Dit artikel verscheen in Noorderland 2015-5.
Tekst en fotografie: Gert Tabak
Dicht bij huis en toch even in een compleet andere wereld overzee. Logeren op een eiland blijft een bijzondere belevenis. Zeker op Schiermonnikoog, de kleinste van “onze” vijf. De Lytje Pole leent zich prima voor een mini-vakantie. Zo’n beetje het hele eiland is beschermd Nationaal Park en grotendeels vrij toegankelijk. Genieten dus. Met al je zintuigen op scherp en de camera in de aanslag. En morgen gezond weer op!
Voor mij is het een feestje om op Schiermonnikoog te logeren. Ik kom er al een jaar of vijfendertig en weet onderhand alle mooie plekjes te vinden. Niet dat ik daar naar moet zoeken, want voor mij is dit eiland één grote buitenstudio. Alle onderwerpen die ik graag vastleg op de “digitale plaat” zijn hier ruimschoots voorhanden. Als tuinredacteur focus ik me uiteraard op de honderden soorten wilde planten die hier voorkomen, dankzij de variëteit aan landschappen, maar dat is absoluut niet het enige. Alles lijkt me hier te interesseren. Soms heb ik het idee dat ik met mijn ogen dicht mijn camera naar iets kan richten om een foto te maken: altijd is het boeiend.
Er zijn veel wetenswaardigheden over het eiland te vertellen: over het ontstaan, de bewoners van toen en nu, de verschillende interessante landschappen, de status van Nationaal Park en Werelderfgoed, het verhaal van de watertoren en de vuurtoren, en over het feit dat het eiland zich nog steeds verplaatst. Maar liever neem ik jullie mee op mijn wandelingen over “Schier” om mee te genieten van al het moois dat met de camera is vastgelegd (Nikon D7100 met Nikon lenzen: DX 18-105, ED 70-300 en een 60 mm). Het is dus vooral een visueel uitje geworden.
Paarse gloed
Meestal in mei heb ik orchideeën kunnen fotograferen, maar nu het zomer is zie ik veel andere schoonheden die ik altijd al graag voor de lens had willen hebben. Aan de wadkant, op de kwelder, zijn hele stukken paars van het lamsoor. Wat een overweldigend gezicht. Je raakt er niet uitgekeken. Tip: ga eens een poosje boven op de dijk zitten, met wat lekkers uit de rugtas onder handbereik. Geniet van het prachtige uitzicht. Er komen regelmatig fietsers en wandelaars voorbij die ook de paarse gloed vastleggen. De schapen op de dijk lijken mij wel interessant te vinden, maar toch lopen ze met een boogje om me heen, zich concentrerend op hun voornaamste bezigheid, het gras millimeteren. Op de terugweg nog even langs de jachthaven. Het ritme van de masten van de plezierboten is fascinerend. Inmiddels is het eb geworden. Dat levert een schilderachtig tafereel op van drooggevallen schepen op het wad. Het blijft een bijzonder fenomeen.
Kleine witte elfjes
De volgende dag wandel ik vanuit het dorp een rondje Westerplas. In het moerassige stuk land langs het pad zie ik tussen wat jonge grijze scheuten van de kruipwilg, een paar prachtige schoonheden. Sprookjesachtige bloemen die lijken op kleine witte elfjes met roze vleugeltjes. Het zijn toch een paar orchideeën die later bloeien: de moeraswespenorchis (Epipactis palustris). Deze had ik nog niet in de collectie! Mijn dag is helemaal goed. Ik moet en zal deze plantjes, liggend op mijn buik, van alle kanten vastleggen: Yes!
Ook de roze kattendoorn groeit hier. Niet één, maar massaal staan ze aan het Minne Onnespad, aan de wadkant. Het lijkt een soort brem, maar dan in een andere kleur. Langs de kant van dit pad, slingerend door de struiken, bloeit heerlijk geurende gele kamperfoelie.
Via de Badweg kom je aan het Noordzeestrand, het is heerlijk in de zon op deze dag. Als je op het hoogste punt van de eerste duinovergang staat zie je een tafereel om te schilderen zo mooi, in de impressionistische stijl van de Haagsche School. Rondom het gele strandpaviljoen is het een drukte van belang. Overal zijn badgasten; ze zonnen, vliegeren, spelen in het water, bouwen zandkastelen en zwemmen. Ook dat is genieten; volop zomer!
Steeds meer kleren gaan in de rugtas, de schoenen en sokken kunnen uit. Heerlijk dat warme zand aan je voeten. Tussen de mensen door loop je langs de waterlijn door het lauwe water richting oosten. De gratis schelpenmassage geeft een heerlijk tintelend gevoel. Het uitzicht is van een overrompelende schoonheid. Een intens blauwe lucht met zo nu en dan wat witte schapenwolkjes. De enorme ruimte geeft een geweldig gevoel van vrijheid. Alles moet gefotografeerd: de skyline, het schuimende water, het schitterende licht in het water, een paar steltlopertjes die even uitrusten aan de vloedlijn, een prachtig gekleurde kwal die aangespoeld is, jonge heremietkreeftjes in kleine schelpjes.
Bloemenweelde
Langs de vloedlijn loop je in oostelijke richting. Hoe verder je komt, hoe minder mensen. In de verte zie je de doorgang in de hoge duinen al liggen en daar steek je het brede strand over. Badgasten hebben hier een kleurig kunstwerk gemaakt van aangespoelde rotzooi. Het witte zand wordt richting duinenrij steeds groener. Overal zijn weer jonge duintjes ontstaan en daar vestigen zich meteen nieuwe planten. Tussen het groen van biestarwegras, helmgras of melkkruid staan het roze duizendguldenkruid en de zeeraket; mooie bloemetjes voor een close-up. En wat zijn de hoge duinen hier karakteristiek. Ook dat levert een mooie serie op. Via het Waterstaatpad ga ik achter de duinenrij langs weer terug naar het dorp. Vanaf dit pad kun je ver over de kwelders kijken. Zo nu en dan zie je een vennetje met meeuwen, af en toe een witte lepelaar. En een weelde aan bloemen! Uren kun je hier met je camera stoeien: een boomblauwtje op vogelwikke, gele rolklaver en het hazenpootje, het harig en gewone wilgenroosje, de tere bloemen van de Parnassia, de Spaanse ruiter, en nog veel meer moois krijg je voor de lens.
Strandkiosk op palen
Aangekomen bij strandpaviljoen De Marlijn ben ik niet de enige gast, want het staat er vol met fietsen. De beschoeiing langs het pad van rechtopstaande takken beschermt deze doorgang tegen duinafslag. Diezelfde strakke rij takken maakt ook dat de strandkiosk op palen, verder gelegen op het strand, alle aandacht krijgt op de foto. Mooi, met die strakke, haast mediterrane zee en de zomerse blauwe lucht.
In de buurt van de markante rode vuurtoren staan rietgedekte, vaak witgekalkte, zomerhuisjes waar het heerlijk bivakkeren is. Hier proef je het ultieme eilandgevoel. In de duinen huppen veel konijnen, en aldoor hoor je het kà-kà van de kauwtjes. Meestal schrik ik enorm als er opeens luid krijsend een fazant uit het hoge gras opvliegt, omdat ik bijna op z’n staart trapte, maar nu blijft meneer met al z’n kleuren keurig voor mij poseren.
Zelfs wachten op de boot is geen straf op Schiermonnikoog en het hoort onlosmakelijk bij ’t afscheid van het eiland. Een watertaxi doorklieft de Waddenzee met een enorme snelheid en brengt een groepje gasten met voorrang naar de overkant. In de verte komt de veerboot van Wagenborg onze kant op en tijdens die korte zeereis van amper drie kwartier denk je ongemerkt alweer aan alle dingen die thuis moeten gebeuren. Terug naar die andere wereld. Het is even omschakelen.