Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Renate Groenewold: 'Het doorzettingsvermogen zit nog steeds in me'

De topschaatser blikt in Noorderland terug op haar schaatscarrière.

Tekst: Marloes de Moor | Fotografie: Martin de Jong, BrunoPress

Wie haar naam zegt, denkt aan ijs en flitsende rondetijden: Renate Groenewold. Ze sleepte gouden en zilveren medailles binnen en haalde drie keer de wereldtitel. Jaren geleden stopte ze met schaatsen. Tegenwoordig runt zij samen met haar broer Peter een aannemersbedrijf en timmerfabriek in Stadskanaal. ‘Mijn ervaring met topsport kan ik ook hier goed gebruiken.’

Wereldkampioen allround in 2004 en de wereldtitel, wereldkampioen ploegenachtervolging 2008 en op de 3000 meter in 2009. Twee zilveren olympische medailles. Natuurlijk, oud-schaatser Renate Groenewold koestert haar mooie herinneringen op het ijs, maar ze is zich er niet altijd van bewust dat ook anderen dat doen. Dan komen klanten bij timmerfabriek Wegro voor een houten trap, raam of kozijn en kijken ze haar ineens onderzoekend aan. Even zien ze weer het gestroomlijnde donkerblauwe pak met de rode bast, haar soepele slagen, de vlijmscherpe bochten. ‘Hé wacht even… Oh, jij was toch die schaatser? Wat hebben we van je genoten!’ constateren ze verrast.

Meeslepende wedstrijd

Wie had dat gedacht. Ze is uitgepeerd, die Pechstein. Kijk ‘es, kijk ‘es, als een dronken eend daar op de kruising. Het zwalkt links en rechts en Renate Groenewold dat schaatst en dan komt ze bij de laatste binnenbocht aan. Steek je handen maar omhoog. Doe gewoon als bij het wielrennen. Renate Groenewold wereldkampioen!’ Buiten zinnen en euforisch weerklinkt de stem van sportverslaggever Jacques Chapel op 8 februari 2004 op de radio in Nederlandse huiskamers. Na 30 lange jaren wordt Renate Groenewold wereldkampioen allround in het Noorse Hamar. Atje Keulen Deelstra ging haar in 1974 voor.

Tijdens een meeslepende wedstrijd verslaat ze eindelijk haar schijnbaar onoverwinnelijke rivaal Claudia Pechstein, die al vier gouden plakken op haar naam heeft staan. Blik op oneindig, onder haar het witte, weerkaatsende ijs. Pas 100 meter na de finish, als ze op de klok ziet dat de tijd bij Pechstein niet stil gaat staan, beseft ze dat ze gewonnen heeft. De kijkers van toen herinneren zich het nog precies. ‘Het is leuk om te merken dat mensen me herkennen, het nog weten en enthousiast raken,’ vertelt Renate, die sinds 14 jaar gestopt is met schaatsen op topsportniveau. 

Familie in de bouw

Tegenwoordig bestiert ze samen met haar broer Peter het aannemersbedrijf Groenewold Bouw en de timmerfabriek Wegro in Stadskanaal. Iets heel anders dan de witte ijsbaan die eens haar habitat was. In plaats van verbeten toe te werken naar die gouden plak, is Renate nu verantwoordelijk voor de personeelsorganisatie en marketing van het bedrijf. Ze weet inmiddels alles van houten ramen, kozijnen, trappen en windmolenbladen, van nieuwbouw en kleine projectontwikkeling, van verbouwingen. 

Toch ligt de overstap naar de bouw meer voor de hand dan hij op het eerste gezicht lijkt. ‘Mijn vader werkte bij een aannemer in Stadskanaal. Toen mijn broertje op zijn 18de geen zin meer had om naar school te gaan, vond mijn vader dat prima, maar op voorwaarde dat hij ging werken. Mijn broer ging in hetzelfde bedrijf aan de slag, onder meer als uitvoerder. Maar in 2008, vier jaar na de dood van mijn vader, was hij niet meer zo gelukkig in die baan. “Waarom begin je niet voor jezelf?” stelde ik voor. Dat heeft hij gedaan. Het ging boven verwachting goed. Hoewel het crisis was, haalde hij de ene na de andere opdracht binnen. Totdat hij riep: “Zus, help! Ik over zie het niet meer! Wil jij meekijken?”

Verweven geraakt

Hij beschouwt haar als de aangewezen persoon hiervoor, omdat ze als voormalig topsporter bedreven is in overzicht houden en planningen maken. Ook haar analytisch vermogen en gestructureerde aanpak kan hij goed gebruiken.

‘Ik had op dat moment nog mijn eigen bedrijf als vitaliteitscoach en deed daarnaast losse projecten en lezingen. Een á twee dagen per week gaf ik sturing en advies aan Peters bouwbedrijf. Langzamerhand werd mijn rol steeds groter. Dat had ook een verdrietige oorzaak. Peter en zijn vrouw verloren hun negen maanden oude zoontje Mees aan een meningokokkenbacterie. Voor ons allemaal een heel heftige gebeurtenis. Ik nam het werk binnen het bedrijf over om hen zoveel mogelijk te ontzorgen. Zo konden zij het verlies in alle rust verwerken. In die tijd raakte ik zo verweven met beide bedrijven dat ik twee jaar geleden medeaandeelhouder ben geworden.’

Onze band is hecht

Broer en zus zwaaien sindsdien met succes de scepter over het bedrijf. Al knettert het ook weleens tussen de twee, zo weten de andere werknemers. ‘We zijn heel verschillend. Ik ben gestructureerd en analytisch, wil alle feiten checken. Mijn broer is een creatieveling en commercieel. Als hij een creatieve gedachtegang heeft, neemt hij meteen het risico, terwijl ik zoiets eerst wil staven met feiten. We botsen daardoor soms, maar dat houdt ons betrokken en scherp. We kunnen wel wat hebben, want onze band is hecht. Hij was 23 jaar en ik 27 toen onze vader overleed. Samen hebben we dat verlies verwerkt. Het heeft ons nog dichterbij elkaar gebracht. Gelukkig zijn we allebei makkelijke praters. Daardoor weten we elkaar snel te vinden als we steun nodig hebben of ons hart willen luchten. We zijn elkaars spiegel en uitlaatklep.’

De goedkeuring van pa

Vader Groenewold is voor hen allebei altijd belangrijk geweest. ‘De goedkeuring van pa’ noemt Renate het. ‘Toen ik 12 jaar was, kon ik niet kiezen tussen volleybal en schaatsen. ‘Waar word je blij van? Wat vind je het leukst om in verder te gaan?’ vroeg mijn vader. Hij gaf me net dat zetje om voor schaatsen te kiezen. Later combineerde ik schaatsen met een studie psychologie, maar vond dat zwaar. Ik was veel van huis, maar wilde op beide fronten goed presteren. Mijn vader raadde me aan om me alleen op het schaatsen te richten. Studeren kon altijd nog. Ik volgde zijn advies op, koos voor de topsport, kreeg een contract en ging geld verdienen met schaatsen. Bij dit soort keuzes had ik hem echt nodig. Mijn broertje heeft hij op een andere manier gestimuleerd om de juiste richting in zijn leven te kiezen. Nooit heeft hij hem gepusht om toch naar school te gaan. Dat gaf hem de kans om zich rustig op zijn eigen manier te ontwikkelen. Dat vind ik heel mooi. En juist daarom is het zo jammer dat mijn vader nooit meer heeft kunnen zien hoe wij nu samenwerken in de bouw, in zijn vak.’

Tot een van haar dierbaarste herinneringen behoort niet voor niets het behalen van de wereldtitel in 2004. Peter zit op de tribune, maar haar ouders, die haar voor elk Europees toernooi achterna reizen, zijn er voor het eerst niet bij. Haar vader is ongeneeslijk ziek en heeft nog maar kort te leven. ‘In de maanden voordat hij stierf heeft hij twee dingen gezegd. Hij wilde graag nog zien dat het huis van mijn broertje klaar zou zijn, om daarna samen te barbecueën in zijn tuin én hij wilde mij wereldkampioen zien worden. Dat laatste is gelukt. Het maakte de overwinning extra bijzonder. Alsof het zo had moeten zijn. Ik ben ontzettend blij dat hij dat nog heeft kunnen meemaken.’

Topsportervaring

Renate kijkt met plezier terug op 16 jaar topsport. ‘Achteraf bezien zat het er van jongs af aan al in. Ik wilde echt mezelf uitdagen, uitblinken, winnen, shinen, de beste zijn. En nog steeds; met een spelletje móet ik winnen. Het was prachtig om met het team, dat als een soort familie voor mij was, de hele wereld over te reizen en samen te trainen voor een doel. Ik ben nog altijd trots op de continuïteit in mijn prestaties, jaar in jaar uit. 

Toch was er ook een keerzijde. Je bent veel van huis en kunt je erg alleen en eenzaam voelen als het niet goed gaat. Bijvoorbeeld als je geblesseerd bent of slecht presteert. Toen mijn vader ernstig ziek was, kon ik zo goed en zo kwaad als het ging wel eens op ziekenhuisbezoek en mee naar gesprekken met artsen, maar toch was ik er voor mijn gevoel niet genoeg. Ook al zei mijn familie ‘doe het alsjeblieft, ga nou’ als ik weg moest voor trainingen of wedstrijden, het bleef lastig. Ik had het gevoel dat ik dingen miste.’

In 2010 zet ze een punt achter haar topsportcarrière. ‘Ik was er klaar mee, vooral met het steeds van huis zijn, feestjes en leuke dingen moeten afzeggen. Vaak had ik het idee dat de wereld van alles te bieden had, waar ik niets van wist. Toen mijn lichaam ook begon tegen te stribbelen, ben ik gestopt. Achteraf denk ik: jeetje, waar heb je je druk over gemaakt. Je had het makkelijk nog een paar jaar kunnen verlengen en plezier kunnen hebben. Ik was toen heel vastberaden om op mijn 33ste te stoppen. Zoals ik er nu naar kijk, zal ik andere topsporters juist aanraden om door te gaan, zolang je het nog leuk vindt. 

Mijn plan was om daarna een jaartje niets te doen, maar daar ben ik niet zo goed in. Al gauw begon ik alweer trainingen te geven en werd ik aangesteld als assistent bondscoach bij de KNSB. Ik was meteen weer terug in de schaatswereld.’

Je moet het met elkaar doen

Op dit moment is Renate alleen nog lid van de technische commissie van de Internationale Schaatsunie en begeleidt ze twee jonge getalenteerde wielrenners in hun training. Haar ervaring in de topsport komt haar nog dagelijks goed van pas. ‘Je bouwt als topsporter mentale weerbaarheid op. Als het niet goed gaat, ziet de hele wereld dat en moet je met de billen bloot. Het vereist veerkracht om teleurstellingen te verwerken en weer door te gaan. Dat doorzettingsvermogen zit nog steeds in me en helpt bij het ondernemen. Er niet in blijven hangen als iets tegen zit, maar de draad weer oppakken. Ik leerde door gesprekken met de sportpsycholoog ook op mezelf te reflecteren. Hierdoor besef ik goed dat ik verantwoordelijk ben voor mijn eigen ‘bv’tje.’ Dat vermogen tot zelfreflectie probeer ik ook onze werknemers bij te brengen. Net als samenwerken in een team, het met elkaar doen. Dat is in de schaatsport belangrijk, maar in ons bedrijf net zo goed.’

De euforie blijf ik missen

Eén ding zal Renate altijd blijven missen: het euforische gevoel dat je alleen kunt bereiken in topsport. ‘De teleurstellingen kunnen diep zijn, maar als je wint is de euforie enorm groot. Dat zal ik nooit ervaren bij het opleveren van een woning. Ik raak geëmotioneerd als ik naar sport kijk en iemand zie winnen, of het nu een roeier, schaatser of wielrenner is. Dat komt omdat ik weet hoeveel energie en opoffering het kost om z’n prestatie te bereiken. Het intense van sport vind ik heel mooi.’

In haar vrije tijd stapt ze tegenwoordig liever op de racefiets of mountainbike, maar toch hoopt ze op natuurijs dit jaar. Instagram toont foto’s van Renate met haar nichtje Maud op het bevroren water. Maud op glij-ijzertjes, zij op ijshockeyschaatsen, voorover gebogen om haar iets uit te leggen. ‘Meteen in de coachende rol’ heeft Renate er met smiley bij gezet. ‘Maud weet natuurlijk ook dat tante Renate geschaatst heeft. Voor de bouw heb ik liever geen vorst, maar ik zou er toch veel voor over hebben om weer met mijn nichtje te kunnen schaatsen. Wie weet wat daarvan komt!’

Dit interview verscheen eerder in Noorderland 2022-1.