Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: Peter Arno Broer, Adobe Stock
Tienduizend jaar al zijn er overtrekkende stormen en wandelende duinen. Er is tijd en getij. Afslag en aanwas. Altijd en eeuwig rolt de zee, de zee die kustbewoners dwingt tot meebewegen. Wie hier wil blijven schikt zich. Ondanks die grilligheid verleidt het ongerepte, de weergaloze schoonheid. De Wadden vormen een verankerd thuis aan eilanders, en een haven van verlangen voor vastelanders. Schrijver Mathijs Deen beschreef het zelf en nog heeft hij alle antwoorden niet. Dát is de mystiek van de Wadden.
Zeg je De Wadden, dan zeg je Mathijs Deen (61). Sinds hij lezend Nederland ruim een decennium geleden verblijdde met zijn geschiedkundige liefdesverklaring aan het kustgebied, groeide de auteur uit tot orakel van “die andere wereld” aan de overkant. Knappe prestatie voor een jongen uit Twente.
Gelukkig is zijn fascinatie voor het Werelderfgoed permanent, zodat hij ons sinds een paar jaar verrast met heuse waddenthrillers. ‘Wat ik die eerste keer op een eiland voelde verdwijnt nooit. Die ervaring is als een blijvende afdruk in mijn ziel.’
Het huppeltje
Vanachter een gigantische microfoon spreekt Mathijs Deen een item in voor OVT, het geschiedenisprogramma van de VPRO. Zijn stem heeft de vertrouwde klank van een vriend die vaker over de vloer komt en zijn verteltrant nodigt radioluisteraars uit om diep in het verhaal te duiken, om mee kopje onder te gaan met de onderzoeksjournalist die hij óók is. In opperste concentratie aan het werk in zijn eigen “mancave”.
Altijd kijkt daar vader Deen mee – hij overleed in 2010 –, ingelijst aan de wand van dit schrijvershuisje. Het gezinshoofd was een wat gesloten man tijdens de jeugd van Mathijs, beginjaren 70, iemand die niet snel zijn emoties toonde. Maar uitgerekend aan die vader zag de zoon voor het eerst hoe mensen op slag veranderen zodra ze aankomen “in die andere wereld”.
Op een willekeurig Waddeneiland, daar waar het leven niet wordt geregeerd door de tijd, maar door het tij. Veel mannen van zijn vooroorlogse generatie koersten met de kaken op elkaar behoedzaam en plichtsgetrouw door het leven, schrijft Mathijs in de proloog van zijn alom geprezen boek De Wadden. Maar eenmaal op de veerboot naar Vlieland gebeurde er iets uitzonderlijks: vader Deen ontspande. Uit De Wadden: En toen we diezelfde middag gezamenlijk over bospaden het dorp verlieten en na een half uurtje onder de bomen uitliepen en het open duinlandschap zich voor ons ontvouwde, toen gebeurde het onvoorstelbare. Mijn vader maakte een huppeltje. ‘Dat,’ zegt Mathijs , ‘hadden we nog nooit gezien.’
Geluk, licht en ontspanning
Toen was het zaadje geplant. Een liefde voor het leven geboren. Met dank aan de huisarts die Mathijs’ oudste broer met een longaandoening in de spreekkamer kreeg – de jongen was vaak benauwd – en waar hij zijn tobbende ouders had geadviseerd ‘om eens met hem naar een Waddeneiland te gaan.’ De zuivere lucht, de zee, ja dat zou hem goed doen. ‘Vlieland is heel aardig’, opperde de dokter, want daar kwam hij zelf als kind al graag.
Zo kon het gebeuren dat het gezin Deen hun Twentse dorp – ‘de zee was ver weg’ – uitreed om in het verre Harlingen de eerste boot te halen. De rest is geschiedenis. Vanaf dat eerste, magische bezoek keerde het gezin elk jaar terug naar hetzelfde eiland, ‘al was mijn broer al lang over zijn aandoening heen’. Altijd in hetzelfde huis, nu eens met familie, dan weer met vriendjes, vriendinnen in het kielzog. In De Wadden schrijft hij: Telkens voor een korte periode van geluk en licht en ontspanning. De terugtocht naar de wal viel ons allen zwaar.
Meer lezen
Verder lezen? Het volledige interview met Mathijs Deen verscheen in Noorderland 2024-2. Deze speciale waddeneditie is nu te koop via onze webshop en ligt nog tot 28 maart 2024 in de winkels. In deze nieuwe editie lees je onder andere ook over Nationaal Park Lauwersmeer, sommen we de leukste (uit)tips en adressen op en bezoeken we Borkum. Haal dit nummer dus snel in huis!