Huis ter Hansouwe: op één oor in Drents erfgoed

Beleef bij Huis ter Hansouwe een lome zomertijd, gewoon in de "achtertuin" van Stad Groningen!

Dit artikel verscheen in Noorderland 2015-5.

Een blauwe zoom vergeet-mij-nietjes houdt de flanken van het huis in een omhelzing gevangen. Toch had ‘t maar een haar gescheeld of Drenthe’s enige middeleeuwse steenhuis aan de weg van Peize naar Eelde was in de vergetelheid geraakt. Daar heeft Stichting Het Drentse Landschap een stokje voor gestoken. Huis ter Hansouwe staat weer met stip genoteerd in de top 10 van provinciale bouwpareltjes. En is, pak ‘m beet acht eeuwen na de eerste bouw, opnieuw een plaats van standing om het moede hoofd te rusten te leggen.

Er zijn mindere plekken denkbaar voor logies. Alles ademt historie in en rond het meest oostelijk gelegen huis van Peize dat met zoveel zichtbare zorg en liefde is gerestaureerd. Zelfs de straat waaraan “Ter Hansouwe” ogenschijnlijk maar weinig geheimen prijsgeeft, is oud als Metusalem. De Horst, ofwel hoger gelegen grond. Een zandrug in het midden van deze drassige landerijen rondom. Een fatsoenlijke weg tussen Peize en Groningen kwam er pas aan ’t eind van de negentiende eeuw, maar waarschijnlijk is er al die eeuwen ervoor al een pad geweest dat reizigers, tussen de moerassen door, richting grote stad voerde.

Dwalen door de tijd
Typisch zo’n huis waarin je dwaalt door de tijd. Om de paar meter een andere steen die is blootgelegd, getuige van z’n bewoners, hun smaken of gebruikerseisen. Het huis is voortdurend verbouwd, vertimmerd en zelfs belaagd, door de troepen van Bommen Berend.

Bij de laatste grote operatie door Stichting Het Drentse Landschap (2010-2012) hebben bouwhistorici de boel minutieus binnenste buiten gekeerd om de geschiedenis van het pand te reconstrueren. Jammerlijk moesten de heren toen vaststellen dat van het originele steenhuis vrijwel niets over is dan een paar lagen bakstenen. Dikke, onregelmatige rode moppen en karakteristieke kloostervensters verraden nog hoe het “in den beginne” was. Elementen die vanzelfsprekend ook gekoesterd worden.

Algemeen wordt aangenomen dat het oorspronkelijke steenhuis in de dertiende eeuw aan de oever van het Eelderdiep moet zijn gebouwd. Een adellijk woonhuis dat pas rond 1600 een bijzondere metamorfose doormaakte; de toenmalige eigenaar, jonkvrouw Oede Lewe, besloot in die tijd om er een volwaardige, agrarische onderneming van te maken. Ze liet een grote, Friese dwarsschuur tegen het huis aan bouwen en kocht flink wat landbouwgronden in de omgeving aan.

Een goed rentmeester
Huis ter Hansouwe kan er weer even tegen na de meest recente ingrepen. Het Drentse Landschap, sinds 2010 eigenaar, werpt zich na de restauratie op als een goed rentmeester van dit culturele erfgoed. De buitenkant is grondig aangepakt; verzakte muren zijn gerepareerd, een groot deel van het rieten dak is vernieuwd en het woonhuis gemoderniseerd. Onder de hoge kap van de dwarsschuur is een opvallend appartement gekomen met drie slaapkamers voor erfgoedlogies. Alles uiteraard met behoud van het sobere karakter en een zo gering mogelijke verstoring aan het pand. En nog is niet alles geklaard; momenteel wordt de oude deel gerenoveerd.

Het huis bestaat uit drie delen, waarvan het voorste deel (het steenhuis) het oudste is. En feitelijk is ook de nieuwe indeling van de 21ste eeuw in drie afzonderlijke compartimenten te verdelen die samen toch één harmonieus geheel vormen: de vakantiewoning, een nog in te vullen multifunctionele ruimte (denk aan vergaderen, exposeren, trouwen) en een deel voor permanente bewoning.

Skyline van Groningen
De familienaam Ter Hansouwe circuleert al sinds 1376 in deze regionen. Een oud Drents geslacht. Johan, Herman, later Otto ter Hansouwe. Laatste was medio vijftiende eeuw ook burgemeester van Groningen. Dat brengt ons buiten, in het vrije veld. Op het pas gemaaide wandelpad dat langs de boerderij voert en het bakhuisje schampt. Daar gloort Groningen al aan de einder. De Martinitoren, de suikerfabriek en “De Apenrots”, het organisch gebouwde hoogstandje van De Gasunie, vormen de skyline van de stad.

Je kunt maar zo een hagelwitte zilverreiger spotten. Roodbruine Limousin-grazers sjouwen hier stoïcijns voorbij, in een trage cadans. Jonge grauwe ganzen waggelen naar de waterkant, waar moeder haar vaste uurtje zwemles geeft. Alles bloeit, geurt en zoemt. Dit is zomer in De Onlanden. Woest moerasland, onbruikbaar in de letterlijke betekenis van het woord. Te zacht om op te bouwen, volstrekt waardeloos voor agrarisch gebruik dus. “Land van niks” zou je kunnen zeggen. Maar pas op, dat onland zorgt er wel mooi voor dat de Groningers droge voeten houden!

Waterbuffer: Eelderdiepje
Dat zit zo: een enorme hoeveelheid Drents regenwater komt deze kant op en stroomt linea recta richting stad. Als het dan ook nog een beetje onstuimig is op de Waddenzee, kan dat tot grote problemen leiden. Na de laatste, extreme wateroverlast in 1998 (zelfs het Martini Ziekenhuis moest toen worden ontruimd) is dan ook besloten deze gigantische waterbuffer aan te leggen in de “achtertuin” van Groningen. Een flinke lap groen van zo’n 3500 voetbalvelden groot. Die operatie kende verrassend mooie gevolgen voor de natuur. Want de landschapsinrichters van destijds vonden ook een klein “oerbeekje” terug, het Eelderdiepje. Een geluk bij een ongeluk dus. De oude loop is hersteld en de beek, die als een bibberige potloodstreep over de kaart tot aan Groningen meandert, kan net als vroeger in natte periodes weer buiten haar oevers treden.

De koeien laten bepaalde soorten graag links liggen. De bloemenrijkdom is hier dan ook enorm en daar profiteren tal van insecten en de wereld aan vlinders weer volop van. Oranje zandoogjes, icarusblauwtjes, klein koolwitjes. Dit is een waterrijke oase voor libellen en kikkers, lusthof voor een scala aan moeras- en weidevogels.

Die goedmoedige grazers beheren hier, samen met hun boerenbazen Sytze en Alma van der Goot en Natuurmonumenten het land. Wie meer wil zien kan terecht in de ereloge van het biologische vleesveebedrijf, Kijkboerderij ’t Hoogeveld, waar de Limousins logies vinden. Door de open stal sta je letterlijk oog in oog met de volwassen dieren en – als de tijd rijp is – hun kalfjes. Een aanrader voor een bezoek met kinderen. Vanaf de boerderij worden ook excursies in het veenweidegebied verzorgd en naar wens zelfs feestjes en barbecues geserveerd. Alles op afspraak via www.hoogeveld.nl.

Bron: Jolanda de Kruyf | Beeld: Jolanda de Kruyf

Laatste nieuws