Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Fietsen op het dak van Drenthe: alles over de VAM-berg

'Dit was pittiger dan ik dacht,' zei toprenner Mathieu van der Poel er ooit over.

Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: Max de Krijger

Dé fietsprovincie bij uitstek gooit hoge ogen met de heuse VAM-berg. Weliswaar geen gebergte van mythische omvang zoals in de Tour de France, maar met een respectabele hoogte van zo'n 48 meter boven NAP is de sporter toch ook in Drenthe verzekerd van steile klimmetjes. Een trainingsparcours waarvoor je je zeker niet hoeft te schamen.

Col du VAM

Al jaren staat de VAM-berg bij Wijster te boek als "het dak van Drenthe". Een bijzondere berg van meer dan 20 miljoen kubieke meter voornamelijk huishoudelijk afval, dat waterdicht en dus keurig netjes ligt afgedekt met een kleilaag en dikke kunststoffolie. Een sprintje trekken kon je er al enkele jaren, maar de weinig attractieve term "vuilnisheuvel" sprak natuurlijk niet echt tot de verbeelding van veel (prof)renners.

Dat imago is verleden tijd. De VAM-berg onderging een geslaagde make-over en gaat tegenwoordig door het leven als Col du VAM. Deze wielercol kent vier verschillende beklimmingen, waaronder een gedeelte met een stijgingspercentage van maar liefst 24 (!) procent en een kasseienstrook om van te bibberen. 

Je kunt het nooit iedereen naar de zin maken en vanzelf maakte ook de naam weer de tongen los; want waarom moest het Frans zijn, kon het niet gewoon op z’n Drents? Zo vroegen sommige sceptici zich af. En een berg mag dan mannelijk zijn, maatschappij is een vrouwelijk woord, dus had de berg vernoemd naar de voormalige Vuilafvoer Maatschappij (kortweg VAM) eigenlijk ‘Col de la VAM’ moeten heten. Toch werd gekozen voor de kernachtige variant ‘du’. 

Hip en happening

Het gekissebis mag de pret niet drukken. Want hoe je de berg ook noemen wilt, feit is dat-ie als een magneet werkt op een groeiend aantal enthousiaste hardrijders uit heel Nederland. Bij de provincie hebben ze al becijferd dat Drenthe in een gemiddeld weekend al gauw een paar honderd amateurwielrenners verwelkomd, voor een paar stevige klimmetjes.

En ook in de profwereld is de Col du VAM als fenomeen intussen aardig hip en happening. Toen toprenner Mathieu van der Poel drie jaar geleden als Nederlands kampioen op 4800 centimeter hoogte over de finish rolde, gaf hij de berg van Drenthe een groots compliment: ‘Ik weet niet of ik ooit zo’n zware koers heb gereden,’ verzuchtte hij na de uitputtingsslag. ‘Deze ronde was nog pittiger dan ik dacht.’ 

Ufo, schip, taart, koektrommel?

Niet alleen de berg zelf getuigt van een staaltje doordachte ontwerpkunst, ook het onbemande informatiecentrum dat sinds 2001 boven op de VAM-berg pronkt, is een huzarenstukje geworden. De Blinkerd – volledig opgetrokken van staal – heeft qua looks ook wel iets van een schip of een grote ronde koektrommel.

Het gebouw dat hier is neergezet "drijft" in feite op de berg die geen fundering in de vaste grondlaag verdraagt, want dan zou je door de beschermende ondergrond heen moeten prikken die nu het afval toedekt. De bodem vergde dus een uitzonderlijke, beweegbare constructie die stevig is, zonder dat de berg wordt aangetast. Het resultaat werd een soort taart in 12 losse punten, in een werkplaats gemaakt, met grote vrachtauto’s op de berg gebracht en ter plekke aan elkaar vastgezet.

Het panoramisch uitzicht is er prachtig, met Hoogeveen en Beilen als herkenbare bakens. Bij helder weer kun je zelfs de windmolens aan de Duitse grens zien staan.

De oude vuilstort lijkt na al die jaren versmolten met zijn directe omgeving; aan de voet van de berg is een nieuw natuurgebied ontstaan. Al is dit wonderlijke stukje Drenthe ook door mensenhanden gevormd, het past naadloos in het lommerrijke beekdal van het Oude Diep.

De beek meandert weer

Groene kikkers kwaken dat het een lieve lust is, hun bruine soortgenoten knorren zachtjes. De moerasjes onderaan de berg vormen hun biotoop. In de weitjes en poeltjes in de buurt voelen ooievaars zich prima thuis en de bosjes rondom bieden beschutting aan de schuwe das.

Ook zilvermeeuwen zijn hier kind aan huis; op de stortplaats hierachter, van het huidige afvalverwerkingsbedrijf Attero, komen dagelijks duizenden zeevogels af. Ze vliegen in formatie in zo’n anderhalf uur vanaf het Lauwersmeer naar de berg bij Wijster, eten er hun buik rond en keren dan terug.

Het gebied van het Oude Diep strekt zich uit tussen Beilen en Hoogeveen. Een lieflijk watertje dat zich in een grijs verleden langs oude boerendorpen als Drijber en Echten vlijde, om bij Meppel uit te monden.

De tijdgeest transformeerde de kronkelende loop in een strak afwateringskanaal dat de afgelopen jaren door Het Drentse Landschap gelukkig weer in oude luister is hersteld. Graafmachines zochten de vroegere bedding van het Oude Diep op, en nu mag de beek weer vrijelijk meanderen.