Hunebed Highway: touren door Drenthe

Ontdek de "route 66" van het noorden!

Tekst: Ankie Lok | Fotografie: Adobe Stock

Dit verhaal verscheen in Noorderland 2021-5

N34, wie kent die naam nog? Hunebed Highway heet het tegenwoordig, zelfs op de TomTom. Tientallen kilometers dwars door de Hondsrug in provincie Drenthe. Welke bezienswaardigheden vind je langs de weg? Ontdek de hotspots op een veelzijdige dagtocht.


Ze zeggen weleens: het gaat niet om het doel, maar om de reis. Toch staan we daar zelden bij stil in onze alledaagse ritjes. Je moet naar je werk, je gaat op bezoek bij familie of vrienden. De weg is dan vooral een nuttige verkeersader. Niks bijzonders.

De grap van de Hunebed Highway is al evenzo dat het eigenlijk helemaal niet gaat om de weg. ‘Je hoopt dat mensen er níét keihard overheen rijden, maar dat ze afslaan en gaan kijken,’ zegt Harrie Wolters, directeur van het Hunebedcentrum in Borger. Interessanter dan het asfalt is immers het mooie gebied links en rechts ervan: de Hondsrug. In 2015 kreeg dit een Unesco-status als Global Geopark, zoals in België de Ardennen, waar geologisch erfgoed een prominente plek heeft.

Speerpunt zijn natuurlijk de hunebedden. ‘Je hoeft maar op de kaart te kijken: bijna allemaal liggen ze op en om de Hondsrug, bij dorpjes, die vroeger ook al met elkaar verbonden waren.’

Hunebed Highway

Hoog en droog

Vroeger zag het landschap van de Hondsrug er nog heel anders uit. Landijs stuwde 150 duizend jaar geleden de bodem op, met als resultaat een hoogte van keileem en dekzand. Deze rug draagt de sporen van onze voorouders, van duizenden jaren geleden.

Wie nu de Hunebed Highway opdraait, rijdt in feite in die sporen. Wolters: ‘Er liep destijds over de Hondsrug – hoog en droog – ook al een route; de prehistorische A1 van Nederland.’ En dat is niet eens overdreven, legt hij uit: ‘Er was nogal wat verkeer op die weg. De Randstad stond nog half onder water, Drenthe was een van de drukste gebieden van Nederland.’

De Hunebed Highway helpt om het historische verhaal opnieuw te vertellen. De naam werd bedacht door Wolters’ voorganger Hein Klompmaker, die het wel een jaar of tien moest pluggen. Toen het beheer van de N34 overging van overheid naar provincie bleek de tijd rijp: de provincie omarmde het idee, dat knipoogt naar de beroemde Route 66 in de Verenigde Staten.

In 2018 werd de weg officieus omgedoopt. De borden in de berm, in Amerikaanse stijl, bleken een collector’s item. Ze worden nog steeds gestolen, een kostenpost voor de provincie. De originele verkeersborden winnen het domweg van de replica’s, die onder meer in het Hunebedcentrum verkocht worden, net als mokken, stickers en sleutelhangers.

De Hunebed Highway symboliseert vooral verbinding, vindt Wolters. Tussen de dorpen, de natuur en de verhalen. ‘20 jaar geleden was de Hondsrug versnipperd: er werd niet samengewerkt, gemeenten deden hun eigen ding, er werd toeristisch niets mee gedaan. In een onderzoek is de inwoners weleens gevraagd de Hondsrug te tekenen. Dat klopte vaak ook helemaal niet, mensen wisten amper hoe het gebied er precies uitziet. Het was een merk zonder lading. Dat is inmiddels wel veranderd.’

Hunebed Highway

Afwisselende route

Het verbeterde begrip van de Hondsrug begon zich vóór corona af te tekenen. Het Hunebedcentrum trok steeds meer internationale bezoekers van ver weg, uit Canada, Amerika, Australië en Israël. Voor het thema “prehistorie” ontstaat steeds meer belangstelling, constateert Wolters, en Amsterdam lijkt toeristen meer naar buiten te duwen. ‘Als je uit Amerika komt, is twee uur rijden niks.’ Hij lacht: ‘Dus als je een cirkel trekt om Amsterdam en je wilt niet in de Noordzee belanden, dan kom je al gauw in Drenthe uit.’ “Hunebed” is voor de internationale toerist wel een moeilijk woord, maar met het stoere Dutch Dolmens lijkt daar nu ook een oplossing voor bedacht.

Wolters hoopt wel dat de provincie de bewegwijzering nog wat verbetert. Want dat krijgen ze te horen bij het Hunebedcentrum: vanaf de weg zie je helemaal geen hunebedden, waar zijn ze dan? Tegelijkertijd is dat juist het mooie, zegt Wolters: ‘Ze liggen verscholen in het landschap, je moet er wel even wat voor doen. En ze hebben allemaal wat, groot of juist kleiner, in dorpjes of midden in de natuur.’

Zijn geheimtip? Enkele groepjes vindt hij toch wel heel bijzonder: de “Tweeling van Drouwen” (D19 en D20), en bij Bronneger liggen vijf hunebedden bij elkaar (D21 t/m D25), inclusief het allerkleinste.

Die afwisseling vindt hij ook het leuke van de hele Hunebed Highway. ‘Je wandelt zó de natuur in, maar je kunt ook naar musea, zoals het Veenpark, en natuurlijk naar Wildlands. En vergeet niet de prachtige, typisch Drentse dorpjes zoals Eext of Exloo.’ Al gaat het niet om de Hunebed Highway zelf, Wolters vindt het wel een móóie weg. ‘Het heeft niet dat drukke, het geeft echt een vakantiegevoel.’ Toch heel anders dan in de prehistorie.


Laatste nieuws