Flammkuchen, ook wel tarte flambée genoemd, is van oorsprong een Duits gerecht. Wij geven vandaag een noordelijke twist eraan door Groningse mosterd erbij te gebruiken. En beetje zalm en venkel erbij, en hoppa, een heerlijk en gemakkelijk diner- of lunchgerecht, perfect voor de lente en zomer. Zo maak je het!
Ingrediënten:
- 2 plakken flammkuchendeeg
- 200 gram crème fraîche
- 200 gram zalmfilet
- 1 venkel
- 2 rode uien
- 4 à 5 bosuien
- 50 milliliter (Groningse) mosterd
- handjevol dille
- peper en zout naar smaak
Zo maak je de flammkuchen:
- Verwarm de oven voor op 220°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier en rol het flammkuchendeeg hierop uit. Afhankelijk van de grootte van je bakplaat, kan het nodig zijn om de twee flammkuchenbodems in twee rondes te bakken.
- Was de venkel, snijd de harde kern eruit en snijd daarna in kleine stukjes. Bak dit zo’n 3-5 minuten in wat olie op hoog vuur. Pel en snijd de rode ui in halve ringen en snijd de bosui ook in dunne ringetjes.
- Bestrijk je flammkuchen met de crème fraîche. Bestrooi dit met de venkel, rode ui en bosui en verdeel de zalm over de flammkuchen. Breng op smaak met wat peper en zout.
- Bak je flammkuchen voor 15-20 minuten in de oven, totdat deze goudbruin en knapperig is.
- Maak ondertussen de saus: snijd de dille fijn en meng dit met de mosterd. Verdun dit sausje eventueel met een beetje water.
- Haal de flammkuchen uit de oven en besprenkel deze vlak voor het serveren met de mosterd-dille dressing.
Culinair
- Kookfans
- Adobe Stock