Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: Brend Schuil - Dutchman Media
Geen kerstdiner is compleet zonder cranberry's. Maar vóórdat het rode goud als compote of jam op je bord ligt te pronken, zijn er al gigantisch veel manuren vooraf gegaan aan oogst en productie. Ontzagwekkend handwerk van een team ervaren eilanders. Terschellingers wel te verstaan. Want “hun” cranberry hoort bij de eeuwenoude eilandtradities zoals de zee bij het strand.
Cranberry's op Terschelling
Het was een warme nazomerdag in september waarop De Grote Pluk losbarstte. Een jaarlijks terugkerend karwei dat op Terschelling met hoofdletters wordt geschreven en gelijk staat aan zwoegen, zweten en op karakter doorgaan. De lage heide kleurde al dieprood tot zover het oog reikte en er leek geen tijd te verliezen; buffels van kerels poetsten hun ingesleten vaardigheden op.
Lange dagen regen zich in een moordend tempo aaneen in de talrijke duinvalleien van west naar oost. Mannen met gekromde ruggen domineerden wekenlang het landschap van het Groene Strand tot ver op de Boschplaat, gewapend met alleen een plukbak, een paar jute zakken en hun eigen twee handen. De Grote Pluk is zeker geen klus voor doetjes.
‘Iedereen doet een jasje uit’
‘Monnikenwerk,’ beaamt Hans van Keulen, de 44-jarige directeur van Cranberry Terschelling terwijl hij voorgaat in de verzamelloods op West. Aan het eind van elke plukdag rijdt hier de grote kar voor, worden alle jute zakken – tjokvol bessen! – uitgeladen en mogen ze een nachtje drogen. De ochtend erop worden de cranberry's verwerkt, gesorteerd en schoongemaakt; ontdaan van zand, takjes en blaadjes gaat de voorraad in grote zakken naar de eigen fabriek in Harlingen.
Hans heeft in de piektijd zo’n 20 vaste plukkers in het veld staan. Stuk voor stuk doorgewinterde gasten die van wanten weten, met fanatici ertussen die scoren met dagopbrengsten schommelend rond de 800 kilo. ‘Een vast team van serieuze eilanders. De jongste is begin 20, de oudste in de 80. Na de eerste dagen komen ze gebroken hun bed uit ’s morgens, want dit werk is een aanslag op je lijf. Na de oogst heeft iedereen echt een jasje uitgedaan, hoor.’
Een erebaan
Dat geldt trouwens ook voor de heideplantjes in de natte duinvalleien (“plakken” op Terschelling) waaraan de cranberry groeit. “Hotspots” zijn bijvoorbeeld Douwkesplak, de Koegelwieck, de Driesprong, Paal 5. Een paar hoofdterreinen met veel rendement. ‘En verder kijken we maar gewoon wat de natuur ons geeft’. Hans van Keulen schat dat de teller ‘ergens tussen de 150.000 en 200.000 kilo’ uitkomt dit seizoen. Dus jawel, het is een goed cranberryjaar!
De halve wereld wil wel komen plukken. Hans knikt instemmend: ‘Ja, er is een wachtlijst’, maar die taak is en blijft voorbehouden aan de “happy few”. Eigen mensen. Jongens en mannen die het ambacht met de paplepel kregen ingegoten. ‘Dit seizoen hadden we een vader, zijn zoon én kleinzoon in ons team.’ Plukker op Terschelling is een geuzennaam. ‘Een erebaan, hoewel die loodzwaar is. Maar niet iedereen komt ervoor in aanmerking. Je hebt een streepje voor met een opa of vader die vroeger ook plukte, ook dát is traditie. Belangrijk voor ons is dat de routiniers weten wat ze doen en dus geen schade aan de natuur aanrichten.’
Verder lezen?
Het volledige verhaal over "het rode goud" van Terschelling verscheen in Noorderland 2023-8. Deze editie is nu te koop via onze webshop en ligt nog tot 9 januari 2024 in de winkels. In deze nieuwe editie lees je onder andere ook over de Havixhorst in Drenthe, de midwinterhoornblazers uit Westerwolde en het bijzondere museum Møhlmann in Appingedam. Haal dit nieuwe nummer snel in huis!