Bron: Visit Groningen, Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed | Fotografie: Milos / Adobe Stock
De eierbal. Wat ons betreft hét culinaire icoon van Groningen. Het lijkt zo simpel, een hardgekookt eitje in een smeuïge kerrieragout, gefrituurd tot knapperige perfectie, en toch verveelt 'ie nooit, die Groninger eierbal. We duiken in de geschiedenis van deze snack en delen een recept met je.
De eierbal (of op z'n Gronings, aaierbal) is een typische naoorlogse snack, geboren uit zuinigheid. Het was voedsel dat de maag goed vult, gemaakt met ingrediënten die makkelijk verkrijgbaar waren. Daarnaast was het een goede manier om restjes brood te verwerken: de eierballen werden gerold met fijngemaakt oud brood dat in water werd geweekt of tot paneermeel werd vermalen.
Wanneer de eierbal precies is ontstaan en wie 'm het eerst verkocht, is niet duidelijk. Een van de oudst bekende recepten komt uit 1947 en is van een bakker uit Stad, die later een cafetaria opende. Een paar jaar later was de eierbal een doorslaand succes en werd hij overal verkocht: in lunchrooms, cafetaria's en automatieken.
Nog steeds is de eierbal bij velen geliefd. Of je nu student, Groninger of toerist bent: de vette hap gaat er goed in na een avondje in de kroeg, maar ook zomaar tussendoor of bij een bakje patat smaakt 'ie heerlijk. Een echt Gronings icoon met een bijzondere status, want de eierbal is opgenomen in de lijst met Nederlands Immaterieel Erfgoed van Unesco. De Groningen Store liet zich erdoor inspireren voor een bijzondere chocoladereep, die we op de redactie hebben getest. Toch kan er wat ons betreft niets tippen aan de echte klassieke eierbal, en daarom delen we het recept met je.
Ingrediënten
Voor de ragout
- 65 g tarwebloem
- 1 tl kerriekruiden of anders naar smaak
- 1 tl gemalen mosterdzaad of anders naar smaak
- Gedroogde of verse peterselie
- 32 g ongezouten roomboter
- 250 ml koude kruiden- of groentebouillon
- 4 middelgrote eieren
Voor het paneren
- 50 g bloem
- 1 ei, losgeklopt
- 50 g paneermeel of broodkruim
Zo maak je de eierbal
- Begin met de ragout: doe de bloem in een kom en roer de specerijen en peterselie erdoor.
- Smelt de boter in een pannetje en voeg zodra deze gesmolten is het bloemmengsel toe. Zet het vuur laag en roer gedurende 3 minuten goed door. Let erop dat het niet aanbakt of te donker wordt.
- Schenk er dan, al roerend met de garde, beetje bij beetje de groentebouillon bij en laat enkele minuten inkoken tot een stevige ragout. Breng op smaak met peper en zout.
- Schep de ragout in een schaal, dek af met huishoudfolie en laat afkoelen tot kamertemperatuur. Laat vervolgens 5 uur opstijven in de koelkast.
- Vlak voordat de ragout klaar is, ga je verder met de eieren. Kook de eieren in ongeveer 6 minuten hard, laat schrikken onder koud water en pel ze. Dep de eieren een beetje droog.
- Verdeel de ragout in 4 gelijke porties van ongeveer 80 gram. Bestuif je handen met wat bloem. Maak balletjes van de ragout en druk ze plat. Bestuif ook de eieren met een beetje bloem en vouw de ragout gelijkmatig om het ei heen.
- Wikkel de eieren in huishoudfolie en laat 24 uur opstijven in de koelkast.
- Doe de bloem voor het paneren op een platte schaal. Klop het ei los in een kommetje. Doe het paneermeel op een ander bord.
- Haal de eierballen door de bloem, dan door het ei en als laatste door het paneermeel.
- Verhit olie in een (frituur)pan tot 170 °C. Frituur de eierballen ongeveer 5 minuten tot ze goudbruin en gaar zijn. Serveer direct.