Tekst: redactie Noorderland | Foto: Adobe Stock
Groningen, de provincie van de eierbal, de idyllische (wierde)dorpjes, de nuchtere inwoners en... hun opvallende taal. Eerder namen we al typisch Groningse uitspraken onder de loep. Dit keer delen we de meest opvallende en meest hilarische woorden die we uit het Groninger dialect kennen. Raad jij de betekenissen ervan? Komen ze!
1. Geliekproater
Hopelijk heb je 'm niet nodig: een geliekproater is een advocaat.
2. Flipperkassie
Een flipperkassie is de afstandsbediening van de tv. Deze wordt ook weleens knoalflipper genoemd.
3. Snoetjekovvelen
Misschien kun je de betekenis van dit woord al bijna raden: "snoetje knuffelen" betekent zoenen in het Groninger dialect.
4. Plofpuut
Deze vind je (hopelijk!) in iedere auto: een airbag.
5. Kledderpuut
Nog zo'n "puut", maar dan een héle andere. Kledderpuut betekent namelijk condoom.
6. Pluumklappen
Zullen we een potje pluumklappen? Oftewel, een potje badmintonnen?
7. Knolscheuren
Als je gaat knolscheuren ga je paardrijden.