Mysterieus Marnehuizen

Het grootste militaire oefendorp van Europa, Marnehuizen, ademt een spooky sfeertje.

Dit artikel verscheen in Noorderland 2019-2.

Je stapt binnen bij de slager, de bakker of supermarkt, maar het is er akelig leeg. Verspreid in het centrum vind je het café, een benzinepomp en bedehuis. De school is open. Toch volgt niemand hier les. Want in Marnehuizen woont geen mens, deze modelwereld bestaat niet écht. Het grootste militaire oefendorp van Europa ademt een spooky sfeertje. 

Toen dit alles nog onder De Marne viel, was het gefingeerde “Marnehuizen” feitelijk het 22ste dorp dat de voormalige gemeente rijk was. Sinds 1 januari van dit jaar is De Marne samen met Bedum, Winsum en Eemsmond opgegaan in Het Hogeland en aan de westkant van die nieuwe mammoetgemeente ligt oefendorp Marnehuizen. Een surreëel ogende enclave van een kleine 150 objecten – woningen, bedrijfspanden en andere gebouwen –, ingeklemd op de landtong tussen Lauwersmeer en Waddenzee. 

Geen levende ziel

Vooropgesteld: Marnehuizen bestáát niet! Oké, het heeft wel een eigen treinstation met spoorwegovergang, een bank en industrieterrein in bedrijf, zelfs een ondergronds rioolstelsel en een begraafplaats voor eeuwige rust. Zo links en rechts staan auto’s. Het straatmeubilair verraadt een leven van alledag: glasbakken en afvalcontainers, parkeerplaatsen, verkeersborden, lantaarnpalen en straatnaamborden. Eigenlijk niks wat er níet thuishoort. Nou ja, een oude telefooncel valt op in het straatbeeld. Maar voor de rest? Dit lijkt een doodgewone Hollandse Vinex-wijk, huizen op een rij met tuintjes en schuttingen ervoor, een kerk in het midden. Toch is dat schijn. Zoals alles in Marnehuizen nep is. Het notariskantoor is altijd verlaten. De huisarts houdt heus geen spreekuur en de wagons op dat doodlopende stukje spoor komen nóóit van hun plek. Als de rook van bommen en spervuur is opgetrokken en er niet geoefend wordt, zie je hier geen levende ziel. Hooguit een koppeltje reeën dat vanuit de boszoom nieuwsgierig dichterbij komt. Eén windvlaag en ze schrikken op van de luiken, die spookachtig in hun metalen sponningen klapperen.

Halve wereld oefent hier

Het is een loodgrijze dag in Marnehuizen waar we, bij hoge uitzondering, een kijkje achter de schermen krijgen. Het tafereel is naargeestig. Zelfs geen hond te zien in dit zielloze dorp. Deuren in het slot, luiken dicht, een reclamezuil prijst denkbeeldige waren aan voor de ingang van een desolaat winkelpand. Het lijkt de post-apocalyptische scène uit een sciencefictionfilm. Het einde der tijden? Oh nee, gelukkig, daar bewegen er nog een paar in het hoge gras. En bij de deurpost meldt zich keurig een “gewonde” af. 

Nu zijn toevallig de Denen over de vloer – de manschappen bivakkeren in de nabijgelegen Willem Lodewijk van Nassaukazerne, wel zo praktisch – maar het oefendorp is 48 weken per jaar bezet door allerhande binnen- en buitenlandse strijdkrachten en (hulp)troepen van ander kaliber. Decor voor politie, brandweer, antiterreureenheden, FIOD, reddingshondenbrigades en zelfs scouts die Marnehuizen afhuren; de halve wereld komt hier om in alle rust en afzondering te oefenen. Hoewel, afzondering…? Het grote publiek is hier nooit ver weg. Op een hanentree van het strijdtoneel ligt een aantrekkelijk netwerk van recreatieve routes, samengesteld door terreinbeheerders Defensie en Staatsbosbeheer samen: met paden voor wandelaars, ruiters, (terrein)fietsers en rolstoelers. Al moeten die gebruikers wel hun plek weten. Daarover zo meer.

Vredesmissies en conflicten

Internationale infanterie-eenheden bereiden zich in Marnehuizen voor op wereldwijde vredesmissies in verstedelijkt gebied of ze  spelen er levensechte scenario’s van grootschalige conflicten na. Niveau 4, in vakjargon. Dat wil zeggen: geschikt voor een complete compagnie van een paar 100 man. Dat is uitzonderlijk in ons land. Wat militair oefenterrein de Marnewaard (zo’n 1500 hectare) zo bijzonder maakt, is de combinatie van land, water én ruimte voor luchtverkeer: geavanceerde heli’s als Apaches en Chinooks mogen hier vrij vliegen en landen. Ze maken “even” een lus vanaf Vlieland over de Waddenzee, scheren in duikvlucht over het oefendorp en keren weer terug naar de basis. Dat kan in dit dunbevolkte landsdeel. Dan is er nog het praktisch gemak van een haven in de nabijheid (Lauwersoog) waar de marine kan aanmeren én de infrastructuur van een levensecht dorp: Marnehuizen. 

Landrovers en rupsvoertuigen zijn hier kind aan huis. Er zijn doorwaadbare plaatsen waar tanks hun acties aan de oevers van een rivier kunnen simuleren en plekken waar door de genie bruggen kunnen worden gebouwd die “gesprongen” zijn. Even verderop kan het Defensie Expertise Centrum Counter IED (dat staat voor improvised explosive device) door “de vijand” verstopte bermbommen detecteren. Er is een royale eigen schietbaan en op een steenworp afstand een legeringsgebouw waar 550 militairen terecht kunnen. In de eigen leslokalen kan ook serious gaming geoefend worden, met een gedigitaliseerd Marnehuizen op je beeldscherm.

Veegschoon opleveren

Terreinopzichter John en beheerder oefendorp Henk (de mannen hebben hun achternamen liever niet vermeld) leiden rond. De eerste was in 2000 nauw bij de bouw betrokken en oefende hier ook z’n eigen missies voordat hij daadwerkelijk werd uitgezonden, de laatste opereert nu al een kleine 20 jaar als rentmeester van het complex dat na elk gebruik weer netjes moet worden opgeleverd. Daarin is Henk streng zoals het een echte huisbaas betaamt. ‘Dit is het schoonste dorp van Nederland,’ zegt-ie met onverholen trots. En daar ziet hij graag hoogstpersoonlijk op toe. ‘Eenheden moeten het dorp zelf schoonhouden, bij vertrek wordt elke ruimte geïnspecteerd.’ De standaard? Veegschoon, met zachte bezem. Henk licht toe: ‘Er moet geen zand meer liggen, want dat wordt vochtig. Geen rommel achterlaten voor de volgende.’ Hij vindt het niet meer dan logisch. ‘Thuis ruim je toch ook je spullen netjes op?’ De huisregels “opleveren oefendorp” zijn dan ook vergelijkbaar met het protocol bij een vakantiewoning, al slingert daar doorgaans geen munitie. Het pad vegen en in de omgeving sporen wegwerken. Munitieresten en zwerfvuil in het gehele dorp verwijderen. Afval gesorteerd inleveren (denk aan het milieu!), munitie, hulzen en resten afvoeren.

Zorg voor de natuur

Een ander belangrijk punt is de zorg en aandacht voor de natuur waar de militairen en andere oefenteams middenin zitten. Nationaal Park Lauwersmeer valt onder Natura 2000, beschermde natuur, het grenst aan de oostzijde aan het militair oefenterrein de Marnewaard. ‘Het is altijd zoeken naar de balans, je moet soms schipperen,’ vertellen Henk en John. ‘De militairen moeten hun doelen halen en de eenheid moet na oefening uitzendingsgereed zijn, maar de belangen van de natuur waar je gebruik van maakt wegen óók zwaar.’ Dat is soms frustrerend, omdat niet alle gebruikers evenveel rekening houden met alles wat groeit en bloeit. ‘Het beheer is onze taak. Wij maken ons sterk voor behoud van het totale gebied.’ Henk kan op momenten enorm van zijn bijzondere werkomgeving genieten: ‘Zeker als je ’s ochtends vroeg begint, de nevel nog niet opgetrokken is en de reeën staan midden in het oefendorp, de zwaluwen zijn druk bij hun oevernesten, de struiken staan in bloei. Het is puur natuur, prachtig. We hebben vleermuizen, bijenkasten, zeldzame orchideeën.’

Gedimd licht voor “dark sky”

Die zorg voor de leef- en trainomgeving werkt in alles door. Gescheiden afvalinzameling bijvoorbeeld en een compleet nieuw lichtsysteem met ledverlichting. Defensie is een van de tientallen organisaties en bedrijven die meehelpen om de lichtvervuiling in het Waddengebied terug te dringen. ‘Daar kun je best rekening mee houden,’ zegt John. Op het terrein van zijn kazerne als ook in Marnehuizen is flink geïnvesteerd om de geeloranje lampen te vervangen voor led, met alle positieve gevolgen van dien. ‘Belangrijk in ons gebied dat de Dark Sky Park-status heeft,’ beseft John. De voordelen van zijn legio: het licht kan tot 20 procent worden teruggebracht en gedimd op plaatsen waar geen vol schijnsel nodig is en er zijn tijdschakelaars aangebracht zodat de lampen in het oefendorp niet nodeloos nachtenlang blijven branden. ‘Je kunt hier nog echt genieten van een donkere sterrenhemel en dat is bijzonder in ons land.’

Gastvrij, geen speeltuin

Je zou het misschien niet direct denken, maar juist dankzij het militair gebruik behoort een oefen- en schietterrein als de Marnewaard tot de mooiste natuurgebieden van ons land. ‘Let maar eens op,’ zegt John, ‘de natuur bloeit overal op. We controleren ook scherp op het gebruik van paden; tanks mogen niet overal dwars doorheen rijden. Daar zijn de rood-witte markeringspaaltjes voor.’

Pantserwagens van 100 ton rijden wel door de straten van het oefendorp (die dan ook met beton zijn verstevigd), maar blijven op gebaande paden. De grenslijn tussen militair en recreatief gebruik is soms flinterdun. ‘Er is altijd een spanningsveld tussen toegankelijkheid en geslotenheid,’ zegt de terreinopzichter. ‘Een kwestie van maatwerk. Defensie en burgers, dat gaat hier prima samen, we zijn zeker flexibel en gastvrij waar het kan. Maar dit is geen speeltuin.’

Straten uit Rotterdam

Rond 1990 werd al een klein stukje, het oudste deel van dit oefendorp gerealiseerd. ‘Vredesoperaties zoals die in Bosnië speelden toen dit gebouwd werd,’ vertelt John, ‘er was behoefte aan een realistische oefenlocatie en dit is de blauwdruk van een willekeurig dorp. We wilden het echte leven in verstedelijkt gebied nabootsen, om de manschappen voor te bereiden op wat ze tijdens hun missie zouden aantreffen.’ Sinds 2002 is het dorp in z’n huidige vorm en omvang operationeel. Een dorpskern met industriegebied ernaast, zodat de eenheden ook kunnen oefenen voor werk met gesimuleerde chemicaliën en gifdampen. Wat opvalt is het stratenplan van Marnehuizen: Blaak, Hofplein, Prinsen Hoofd, Haringvliet, Van Brakelstraat. ‘De namen zijn geïnspireerd op Rotterdam en op de gebombardeerde wijken.’ In de “echte wereld” mag de naam van een roemruchte VOC’er geregeld ter discussie staan, ‘hier hebben we nog gewoon een Witte de Withstraat…’

Schade in het dorp

Opgelet! Achter de huizenblokken gaat een rookbom af. In de ontstane mist zoeken militairen geroutineerd hun weg. Tijd voor actie. ‘Als zo’n eenheid hier klaar is ligt de modder soms 20 centimeter dik op de weg, zie je overal rollen draad en is de wijk bezaaid met autowrakken.

Verboden én vrij

Het oefendorp Marnehuizen is – vanwege de veiligheidsrisico’s – verboden terrein voor burgers, maar je mag wél tot vlakbij het dorp komen en daar vind je genoeg mooie, vrij toegankelijke wandelwegen, fietspaden en een ruiterroute. Nationaal Park Lauwersmeer grenst aan de oostzijde aan het militair oefenterrein de Marnewaard, waar Marnehuizen deel van uitmaakt. Een uitgestrekt gebied waar het heerlijk recreëren is. Als er (schiet)oefeningen zijn, wordt dat duidelijk aangegeven d.m.v. rode vlaggen en/of lichten en zijn sommige delen afgesloten voor publiek.

Bron: Jolanda de Kruyf | Beeld: Jolanda de Kruyf

Laatste nieuws