Tekst: Jolanda de Kruyf | Beeld: Marcel van Kammen
Het zijn pronte dames – en een enkele heer - op leeftijd. Betsie en Bregje, Zus en Hermien, Jantje en Sjoukje, Riekie, Sonja. Deze en nog ‘n dikke 40 dolgelukkige koeien wacht geen enkeltje naar het slachthuis, maar een leven in vrijheid. In de eeuwige kudde van boer Bert hebben ze hun Friese Utopia gevonden.
Ze hoeven geen druppel melk meer te geven, nooit meer te kalveren. Geen koe of os wordt hier ooit geslacht, maar mag levenslang genieten van een welverdiend pensioen. Heerlijk herkauwen tot ze er, van pure ouderdom, bij neervallen. Ja, dat is de ideale wereld in het weiland van Bert Hollander (49) in Zandhuizen, de vegetarische veehouder met het grote hart.
Koeien met nukken en grillen
Bert is een bezig baasje. Je treft ‘m dikwijls met een hooivork in z’n ene hand, de telefoon in de andere. Dan gebaart-ie naar het bezoek dat wél gepland, maar vaak toch slecht getimed was, want er wacht altijd werk. Zo moet de zandstal met buitenbak nog schoon. Een oase voor de hoogbejaarde bewoners van Stichting De Leemweg, compleet met wellness! Ze trakteren zichzelf graag op een scrubbeurt onder de elektrische borstels.
‘Loop maar even mee,’ mompelt Bert, terwijl-ie onverstoorbaar z’n karweitjes afwerkt. Kiept routineus een kruiwagen mest op de lopende band, haalt onderweg een van z’n katten aan en wijst terloops op een flinke bult zand: ‘Die moet ik zo nog even wegwerken.’ Zoveel te doen in zo weinig tijd. Toch is stress ‘m vreemd, want tussen z’n dieren is Bert de rust zelve. Zeven dagen per week is hij verantwoordelijk voor die gemêleerde kudde van krap 50 runderen. Daar zit van alles tussen aan rassen en types; Limousin, Belgisch Blauw, Holstein-Friesian, Blaarkop, Roodbont, Lakenvelder. Aaibaar, soms afstandelijk, behept met hun eigen nukken en grillen. Maar Bert kent z’n pappenheimers stuk voor stuk bij naam en leeftijd. Kroelt ze tussendoor wat over de dikke nek. Sjoukje van 22, de oudste van het stel. Of Hugo (3), Zus (4), Kromhoorntje (18), Mies (5), stier Kees (3).
Redders en heroïsche verhalen
Ze schurken gebroederlijk samen tussen de graspollen of op stal. En als die stallen dan voor de tigste keer zijn uitgemest (‘tien ton per week in de winter’), de dieren gevoerd en verzorgd, dan wachten weer nieuwe klusjes op Bert. Stilzitten is er niet bij op de boerderij, ook al is dit geen gewoon boerenbedrijf. De Leemweg is uniek in z’n soort, van het koeienrusthuis bestaat volgens Bert geen tweede in Nederland.
De runderen hebben elk hun eigen verhaal, hun redders en genereuze adoptanten. Heroïsche verhalen zijn het, doorspekt met dierenliefde. Zoals dat van stier Kees, van een wisse dood gered door de 9-jarige Lucia. Het meisje trof ’t toen nog piepjonge stiertje tijdens een schoolreisje naar een melkveebedrijf, ze vond ‘m lief en was ontroostbaar toen ze hoorde dat Kees binnen een jaar geslacht zou worden. Eenmaal thuis belde Lucia met de boer en mocht ze “haar” stier voor 375 euro ophalen. En dus kieperde ze haar spaarpot om en Kees werd gekocht. Op 31 maart 2015 mocht de blije stier op transport; niet naar het slachthuis, maar naar een lang, gelukkig leven aan de Leemweg.
Runderen met een rugzakje
Hier groeide Bert Hollander op. Zijn ouderlijk huis staat aan de Leemweg, een doodlopend paadje langs de N-weg tussen Zandhuizen en Oldeberkoop. Hij was allang het huis uit en werkzaam als geluidstechnicus in de muziekwereld, toen z’n ouders in 1995 gingen scheiden. Dat veranderde alles. Bert besloot de boel over te nemen; de bedrijfsgebouwen, 1,5 hectare grond bij huis inclusief de twee laatste melkveekoeien die “voor de dood weg moesten”. ‘Dat wilde ik niet,’ zegt Bert stellig. ‘Dus die heb ik gehouden. Nou, dat nieuwtje ging snel rond.’
Vrij spontaan kwamen er meer koeien “met een rugzakje” op z’n pad, na een jaar was Stichting De Leemweg opgericht en amper twee jaar later had Bert een bizarre veestapel van 40 soms gemankeerde koeien. De een heeft een spasme, de ander een ongelukkige poot, de derde stuiterde getraumatiseerd het erf op. Maar hier komen ze tot rust. Want de missie van De Leemweg is: koeien die niet meer productief zijn hebben recht op een onbezorgde oude dag. Met behulp van donateurs uit het hele land worden koeien geadopteerd die om uiteenlopende redenen naar de runderopvang komen; soms ontsnapt uit het slachthuis, verwaarloosd, óf juist de lieveling van de boer met een topproductie van 100.000 kilo melk. ‘Daar is een boer trots op, zo’n koe wil hij niet naar de slacht brengen, maar ‘m zelf houden kost teveel op jaarbasis.’
De kudde als één familie
Voor Bert vielen de puzzelstukken in elkaar. Hij had altijd al meer geduld met beesten dan met mensen. De dierenvriend – op zijn erf scharrelen ook kippen, een geit en cavia’s rond - was al op z’n 13de levensjaar bewust vegetariër geworden (‘da’s niet zo moeilijk hoor’) en wilde van jongs af boer worden. Maar dan zónder afscheid te moeten nemen van z’n beesten. ‘Dat vinden veel boeren trouwens een moeilijk moment,’ weet hij. ‘Het geeft ook veel onrust in een kudde die feitelijk één grote familie is; niemand staat daarbij stil, maar haal je er een koe uit dan is zo’n groep ontregeld, de hele stal in rep en roer.’
Hier hoeft dat niet. ‘Nu ben ik boer op een manier dat ik ermee kan leven.’ Maar Bert is ook een nuchter man. ‘Ik doe dit werk echt niet omdat alle koeien even lief en aardig zijn, ik vind gewoon niet dat wij het recht hebben om hun leven af te nemen.’ In het koeienrusthuis – ‘eigenlijk een rundveeopvang, want er zitten ook heel jonge dieren tussen’ – kennen alle bewoners hun eigen naam, ‘en ze krijgen het respect dat ze verdienen,’ zegt Bert.
Een hechte band met Claartje
Aan de Leemweg mogen de bewoners zorgeloos oud worden, ze sterven een natuurlijke dood. En als dat gebeurt, is het wel even slikken. Zoals bij Claartje, de oudste koe van Nederland die 25,5 jaar (!) werd en afgelopen voorjaar overleed. Verdrietig nieuws, zoals altijd als een van de kudde het team ontvalt. ‘Maar de een zit je gewoon dichter onder de huid dan de ander,’ zegt Bert. ‘Zij was onze langste en verreweg oudste bewoonster van de Leemweg.’
Claartje (Belgisch Blauw) had een traumatische achtergrond; ze ontsnapte op 3-jarige leeftijd uit een slachthuis in Koudum en rende toen een hele middag door de straten, achtervolgd door politie en dierenarts. ‘Ze kreeg zoveel verdovingspijlen op zich afgevuurd, dat een olifant ermee geveld had kunnen worden.’ Maar Claartje bleef lopen, brak onderweg één van haar achterpoten, sprong uiteindelijk in blinde paniek door het raam van een kunstwinkel en belandde tussen de koopwaar. Twee broers kochten haar vrij en brachten Claartje naar Bert. Die keek een paar maanden later vreemd op z’n neus: stond er ineens een kalfje naast haar in de wei! Claartje heeft nog 22,5 gelukkige jaren op de Leemweg mogen doorbrengen. Door haar ontdekte Bert dat hij zich goed kon redden met moeilijke, getraumatiseerde dieren. Misschien juist daardoor hadden ze zo’n hechte band samen.
Adopties en een wachtlijst
Het koeienrusthuis draait op dierenliefde, maar de realiteit is natuurlijk wel dat het onderhoud van één bewoner een kleine 200 euro per maand kost. Stalling, voer, klauwverzorging, dierenartsbezoek. Daarom is de stichting afhankelijk van gulle gevers en (deel)adopties. De groep is in evenwicht, het is een stabiele kudde en Bert zit met 50 runderen aan z’n taks. De grote kudde graast in het buitenseizoen op een lap grond van 11 hectare verderop, een kleiner deel blijft dichter bij huis aan de Leemweg, vanwege ouderdom of zorgbehoefte. ‘Thuis hoeven ze niet zo ver te lopen voor de drinkbak.’ Voor noodgevallen kan Bert wel een tijdelijke pensionplek regelen, maar potentiële nieuwe bewoners komen op een wachtlijst van zeker 20 kandidaten. Ze komen pas in aanmerking voor Utopia in Zandhuizen als één van de andere koeien een natuurlijke dood sterft. Of dat de veehouder met het grote hart frustreert? Bert schudt van nee. ‘Je kunt nou eenmaal niet alle dieren redden. Ik doe wat ik kan.’