Tekst en fotografie: Jolanda de Kruyf
Klip klop, klip klop. Dik 300 kilo nostalgie echoot over de klinkers van Gees. Geen tijd, geen spoed in het spoor van vier hoeven. Met een huifwagen door Drenthe betekent maximaal onthaasten. Klip klop, klip klop. Boven op de bok wiegen we vanzelf een beetje mee. Een vaste cadans, het ritme van rust. Stapvoets voorwaarts naar de horizon.
Gejaagd en opgejut door de ratrace van het leven? Ga dan te paard. De ultieme remedie bij overspannen klachten. Haast is geen optie, ontspannen noodzaak. Dit vakantievervoer kan domweg niet “in z’n vijf”, dus het gaat gewoon zoals het gaat. Toegegeven, da’s wel even wennen voor sommige gasten van Thor-Heste, het huifwagenverhuurbedrijf in Gees. ‘Het duurt doorgaans een uurtje of twee voor mensen zich aan dat ritme kunnen overgeven,’ weten de geroutineerde eigenaren zo zoetjes aan. ‘Eerst willen ze allemaal harder. En sneller. Het gewone leven moet nog wat zakken. Dan pas begint het genieten.’
In de tijd gestold esdorp
Op de bok bij Jan Rossing en Jannie ten Wolde. Tot onze beschikking staat 1 pk, en wat voor één! Nora is een nieuwsgierige merrie; rustig, betrouwbaar en prima “bestuurbaar” met onze stem. Het is de toon die de muziek maakt, daar ben je als menner snel achter. Een klak met je tong, een aanmoedigend “toe maar” of ferm “ho!”. Klare taal. Nu sjokt Nora op ‘t gewenste wandeltempo naar de eindstreep. Maar deze dame kan wel in draf, reken maar. Toen baas Jan eerder die dag het weiland in liep, haar blik zocht en iets vertrouwds riep, was ze sneller dan de wind aan zijn zijde. Liet zich gewillig aanspannen voor het grote werk, door Drentse dreven. Nu loopt ze braaf in het gareel. Spitst zo nu en dan de oren. Laat haar lange manen dansen. Schudt de wilde kuif die goud oplicht in de avondzon. Man, wat een plaatje.
Met een gangetje van amper 6 kilometer per uur sjouwen we door dit op de landkaart gestolde esdorp. Een schilderachtig decor in Drenthe. Rustieke landweggetjes die loom door beschermd dorpsgezicht meanderen. Knotsen van boerderijen aan weerszijden, bestand tegen de tijdgeest. Eeuwenoude Saksische hoeves en schuren met subtiel gevlochten vakwerk, de achterbaander al uitnodigend open voor een span als dat van ons.
Een krakend en piepend span
Een paar uur eerder waren we de oprit afgereden en zette de bonte karavaan zich wiebelend, krakend en piepend in beweging. Zoals het hier “op de streek” al honderden jaren gaat. Een bijna surreëel beeld in onze volledig gemotoriseerde 21ste eeuw. Het is een solide formatie die wel tegen een stootje kan: de compleet ingerichte houten huifwagen op z’n metalen onderstel met die beresterke, stoere fjord ervoor. ‘Feitelijk net een caravan, maar dan met een paard ervoor,’ zegt Jannie.
Hun gasten huren het totaalpakket voor een (meerdaagse) trektocht door Zuidoost-Drenthe, ze zitten zelf op de bok. Dus dat vereist wel enige mennerskwaliteiten, kennis van en liefde voor het paard. De twee geven hun kwetsbare aanspanning met levende have dan ook niet klakkeloos aan Jan en alleman mee, ben je gek. Jan en Jannie – ze hakken al heel wat jaartjes met dit bijltje - kennen hun pappenheimers. Aan de verhuur gaat een uitgebreid praatje vooraf. Eerst maar ‘ns zien wat voor vlees ze in de kuip hebben. ‘Welke affiniteit hebt u met deze manier van vakantie vieren?’ is standaard één van Jans eerste vragen. ‘Het geschikte publiek filtert zich vanzelf uit,’ is hun ervaring. ‘Mensen die niks met paarden hebben, kiezen niet zomaar voor zo’n vakantie natuurlijk. Vaak zien we dat mensen die vroeger als kind met hun ouders bij ons kwamen nu terug komen met hun eigen gezin.’ Minimaal twee (jong) volwassenen mee, dat heeft de voorkeur. En een reden: ‘Als je een kruispunt nadert, moet één van de twee van de bok af en het paard leiden. Het komt ook op kracht en overwicht aan.’ Al zijn hun fjorden – tien goed getrainde werkpaarden, waarvan er twee al met pensioen zijn – natuurlijk reuze makkelijk in de omgang. ‘Het zijn rustige dieren die dolgraag voor je willen werken.’
Ga gewoon je neus achterna
Uitgestippelde routes? Nee, daar doen ze niet aan bij Thor-Heste. ‘Vind je eigen weg,’ wil Jan maar zeggen. ‘Ga gewoon lekker je neus achterna. Je hebt vakantie! Dan wil je toch niet constant op een kaart moeten turen?’ Jannie valt bij: ‘Laat je verrassen. Zie je een mooi zandpand naar rechts? Hé, laten we dat eens proberen.’ Op pad met de huifwagen is tenslotte ook een klein avontuur en ach, wie de weg kwijtraakt, die vindt vanzelf wel weer een ander fraai spoor. ‘Als je alles bij je hebt kun je niet verdwalen,’ klinkt het filosofisch. Ja, als er wat loos is – band lek, riempje van het tuig geknapt – dan schiet Jan natuurlijk direct te hulp. ‘Maar de meeste mensen lossen het zelf wel op.’ Hun gasten zijn lyrisch over het concept. ‘Dit vergeten we nooit meer, horen we vaak. Mensen hebben écht iets bijzonders meegemaakt.’ Vakantiegangers krijgen wel een kaart van de omgeving mee, om zich te oriënteren en met daarop een vijftiental vooraf geselecteerde boerderijcampings voor de nacht. Locaties waar mens én dier welkom zijn. Zo’n beetje van Borger tot Zweeloo en van Westerbork tot Exloo, in het hart van Drenthe. Allemaal goed behapbaar voor een trektocht – het paard legt gemiddeld 15 tot maximaal 20 kilometer af – en op vertrouwde adressen waar de familie op één oor in de wagen kan en het paard in een weilandje ernaast.
Borstelen, knuffelen, vlechten
Wat de charme is van zo’n paar dagen toeren? ‘Rust. Het onthaasten.’ Jan zegt: ‘Kampeerders zijn wel echt onze doelgroep. Veel jonge gezinnen met van die echte paardenmeisjes. Wat ze zoeken? Vrijheid. Wat we vaak horen is: we hebben de hele wereld al gezien, maar nog nooit zó’n leuke vakantie gehad! Vraag de kinderen wat ze liever doen, vakantie in Spanje of met de huifwagen weg, nou dan kiezen ze vaak voor het laatste.’ Ook geen wonder, met de hele week een “eigen” paard tot je beschikking.
Die meiden – en jongens - mogen hun grote liefdes eindeloos borstelen, knuffelen, wassen en manen invlechten. ‘Ze picknicken in het bos, er gaat een bak met brokken en vers water mee voor onderweg. En vaak wel een eigen tas met poetsspullen. Deze gasten voelen zich heel verantwoordelijk voor het dier.’
Er gaat ook een uitgebreide instructie mee van Thor-Heste, een checklist voor het paard en een setje tips in de categorie “zien en doen”. Zoals deze: retourtje theehuis met uitkijktoren in Boswachterij Odoorn, kijken hoe de schaapskudde van Exloo ’s avonds weer van de kooi terugkeert naar het dorp, het Boomkroonpad in Boswachterij Borger lopen, een bezoek aan museumdorp Orvelte brengen, of openluchtmuseum Ellert en Brammert in Schoonoord. Hunebedden spotten, of reusachtige zwerfkeien: de grootste van Drenthe ligt in Gees, aan de Dorpsstraat.
“Groene” vakantie, veel bekijks
Wat je noemt een “groene” vakantie. Duurzaam en slow. Door een nog redelijk stil en authentiek stukje van de provincie. Een ware belevenis die bovendien flink wat bekijks trekt onderweg. ‘Als er een huifwagen komt aangereden geeft dat altijd gezellige reuring op de camping. Je bent een toeristische attractie, hoor,’ lacht Jan. ‘Je maakt ook heel gemakkelijk contact met mensen,’ zegt Jannie, ‘wordt sneller aangesproken door dorpelingen.’
Het gebied leent zich goed voor een tochtje op z’n elfendertigst, met de Dorpsstraat in Gees als “drukste” tracé. ‘Het landschap trekt op een plezierige manier aan je voorbij.’ Er zijn vennetjes en heidevelden op een steenworp afstand, en een netwerk aan (onverharde) bospaadjes en zandweggetjes die uitnodigen tot verkenning. Langs natuurlijke coulissen trekt onze bescheiden optocht, open graslanden en vruchtbare akkers waar de gerstvelden oogstklaar zijn en maaidorsers hun werk doen.
Thor-Heste (Thor was hun favoriete fjord en “Heste” betekent paard in het Noors) is typisch zo’n uit de hand gelopen hobby. Ze deden en doen er van alles bij. Jannie is werkzaam bij een kindcentrum, Jan werkt voor het streekproductenlabel Drents Goed en heeft als landbouwer wat graanakkers rond Gees. Fjorden had hij al z’n hele leven. ‘Sobere dieren, makkelijk in het onderhoud en winterhard. Ze blijven het hele jaar buiten.’ Geen punt met die dikke vacht. ‘Ze hebben ’s winters een extra jas aan.’ Debby en Githa genieten intussen van hun oude dag. Nora, Heleen, Zira, Ursinia en Kloetje zijn inzetbaar, Fenna, Ariska en Maxima nog in opleiding. ‘Goeie paarden vinden voor dit werk, dat is het moeilijkste,’ zegt Jan, ‘vertrouwen is een vereiste als je ze met gasten meestuurt.’ Daarom gaan ze eerst zelf altijd uitgebreid op pad met nieuwkomers in de kudde. ‘Want voor die vakantieweek moet het span wel naadloos op elkaar aansluiten.’ Jannie: ‘We proberen echt de juiste paarden bij de mensen te zoeken.’
Zo tot de herfstvakantie zijn de huifwagens “on the road” in Drenthe. ‘De natuur is dan nog zo prachtig en het ruikt heerlijk. Je beleeft de omgeving echt ánders, in een aangepast tempo.’ Jan pakt het leidsel en loodst de grote fjord links. Nora briest tevreden, ze ruikt de stal. De avond valt over Gees, de zomer zwaait ons al aarzelend uit.