Op de pedalen voor de pieper

Het Pieterpad, ja dat kennen wandelfans wel. Maar heb je ook al eens van het Pieperpad gehoord?

Dit artikel verscheen in Noorderland 2016-4

Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: JDK en iStock

Het Pieterpad, ja dat kennen wandelfans wel. Maar heb je ook al eens van het Pieperpad gehoord? Met de P van piepers én van pedalen. Want deze lange-afstandsroute, met een flinke Friese lus langs biologische boerenbedrijven, lekkere winkeltjes, ambachtslieden, restaurants en landelijke B&B’s leg je op de fiets af. Bandjes oppompen dus en op zoek naar de fijnste aardappel.

Het officiële Pieperpad telt vier uitgestippelde tracés in Friesland die grotendeels langs de kust voeren. Maar er is natuurlijk niets leuker dan van de gebaande paden af te wijken en je eigen koers te varen, eh rijden. Zo kom je nog eens ergens. In onverwacht leuke dorpjes en stadjes, waar het prima pauzeren is. Tip: neem meteen een streeksouvenir mee, iets wat in de fietstas past. 

Kwartiertje van het strand

Wij trapten af in Lemmer, Zuidwest-Friesland, op de oprit van Margo en Martien op de Hoek (beiden 59). Bij de Bed & Breakfasthouders van De Stjelp Pleats – voor wie geen Fries spreekt, dat is een stolpboerderij – krijg je meteen het beste van twee werelden. Zadelrust achter de royale boerenhoeve uit 1913, waar het krasse huispaard Elma (ze is al 30 jaar!) tevreden staat te grazen, en gezellige ruis op zo’n kilometer afstand. Het is amper tien minuutjes naar het levendige dorpshart en ook maar een kwartiertje lopen naar het Lemster strand. 

Zelf geen schipper? Hier geniet je toch volop van de pleziervaart. Er is altijd wat te zien op en rond het water. Pak een terrasje, hap in een visje en bekijk de verrichtingen van het drukke bootverkeer rond de sluis. ‘Bootjes en mensen kijken, dat verveelt niet snel.’ Margo maakt haar bezoek graag wegwijs. De Stjelp Pleats biedt vijf gastenkamers, elk met een eigen badkamer, en ligt behalve aan het Pieperpad ook aan de Zuiderzeeroute. ‘Wij merken dat veel mensen die routes in etappes afleggen, bijvoorbeeld een weekendje komen en dan twee keer 25 kilometer fietsen.’ Een jaar of tien geleden openden ze hun B&B en beiden genieten nog elk seizoen van de losse passanten en vaste gasten. ‘Mensen zijn eigenlijk altijd goedgeluimd.’ Ze stappen fris en fruitig ’s morgens op de fiets, na een ontbijt met – uiteraard – écht suikerbrood en andere, Friese specialiteiten, zoals kaas uit de streek. ‘Je merkt dat er steeds meer behoefte is aan biologisch aanbod, dat gasten zich daar meer bewust van zijn.’

Wat je beslist niet mag missen in Lemmer? ‘Het Woudagemaal natuurlijk.’ De stoomreus is ook over de landsgrenzen beroemd, weet Margo. ‘We krijgen veel gasten uit Frankrijk, Spanje, Duitsland, België. Laatst kwamen er Italianen binnen en die vroegen direct: Where is the steamcathedral…?

Wie toch richting centrum trapt, stapt even binnen bij Ecoshop Helder, ook aan het Pieperpad in Lemmer en in 2016 verkozen tot beste, middelgrote biologische winkel van Nederland. Reden genoeg om voor om te fietsen dus. Meer dan voedingswinkel alleen, deze oergezonde supermarkt. Eigenaar Marran Helder wil ook een lichtend voorbeeld voor anderen zijn en de bedrijfsvisie uitdragen. Zodoende organiseert de Ecoshop geregeld lezingen, filmvoorstellingen, proeverijen en aanschuifdiners om mensen bekend te maken met duurzame, biologische, natuurlijke en regionale producten.

IJs van het boerenparadijs 

IJskoud lekkers van de streek. Daarvoor kun je ook goed in Gaasterland terecht, aan de voet van de oude zeedijk. Net buiten het knusse dorpje Oudemirdum ligt ijsboerderij De Bûterkamp, de aanlokkelijke halteplaats van Sjoerd Brandsma (51) en z’n vrouw Akke Breeuwsma (45). Een Pieperpadlocatie zonder piepers, maar vol verhalen over de mooie, biologische bedrijfsvoering. Sjoerd zit daar vol van. Enkele duizenden fietsers ziet ie hier elk seizoen komen aanwaaien, voor een mocca-Beerenburg ijsje, of een romige variant met Boerenjongens, fris sorbet- en yoghurtijs, maar ook voor een kijkje “in de keuken” bij de boer. Een praatje over de 95 melkkoeien die een groot deel van het jaar lekker vrij scharrelen in deze grazige polder – ‘na de eerste snee gras mogen ze naar buiten’ – of tegen de rand van het Jolderenbos. Zeventien jaar alweer wonen en werken ze op deze plek in het sterk toeristische gebied. Aan de horizon kleurt de lucht bont van de kites van surfers; op het boerenerf lepelt de passant een bakje vanille weg. Biologische melk, suiker, roomboter, eidooier en melkpoeder. Eerlijke kost. ‘Er komt geen chemische troep in ons ijs,’ zegt Sjoerd,  ‘alleen natuurlijke toevoegingen van fruit, noten of drank.’

Veel gasten uit de Randstad, die met het veer vanuit Enkhuizen zijn gekomen voor een dagje fietsen aan de andere kant van het IJsselmeer, zien het landschap van glooiende keileembulten en staan versteld. ‘Ze verbazen zich erover dat het hier zo heuvelachtig is. Dat verwachten ze niet in Friesland.’ Sjoerd lacht: ‘En dat ze geen stugge Friezen hebben gezien. Dat valt ook weer mee.’ De bioboer verzorgt graag excursies op eigen erf, om te vertellen hoe het er echt aan toe gaat in zijn sector. ‘Er zijn zoveel (voor)oordelen over mestoverschotten en dierenziektes, dat beeld moeten we echt bijstellen,’ vindt Sjoerd Brandsma. 

De eerste vijf jaar van zijn boerend bestaan had ie een maatschap met zijn vader en broer, ‘toen ik zelfstandig ging werken ben ik ook omgeschakeld; ik zag dat de landbouw qua intensiteit tegen z’n grenzen aanliep en probeer nu vooral het evenwicht te zoeken tussen onze melkveetak, het economische én natuurlijke belang.’

Zo was Brandsma een warm pleitbezorger van weidevogelbeheer. ‘We deden niet anders. Dit was een van de rijkste polders van Gaasterland, ouderwets cultuurland met greppels waar we nooit vroeg maaien. Een ideale biotoop voor de grutto.’ Maar de weidevogelstand is drastisch teruggelopen, merkt de boer. ‘De vos,’ daaraan twijfelt hij niet, ‘de bossen hier wemelen ervan.’ Chemische bestrijdingsmiddelen zijn vanzelf taboe in de biosector. Ook op gebied van botanisch beheer is deze melkveehouder actief. ‘Bloemen en kruiden als natuurlijk medicijn voor onze koeien. Een boeket van speenkruid, zuring, pinksterbloemen, oudere grassen.’

Snuiven aan Stavoren en Hindeloopen

Heeft iedereen z’n portie ijs gehad, de melkrobot van dichtbij gezien, misschien een potje klompengolf gespeeld en een leuk Fries aandenken gescoord in het winkeltje van De Bûterkamp? Dan trappen we weer wat kilometers weg. Voorbij de steile kliffen van Gaasterland volgen we de contouren van het IJsselmeer. Stavoren is – strikt formeel gezien dan – geen Pieperpadpunt, maar ja, het oude (Hanze)stadje is toch echt te leuk om links te laten liggen. Neem even een kijkje in de haven, bij de vloot plezier- en rondvaartboten, aan de voet van het Vrouwtje van Stavoren. In de sage over deze rijke koopmansweduwe die door haar overmoed en hebberigheid tot de bedelstaf verviel en nu voorgoed uitkijkt over het water, ligt een kern van waarheid besloten; het is ook ‘t verhaal over de teloorgang van dit bloeiende stadje aan zee.

Hindeloopen, weliswaar ook geen Pieperplace to be is ook zo’n Elfstedenstadje waar je eigenlijk niet omheen wilt. Ook hier ademt alles nog dat roemruchte verleden aan zee, van grootschippers die naar de Oostzee voeren om jenever en mooie Hollandse stoffen te verhandelen. Neem vooral je tijd. Gasten parkeren hun auto buiten de intieme stadskern, en dat is wel zo prettig voor fietsers en wandelaars die het beschermde dorpsgezicht redelijk  ongehinderd kunnen verkennen. Dit is allemaal onderdeel van de nog jonge fusiegemeente Súdwest-Fryslân, waartoe ook Workum behoort. Een stadje dat meer in huis heeft dan “Jopie Huisman” alleen.

Aan kunst geen gebrek. Keramiek bijvoorbeeld. Het typische bruine Workumer aardewerk, versierd met witte accenten van kleislib, zag je vroeger werkelijk overal. Een handelsmerk van het stadje dat in de hoogtijdagen zelfs enkele tientallen pottenbakkerijtjes aan huis telde. Die tijd is voorbij. Maar nog altijd tref je ateliers en galerietjes met een diversiteit aan artistieke nijverheid achter de goed geconserveerde gevels. 

Koch Pottery is zo’n adresje op ons Pieperpad. Een aanrader aan Merk, in het kloppend hart van Workum waar terrassen in de lentezon baden. Daar huist het ambachtelijke bedrijf van Siete Koch. De gepassioneerde pottenbakker ontwerpt en maakt hier zijn sier- en gebruiksvoorwerpen (ook geschikt voor in de tuin) en geeft geregeld workshops voor liefhebbers. Vóór vind je de winkel van Koch Cadeau, achter de werkplaats van de “meester”.

In dezelfde straat nog een Pieperpunt, It Pottebakkerhûs. Niet, zoals je zou verwachten, de thuisbasis van een keramist, al vind je er wel een permanente expositie van Workumer aardewerk door de eeuwen heen. Achter de klokgevel zit een vegetarisch- en visrestaurant, annex koffie- en theeschenkerij. Voor lunch, diner, High Tea tot High Wine. Alles wat je hier te drinken of te smikkelen krijgt voorgeschoteld is biologisch en bij voorkeur streekgebonden, zo uit de volle grond.

De Aardappel Zonder Naam

Enkele van onze beste nationale piepers worden uit de vruchtbare Friese klei getrokken. Bekende namen? Bildtstar met z’n gladde rode velletje, de Friese Geeltjes, Borgers, het populaire Bintje, de Wadden-aardappel. Maar wat dacht je van de AZN? Jawel, de Aardappel Zonder Naam. Een eigen creatie van Jan Pieter van der Plaats, bioboer in Workum. 

In het centrum verkoopt de Gezond Gemak biologische winkel van Jan Pieter alles wat op zijn landbouwbedrijf (mét boerencamping Sudersé) It Griene Strân verbouwd is. Een familiebedrijf dat in 1950 van de grond werd getild door zijn pake en sinds eind jaren tachtig op biologische leest is geschoeid. ‘Voor het behoud van de puur natuurlijke smaak van onze producten,’ zegt Jan Pieter,
‘omdat we inzagen dat bestrijdingsmiddelen en kunstmest schadelijk konden zijn voor het milieu en voor de mens.’ Inmiddels verbouwt Jan Pieter een scala aan groenten en granen, maar de pieper is toch wel zijn favoriete product. En daar vertelt ie graag over. Het ontwikkelen van de eigen ras was nog niet zo eenvoudig, maar het resultaat ligt in de biosuper en op het boerenerf aan de Slinkewei, en leent zich prima voor een lentestamppotje vanavond.

Aan ’t eind van de rit is het hoofd lekker leeg en raken de fietstassen aardig vol biofood en curiosa. En dan hebben we nog maar een fractie van dat hele Pieperpad gezien én geproefd. Nachtje aan vastknopen dan maar? Misschien heeft Jan Pieter van der Plaats nog een plekje vrij op de camping. 

Ode aan de Bildtstar

Ook een mooi Piepertracé, door een ander stukje Friesland is de etappe Raard-Sint Jacobsparochie. Die is zo’n 44 kilometer lang en voert onder meer langs Het Bildt, de kuststrook aan de Waddenzee die ooit deel uitmaakte van de Middelzee. Een vruchtbaar gebied van zeeklei met dijkdorpjes, vaarten en het beschermde dorpsgezicht van Oude Bildtzijl. Dit is ook de bakermat van de Bildtstar, het beroemde aardappelras met de rode schil. Bijzonderheden in de buurt: Sint Annaparochie (hier trouwde Rembrandt van Rijn in 1634 met Saskia van Uylenburgh), Sint Jacobsparochie (startplaats van het Jabikspaad, de Friese opmaat tot de Camino de Santiago) en buurtschap Zwarte Haan aan de voet van de zeedijk, die geldt als ultieme aftrap voor de “Camino”. 

Laatste nieuws