraag of ze die potentie in 1971 al zag, is Lenie heel stellig: ‘Nee, totaal niet. Het is me overkomen. Maar wat misschien wel hielp: ik was voor het individu.’ Die ene zeehond waar je je voor inspant, bedoelt ze, zoals Loeskus of Mozes. Daarmee breng je liefde over.
Verwacht van Lenie geen uiteenzettingen over de populatie, over de stand van de soort als geheel en wat daarvoor nodig is. Dat is ook het punt waarop de wegen van Lenie en het zeehondencentrum in Pieterburen uiteindelijk scheidden, in 2014. In de eerste plaats is ze een dierenbeschermer, stelt ze. ‘En via de dierenbescherming kun je de natuur gaan beschermen. Niet andersom.’ Op oude foto’s is Lenie altijd in de weer met een zeehond: met de auto, in een mand, of gewoon met haar blote handen.
Dodelijk virus
De aandacht voor het individuele dier ging wel samen met een wetenschappelijke benadering. Een huzarenstukje was de ontdekking in 1988, met hulp van viroloog Ab Osterhaus van het RIVM, van een dodelijk virus waaraan de zeehonden massaal bezweken. De zeehondencrèche, zoals de opvang in Pieterburen inmiddels heette, werkte lange tijd met Osterhaus samen. Lenie: ‘Dat onderzoek deden we stiekem. Via de achterdeur smokkelden we de zeehond naar binnen.’ Grinnikend: ‘Er is zelfs eens iemand verkeerd gereden, die kwam met een zeehond bij het politiebureau uit.’
In 1993 kwam de crèche in actie nadat een Frans zeeschip containers met landbouwgif verloor, waarvan een deel in de Waddenzee terechtkwam. Lenie haalde een grijze zeehond naar Pieterburen, een mannetje. Eigenhandig ving ze een straal urine op, waarin sporen van het landbouwgif werden aangetroffen. De visvangst in de kustgebieden werd tijdelijk stilgelegd.
Politieke invloed
Bijzonder, noemt ze haar invloed op politieke besluitvorming nu. Lenie weet wel een verklaring voor dat succes: ‘Ik heb altijd mensen gevonden die veel meer wisten dan ik. Als je denkt dat je het zelf allemaal wel weet, dan bereik je niks.’ Regelen hoefde ze dat nooit, zegt ze eveneens, het ging vanzelf. Een opstapje naar een invloedrijk netwerk was wel Jan van Haaften, bioloog en onderzoeker, die al vroeg bij Lenies bezigheden betrokken was.
Losjes ging Lenie om met wat je gerust de jetset kunt noemen. Leuke herinneringen bewaart ze in het bijzonder aan prins Bernhard, die ze ‘een goede kennis’ noemt, ‘eigenlijk een soort vriend’, die vliegtickets kon regelen en die nu en dan met een klein agendaatje in de hand met haar besprak wanneer hij weer eens met de helikopter in Pieterburen zou landen. Als ze zijn hulp kon gebruiken, belde Lenie rechtstreeks naar het paleis.
Niet tegen gezag
Van rockband Queen kreeg Lenie toestemming om hun muziek gratis in een reclamespot te gebruiken – It’s a beautiful day, the sun is shining, met de zeehond die op het strand zijn vrijheid tegemoet hobbelt. Ze deed zaken met bestuurders als Henk Vonhoff en Jan Kamminga, met Russische ministers, met de Aga Khan, Brigitte Bardot, de internationale pers. ‘De hele wereld was in Pieterburen,’ zegt Lenie. Toch ging altijd het welzijn van de dieren voor, zegt ze ook. Een zeehond pas later vrijlaten zodat er hoog bezoek aanwezig kon zijn, zat er niet in. Ze behandelde iedereen als een gelijke.
‘Ik kan niet tegen gezag,’ zegt Lenie. Als jongvolwassene zat ze bij de jeugdbond voor natuurstudie (NJN), en die organisatie zat haar als gegoten: ‘Het gezag was je met elkaar.’ Wat ze er leerde? ‘Vrijheid.’ Ook bij de zeehondencrèche hebben ze een hoop lol gehad, vertelt Lenie. Bij sommige herinneringen aan de autoriteiten giechelt ze stilletjes: ‘Wat waren ze kwaad’, ‘Het liefst stopten ze me toen in de bak’.
Ze geniet daar ook van, om lef te tonen, om dingen te doen die eigenlijk niet mogen. Ze wijst op een geïllustreerde spreuk aan de muur: be brave and follow what you believe instead. Met de huidige natuurbescherming in Nederland heeft ze weinig op: ‘Logge organisaties in grote kantoren, en onderzoek is vaak niet meer onafhankelijk. De jongelui durven niet meer.’
Meer lezen
Verder lezen? Het volledige interview met Lenie 't Hart staat in de nieuwste wintereditie van Noorderland, nu te koop in winkels in heel Nederland en te bestellen via onze webshop. In deze editie spraken we ook met Roxane Knetemann, verbleven we op een week op een onbewoond Waddeneiland, liepen we langs de ruige randen van het nieuwe Ziltepad en staan we stil bij de Friese stormvloed van 1825. Dit – en nog veel meer – lees je nu in onze nieuwste editie.
- Tjeerd Visser