Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: ThomasVaer Fotografie - VVV Waterland van Friesland, Adobe Stock
Om nieuwe horizonten te verkennen hoef je in ons Noorderland nooit ver te reizen. Strand bijvoorbeeld in een van de “schatjes van stadjes” die Friesland rijk is. Compact samengebalde pracht en praal die zomaar, op een middag, je hart verovert. Waag het er bijvoorbeeld ‘es op in Bolsward. Deze stad is namelijk een feestje voor schatzoekers.
Al wandelend zie je het meest. En dan dus niet marcheren, met grote stappen voorwaarts, maar bij voorkeur op je dooie akkertje verkennen. Noem het flaneren. En in een stadje als Bolsward – nee, niet de grootste van de Elfsteden, maar jongens, wat een pareltje – doe je dat al snel met het hoofd in de nek. Want op grote hoogte word je hier dikwijls verrast.
Door een muuranker met een respectabel jaartal, een onverwacht smalle trapgevel die strak staat ingeklemd tussen andere bouwkundige hoogstandjes, of een – soms maar met moeite ontcijferd – opschrift aan de muur dat een voormalige onderneming prijsgeeft.
Heraldische tekens, engelenkopjes, wapens, scheepjes en een springend paard; wie z’n ogen de kost geeft, stuit op allemaal in dit mooie stadje. Verwijzingen van weleer zijn er soms in gevelstenen vertaald en dat levert een leuke speurtocht op. De Appelmarkt, hartje Bolsward, heeft een paar opvallende: het anker (‘De Hoop, 1869’) en de gouden knipschaar met het kroontje erboven.
Schatten van Bolsward
Ga het maar op eigen houtje ontdekken. In het handzame nieuwe routeboekje dat VVV Waterland van Friesland samenstelde langs de schatten van Bolsward, een stadswandeling van een slordige 4 kilometer, worden sommige van die geheimen ontrafeld.
Meters maken doe je hier ongemerkt wel, slingerend langs kades en grachten en over het allerlaatste bolwerk van Bolsward dat tijdens de bouwwoede van de 19de eeuw gelukkig gespaard bleef. Een stille als ook imposante getuige van het oorspronkelijke verdedigingswerk van grachten en wallen waarmee de welvarende hanzestad Bolsward zo tussen de 14de en de 16de eeuw was versterkt. Ooit was dit een stevig omwalde stad, opgewassen tegen de buitenwereld.
Toen die bolwerken hun defensieve functie verloren werden ze door de regering geslecht; aarde en stenen waren zeer goed bruikbaar tenslotte. In Bolsward bleef alleen een oostelijk gedeelte, het Hoog Bolwerk, over. Dat dit bijzondere monument er nog staat hebben we te danken aan een raadsmeerderheid: zij had enig historisch besef en besloot om niet op afgraven over te gaan.
Boffen we daar even mee. Nu is deze “groene loper” een rijksmonument, samen met de laatste grachten in de binnenstad en kun je er lommerrijk wandelen, heerlijk in de schaduw op een zonnige dag.
Stad van oliekoeken
Bolsward is de stad van pipen, posten en oaljekoeken. Om met dat laatste te beginnen: die term is uitgegroeid tot geuzennaam. Een oaljekoek is een oliekoek, ofwel oliebol. Nou lijkt dat misschien een weinig flatteuze volksnaam voor de inwoners van Bolsward, maar de herkomst is wel degelijk heroïsch.
Hij verwijst naar een oude legende van het stadje, van houtsnijder Rommert die een moeilijk werkstuk moest fabriceren maar steeds faalde. Tot een vreemdeling (de duivel) bij ‘m aanklopte met een paar perfecte schetsen: in ruil voor dat aanbod eiste de hellevorst iets wat Rommert later in dat jaar zou ontvangen. Zijn zwangere vrouw hoorde hem aan en wist genoeg: de duivel zou haar kind komen opeisen en ze bedacht een list. Ze besloot zwaveloliebollen te bakken.
Toen de zevenkoppige duivel langskwam, stopte de vrouw hem vol met deze oliekoeken waardoor hij in ademnood raakte. Satan blies de aftocht en vervloekte de Bolswarders, die voorgoed de scheldnaam “oaljekoeken” zouden dragen.
Het oude weeshuis
Ook pipen en posten heeft het stadje in ruime mate. Pipen en posten zijn bruggetjes en Bolsward vindt je er velen. Een van de meest gefotografeerde is zonder twijfel de Kapelpost, waaraan het kunstwerk “visserman met jonkje” staat. De van brons opgetrokken figuur leunt met zijn hengel over de brugleuning.
Aan fraaie kunstwerken geen gebrek in het centrum trouwens. Neem "de Weeskinderen" die Gosse Dam gestalte gaf ter gelegenheid van het 450-jarig bestaan van Stichting het Weeshuis in Bolsward.
Het monumentale pand waar arme drommels onderdak vonden staat nog altijd aan de Kerkstraat 51, in 1553 gesticht voor 12 schamele wezen. Het gebouw bevindt zich nog aardig in oorspronkelijke staat en kent veel opvallende elementen.
Waar vroeger de ouderloze kinderen en de “vader en moeder” (voogden) onderdak hadden is nu een charmehotel met restaurant gevestigd. Je stapt er terug in de tijd met het comfort van nu. De bijbehorende boomgaard is een ware lusthof, waar je op mooie dagen heerlijk kunt zitten.
Glitter en glamour
Plekken als deze, doordesemd van eeuwenlange historie, staan natuurlijk in schril contrast met de glitter en glamour rond de stadsgrachten, waar veel voorname grachtenpanden uit de 17de eeuw dateren. Het fortuin spat ervan af. Alles ligt op maar een steenworp afstand van elkaar en is dus prima beloopbaar. Gebouwen die grotesk en indrukwekkend zijn, zoals het rijk versierde stadhuis (begin 17de eeuw). Uiteraard is dit uithangbord van welvaart een niet te missen blikvanger in de voormalige Hanzestad. Een toonbeeld van opsmuk, waar je naar blijft kijken.
Gevels in barok, rococo en neoclassicisme aan de Appelmarkt en de Marktstraat strijden om je onverdeelde aandacht. Je kunt ze ook van een afstandje bewonderen, bijvoorbeeld vanaf een van de fijne terrassen onder de platanen. De Dijl is de langste gracht, met aan weerszijden de Grote en de Kleine Dijlakker.
Je kunt hier ook aan boord van een rondvaartboot stappen. Het kan prettig zijn om even te ontsnappen aan de drukte op straat en vooral de niet aflatende stroom auto’s die – soms zelfs jakkerend – dwars door het centrum gaat. Dat verkeer is dan ook eigenlijk de enige wanklank in dat kleine, maar betoverend mooie Bolsward.
Onder dak in De Tiid
Bolsward dankt zijn welvaart vanzelf aan de ligging aan het water; ooit door de verbinding met de Marnezee als Hanzestad, en later door de florerende boter- en zuivelhandel. Die geschiedenis vind je sinds kort handig onder één dak in cultuurhistorisch centrum De Tiid. Dit mini-museum vertelt alle historische verhalen van de stad.
Zo is er veel aandacht voor de sleutelfiguren van deze stad, zoals het boegbeeld van de Friese taal: Gijsbert Japicx – je treft de beroemde renaissancedichter op zijn sokkel in het gazon, naast de verderop gelegen Martinikerk – en natuurlijk Titus Brandsma.
Zaligverklaard was hij al, maar sinds mei 2022 is de pater karmeliet, journalist en verzetsheld ook Heilig. Die officiële heiligverklaring vond plaats in het Vaticaan in Rome.
Zijn motto: Wij zijn niet op aarde om grote dingen te doen, maar de kleine dingen op grootse wijze te doen. Titus werd in 1881 in Oegeklooster geboren, vlakbij Bolsward, en vermoord in concentratiekamp Dachau, in 1942, nadat hij wegens zijn verzet tegen het nationaalsocialisme door de nazi’s was gearresteerd.
Hij stond te boek als beminnelijk en geduldig mens, vroom en moedig in een boosaardige tijd. Hem wordt bovendien een wonder toegeschreven: hij zou een Amerikaanse pater hebben genezen.
Hemels resultaat
Wie meer religieus erfgoed zoekt zit hier ook goed. Indrukwekkend is natuurlijk de Martinikerk (een pseudo-basiliek) met z’n streekeigen zadeldaktoren; ooit deed dit baken in de stad dienst als vuurtoren, toen Bolsward nog een open verbinding kende met zee.
Hoewel er van de Broerekerk veel minder tastbaars overbleef na een reeks van branden in het verleden, is dit bedehuis aan het Broereplein toch met afstand dé eyecatcher in de binnenstad. Het is het oudste monument van de Friese Elfstedenstad, rond de 13de eeuw gebouwd als kloosterkerk.
Na een – zoveelste – vuurzee in 1980 werd besloten de Broerekerk in verwoeste staat te laten voortbestaan en dat was een gouden greep. Zes jaar later werd het gehavende bouwwerk weer opengesteld voor publiek. Een ruïne die direct veel bekijks trok. Zeker sinds de kerk in 2006 haar glazen overkapping kreeg. Dankzij de natuurlijke lichtinval en de overdrijvende wolken is dat resultaat hemels te noemen. Een toplocatie voor trouwlustigen en als de kerk niet in gebruik is, mag je er gerust – met je fototoestel – een kijkje nemen.
Borrels van eigen bodem
Op het plein, voor de ingang, staat de Vleermuisfontein. Een van de waterkunstwerken uit het project 11fountains. Dit vliegende zoogdier staat synoniem voor de waterspuwers die vroeger kathedralen sierden en deze tegen boze krachten moesten beschermen, en kan beklommen worden.
Toe aan een hartversterkertje na zoveel indrukken? Je bevindt je in goed gezelschap, want uit deze stad stamt een bekend gezegde: Alles wat fan Bolsert komt, dat suupt. Aanleiding is het grote aantal stokerijtjes dat Bolsward telt, zoals de Berenburg van Sonnema (“sinds 1860”), bier van Us Heit, whisky van Frysk Hynder of een borrel van De Stiekem Stoker. Wij zeggen alvast tsjoch!
Dit verhaal verscheen in Noorderland 2022-4