Tekst: Jolanda de Kruijf | Fotografie: JDK & LF2018
Voor veel reizigers houdt Harlingen al op bij de veerbootterminal, met de Waddenpromenade als begin- en eindstation. Wat zonde! Want de enige zeehavenstad van Friesland was ooit toegangspoort tot de rest van de wereld en heeft nog schatten in huis waarvoor je graag wat langer aan wal blijft.
We staan met de rug naar het land en met de kop naar de zee. Het is een gevleugelde uitspraak van Harlingers die zich opvallend vaak meer wereldburger dan Fries voelen. Dat zit diep. De vroegere “voorstad” van Londen heeft een mondiaal karakter, men spreekt er nauwelijks Fries en de bevolking staat te boek als behoorlijk eigenzinnig; een reden dat Harlingen zelfstandig gebleven is in de vloed aan gemeentelijke herindelingen. Die strijdbare volksaard laat zich eenvoudig verklaren. Deze beroemde loot aan de “Elfsteden” beschikt al bijna acht eeuwen over stadsrechten. De internationale handel over zee bracht Harlingen van oudsher al in contact met de grote buitenwereld en bij vlagen ook enorme rijkdom.
Echo van een stad aan zee
Het Werelderfgoed Waddenzee ligt hier aan je voeten en dat voel je. Alles in de atmosfeer ademt het ritme van de zee, al eeuwenlang. Waar je kijkt manoeuvreren schepen in de havens; zeiljachten en motorboten meren midden in het stadshart aan en dat zorgt voor reuring. De eigen bruine vloot, de grootste van Nederland, maakt dat nautische sfeertje compleet; Harlingen heeft zo’n 70 historische klippers, tjalken en aken in huis en pronkt er graag mee.
Meer lezen? Het volledige artikel vind je in Noorderland 2018-5. Haal 'm nu in de winkel of bestel hem hier online.