Tekst: Charlotte Pennink | Foto: iStock
Charlotte Pennink werkt ruim 30 jaar in het boekenvak, waarvan de laatste 12 jaar als boekverkoper. Daarnaast is ze actief als redacteur en heeft ze een Bed & Breakfast.
Oranje met een knipoog
Laat ik beginnen met te melden dat ik een overtuigd republikein ben. Dat gezegd hebbend, onthul ik meteen een van mijn grootste guilty pleasures: het Nederlandse vorstenhuis. Ik ben er dól op! Tot verbazing van mijn man ben ik altijd geheel op de hoogte van het wel en wee van onze koninklijke familie. De gebroken pols van prinses Ariane (wederhelft wéét niet eens dat we een Ariane in de koninklijke gelederen hebben), Máxima die een “onzichtbare” beugel heeft of Beatrix’ kleding - een blauw jasje met rok van een Valentino-stof met ingeweven rozenpatroon - die ze droeg tijdens de fotosessie (met alle acht kleinkinderen!) ter gelegenheid van haar 80ste verjaardag. Ik bestudeer het uitgebreid, om vervolgens de nieuwste feiten en ontwikkelingen met mijn moeder door te nemen. Of met goede vriendin J., die niet publiekelijk wenst uit te komen voor haar royalty-afwijking.
Ik denk dat mijn liefde voor de Oranjes iets genetisch is. Het is voor zover ik weet begonnen bij mijn grootmoeder Eva. Opgegroeid aan een Amsterdamse gracht en geheel volgens verwachting getrouwd met een keurige meneer, besloot zij dat het leven meer voor haar in petto had dan kinderen opvoeden en dinertjes organiseren. Ze nam serieuze lessen fotografie en trok eropuit, gewapend met haar Leica-camera en extraverte persoonlijkheid. En zo kwam ze ook in aanraking met het hof. Voor de jaarlijkse Pro-Juventutekalender fotografeerde ze de prinsesjes diverse keren op Paleis Soestdijk. En in 1947, toen prinses Marijke werd geboren, stond er op de voorpagina van het Algemeen Handelsblad een intieme foto van Juliana en Margriet, die het jongste prinsesje liefdevol wiegen. Gemaakt door mijn grootmoeder. Een jaar later werd ze moderedactrice bij die krant, waarna ze 20 jaar lang alle haute-coutureshows in binnen- en buitenland versloeg (dat van die mode is overigens overduidelijk níet in mijn DNA terechtgekomen).
'Er deugde niet veel van de kleding van de dames'
Hoewel de relatie tussen het Koninklijk Huis en mijn grootmoeder danig bekoelde na de Hofmans-affaire (lang verhaal, misschien ooit leuk voor een andere column), weet ik dat ze in de jaren 70 toch weer foto’s maakte van koningin Juliana. Later keken zij en ik op Koninginnedag samen op tv naar
de eindeloze defilés en bezoeken aan steden in den lande. Uiteraard keek mijn grootmoeder vooral kritisch naar de kleding van de koninklijke dames. Er deugde niet veel van: kleurloos, saai of juist belachelijk extravagant.
Nog later kon ik haar geen groter plezier doen dan stapels royalty-bladen mee te brengen. Ze knipte ze binnen de kortste keren aan stukken. Tot vlak voor haar dood op 96-jarige leeftijd, nu tien jaar geleden, maakte zij collages die gretig aftrek vonden in de hele wereld. En wie speelden nogal eens de hoofdrol in deze kleurige en onconventionele kunstwerkjes? Precies, koninklijke figuren. Beatrix als een ontwapenend meisje met een boers kapje op het hoofd of juist als supersexy vamp in een strak gesneden double breasted jasje met ellenlange benen in netkousen eronder. Zo zorgde mijn grootmoeder ervoor dat de wereld van koningen, koninginnen, prinsen en prinsessen, die veel van zijn glans verloren had, er toch één bleef van betovering en verwondering. Met een vette knipoog, dat wel. Grootmoeder Eva was in veel zaken een voorbeeld voor me en dit stukje DNA neem ik graag op de koop toe.
Deze column verscheen in Noorderland 2018-3, bestel 'm hier.