Deel 2: Wintergasten in het noorden

Er zijn genoeg wintervogels die een stuk minder opvallend of bekend zijn.

Onze gevleugelde wintergasten komen meestal uit het noorden. Verdreven door kou en sneeuw, hopen ze in ons land op wat mildere omstandigheden en vooral op voedsel. De meest in het oog springende wintergasten in ons land zijn misschien wel de ganzen, maar er zijn ook vogels die een stuk minder opvallend of bekend zijn. Vorige week kon je deel één al lezen. Vandaag is het tijd voor deel twee!

Keep
Een keep hoor je meestal voordat je hem ziet. Het geluid is een hard en nasaal Kèhhp. Ze trekken rond in grote groepen langs akkers, samen met vinken, sijzen en andere vinkachtigen. Vooral landerijen waar een deel van het graan is blijven staan zijn erg in trek. De keep lijkt behoorlijk op de bij ons ook erg algemeen bekende vink, maar het zijn de details die het hem doen. De mannetjes hebben een oranje borst en een kop die wel een beetje ‘aangebrand’ lijkt. De vrouwtjes, zoals op de foto, zijn vooral te onderscheiden van vinken door de subtiele oranje zweem op de vleugels. En ja, ze zijn ook gek op de zaadjes van elzen.

Ruigpootbuizerd
De ruigpootbuizerd is een lastige jongen om te herkennen. Deze wintergast uit Scandinavië lijkt sterk op onze ‘eigen’ buizerd. Om de verschillen te ontdekken, kun je het beste beginnen bij de jachttechniek. Een ruigpootbuizerd zoekt meestal biddend naar zijn eten. Maar pas op, ook de gewone buizerd staat regelmatig al klapwiekend stil in de lucht. Maar zie je een biddende vogel ter grootte van een buizerd, dan check je met je kijker een aantal kenmerken. Zoals de witte staart met een scherpe zwarte band, de vaak wat donkere borst, de zwarte polsvlekken en niet te vergeten: de bevederde poten. Kun je achter al deze kenmerken een V-tje zetten, dan is de kans heel groot dat je zojuist een ruigpootbuizerd heb gezien.

Roodkeelduiker
Waar zit dat rood op de keel dan? In het winterkleed is dat bij deze prachtige vogel inderdaad niet te zien. In de nazomer verruilen roodkeelduikers hun spectaculaire voorjaarstooi voor een wat minder opvallend winterpak. Maar het blijven prachtige vogels. De roodkeelduiker vind je langs de kust. Vooral als het een beetje stevig gewaaid heeft uit het noordwesten, vliegen er soms honderden langs. Ze zijn ongeveer twee keer zo groot als een fuut. Bij ruw weer zoeken ze soms beschutting in de havens langs de kust. Qua omgeving een scherp contrast met de idyllische Scandinavische bosmeertjes waar ze broeden.

Steenloper
De steenloper doet zijn naam eer aan. Ze lopen graag over stenen op zoek naar iets eetbaars. Daarvoor draaien ze geregeld een steen of een schelp om. Turnstone heten ze dan ook in het Engels. Zoals zo vaak het geval is bij vogels, zoeken ook steenlopers elkaar in de winter graag op. In een groepje heb je minder kans om gepakt te worden door een roofdier, simpelweg omdat er meer ogen zijn om op te letten. Wie met de boot naar een van de Waddeneilanden gaat moet maar eens opletten in de havens. Hier struint bijna altijd wel een groepje van deze prachtige vogeltjes rond.

Waterpieper
De waterpieper is misschien wel mijn favoriete wintervogel. Niet omdat hij nou zo opvallend mooi is, maar omdat hij me doet denken aan de bergen van Zwitserland. De waterpieper broedt namelijk in de Alpen en is een van de weinige bergvogels die in de winter naar het noorden vliegt. Je vindt hem bij ons vooral in drassige gebieden, maar je moet wel goed zoeken. Hij lijkt bovendien nogal op de oeverpieper. Meestal is het dan ook zijn eenvoudige geluidje dat hem verraadt. Maar áls ik dat roepje hoor, ben ik binnen een fractie van een seconde met mijn gedachten in het prachtige berglandschap waar de Waterpieper ’s zomers broedt.

Bron: Aaldrik Pot | Beeld: iStock

Laatste nieuws