Verrassende pleisterplaatsen: onderweg op verhaal komen

Tijdens een flinke wandeling of fietstocht kun je soms verlangen naar een kop koffie en een prettige plek om even de benen te strekken.

Dit artikel verscheen in Noorderland 2018-4.

Tekst: Marloes de Moor | Fotografie: Gert Tabak

Tijdens een flinke wandeling of fietstocht kun je soms verlangen naar een kop koffie en een prettige plek om even de benen te strekken. Maar lang niet in ieder dorp is een café of terras. Gelukkig ontstaan in Groningen, Drenthe en Friesland steeds meer kleinschalige pleisterplaatsen en zelfbedieningscafeetjes. Kleine oases onderweg om weer op verhaal te komen.

Rustpunten. Ze hebben elk hun eigen charme en bevinden zich vaak op bijzondere locaties, zoals een boerderij, een schaapskooi, een kerktuin of een erf. Alles gaat er in goed vertrouwen. Bediening is er niet: je zet zelf koffie of thee en laat daarna geld achter. En soms laat de eigenaar zich zélf even zien, altijd in voor een praatje.

Het kleinste café

Ans Hegen (63) heeft tijdens een fikse fietstocht langs het wad in Friesland en Groningen wel eens tevergeefs gezocht naar een gezellige uitspanning. ‘Tegen half elf kregen we zo’n zin in koffie. Dan is het jammer als je nergens iets kunt vinden waar je even kunt neerstrijken.’

Ze begreep het dan ook maar al te goed als fietsers en wandelaars bij haar boerderij aan de Menso Altingstraat in Sleen kwamen vragen waar ze koffie konden drinken. Als Restaurant De Deel aan de overkant gesloten was, bleef er niet zoveel over. ‘Kom maar bij mij in de keuken,’ opperde Ans dan joviaal. Gastvrij als ze is, zette ze dan een pot koffie op de tafel en maakte meteen een praatje met de passanten.

‘Zo kwam ik drie jaar geleden op het idee om een cafeetje te beginnen dat elke dag open is en waar mensen altijd terecht kunnen. Wél met zelfbediening, want ik ben immers ook niet altijd thuis.’

Een kleine ruimte achter de boerderij leek daar bij uitstek geschikt voor. Die fungeerde jarenlang als afhaalpunt voor medicijnen van haar man Gerrit Hegen, die dierenarts is. Toen hij zijn praktijk verhuisde, kwam het kleine kamertje vrij. Ans gebruikte het eerder als galerie voor amateurkunstenaars, maar besloot het om te dopen tot een zelfbedieningscafé met de toepasselijke naam Het kleinste café.

212 verschillende kopjes

De knusse, langwerpige ruimte is ongeveer 7 vierkante meter groot en biedt plek aan hooguit vier mensen. Dan zit het ook écht vol. Binnen staat op een werkblad een koffiezetapparaat, een waterkoker, een jerrycan met water, bakjes met koffie, suiker, thee en Cup-a-soup. Daaronder een koelkastje met frisdranken, chocomel, koffiemelk-cupjes en alcoholvrij bier. Het meest in het oog springen de 212 verschillende kopjes en schotels op de planken aan de wand. Ans verzamelde ze via vrienden en kennissen en kocht ze op rommelmarkten en bij kringloopwinkels. ‘Mensen vinden het erg leuk om ze allemaal te bekijken en er één uit te kiezen. Ze mogen voor één euro ook een kopje meenemen als herinnering.’

Op de prijslijst kunnen mensen zien hoeveel ze in het geldkistje moeten achterlaten. Dat varieert van 1 euro tot 1,50. ‘Mijn vertrouwen is nog nooit beschaamd. In het geldkistje zit altijd het goede bedrag. Nooit is er geld gestolen of niet betaald. Eén keer zag ik een mevrouw weggaan zonder dat ze geld voor de koffie achterliet. Later bleek dat ze een briefje van vijf was gaan wisselen bij de overbuurman om te kunnen betalen. Mensen hebben niet altijd kleingeld bij zich. Maar om hier nu een pinautomaat neer te zetten, nee hoor!’ lacht ze. Ans verdient vrijwel niets aan haar cafeetje, maar dat is ook helemaal niet haar bedoeling.  ‘Op deze manier kan ik gastvrij zijn, óók als ik er niet ben. Soms ben ik zelf in de buurt en dan maak ik altijd even een praatje.’  

In weer en wind open

Het kleinste café is 365 dagen per jaar open vanaf half acht ’s morgens totdat het donker wordt. In de winter, als de deur dicht zit voor wind, regen en kou, voelen voorbijgangers volgens Ans vaak meer schroom om
binnen te stappen. ‘Ze weten dan niet goed wat er achter de deur zit en of ze die wel zomaar open mogen doen. Maar al is het nog zulk rotweer; mijn café is altijd open!’ Naast het cafeetje heeft Ans nog een andere ruimte opengesteld met daarin een toilet en een bankstel. ‘’s Winters kan ik daar een kacheltje aanzetten, zodat mensen even kunnen opwarmen.’

Zo’n 6 tot 12 mensen per dag weten Het kleinste café in Sleen te vinden. Op mooie dagen is vooral het terrasje dat erbij hoort een geliefde plek. Daar staan twee Franse bistrosetjes met gebloemde dekjes en een gezellig bosje narcissen op tafel. De gasten laven zich er aan de stilte, het geruis van de wind in de bomen, het zingen van de vogels. Het Drentse brinkdorp Sleen ademt dan een haast Franse sfeer. Ter hoogte van de kerk kaatsen jeu de boules-ballen tegen elkaar, klinkt het zachte geroezemoes van de spelers. De spitse kerktoren baadt in een oranje avondzon. Op het terras van Het kleinste café zitten op zwoele zomeravonden vaak mensen die op minicamping Pieterom, aan de rand van Sleen, verblijven. Loom genieten ze van een kop koffie of thee bij de invallende schemer. 

Verrassing onderweg

Over zulke gelukzalige momenten ontvangt Ans vaak lovende woorden. Hoewel ze geen gastenboek heeft – ‘het moet geen verplichting worden daarin te schrijven’ –  treft ze regelmatig briefjes of beschreven keukenpapier aan bij het geldkistje. ‘Mensen laten dan weten dat ze het hier zo mooi vinden. “Wat een vertrouwen geeft u ons!” schrijven ze vaak. Die positieve reacties vind ik erg leuk. Daar doe je het toch voor.’ 

Concurrentie met Restaurant De Deel aan de overkant van de weg is er niet. ‘We hebben elk een heel eigen doelgroep. Wie verwend wil worden, laat zich bedienen op het terras van De Deel. Mensen die het niet erg vinden om zelf koffie of thee te zetten, komen hier. Vaak zijn het wandelaars en fietsers die houden van rust en natuur en iets hebben met de kleinschalige, nostalgische sfeer van mijn cafeetje.’ 

Ans heeft wel eens overwogen om meer stoelen buiten te zetten en het uithangbordje groter en zichtbaarder te maken. ‘Dat heb ik uiteindelijk toch niet gedaan, want ik houd het graag klein. Het heet niet voor niets Het kleinste café!’ 

Bij de stichting Rustpunt, die in het buitengebied langs fiets- en wandelroutes op bestaande erven, laagdrempelige voorzieningen aanbrengt, heeft Ans zich bewust niet aangesloten. ‘Je komt dan op de website te staan en bent herkenbaar aan een bord langs de weg. Dat vind ik niet nodig. Het moet een beetje een verrassing blijven. Ik vind het leuk als mensen hier bij toeval neerstrijken.’ 

Een dierbare plek

Gerwin Lichtenberg (34) sloot zich juist wél aan bij de stichting Rustpunt. Langs de kaarsrechte Waterschapsweg in het Groningse Vledderveen stuiten voorbijgangers ter hoogte van een lieflijk kerkje op een groot, oranje uithangbord: Rustpunt de Pastorie.

Gerwin heeft van de kerktuin achter zijn huis, de voormalige pastorie, een prachtige verstilde plek gemaakt. Omringd door weelderig groen kun je hier je zware fiets- of wandelbenen te ruste leggen, de dorst lessen, mijmeren onder de schaduwrijke dakplataan, slenteren langs bijzondere planten en boompjes, turen naar de ondergaande zon.

Als Gerwin eenmaal begint te vertellen over zijn tuin en het bijbehorende houten huisje, wordt al snel duidelijk dat deze plek en alles daaromheen hem dierbaar is. Vol vuur spreekt hij over zijn geboortedorp Vledderveen, de hervormde kerk en de pastorie, waar hij tot zijn grote geluk alweer vijf jaar woont. ‘Mijn opa was van 1977 tot 1987 dominee in de kerk van Vledderveen. Hij woonde in de pastorie ernaast. Ook mijn vader heeft daar vijf jaar van zijn leven gewoond. Dat ik nu zélf in de pastorie woon, vind ik heel bijzonder. Voor mij een reden om deze plek te koesteren.’    

Passie voor gras

Toen Gerwin er kwam wonen, lag de tuin erbij als een grote woestenij vol met bomen, wilde struiken en onkruid. Samen met zijn vrienden van zijn voetbalclub uit Mussel besloot Gerwin de tuin geheel naar eigen inzicht op te knappen. ‘Met een minikraan zijn we de wildernis te lijf gegaan, totdat er nog maar één berkenboom stond. In de kale grond heb ik vervolgens gezaaid.’ Dat was aan Gerwin, die als administratief medewerker en grasspecialist bij een agrarisch 

handelsbedrijf werkt, wel besteed. ‘Ik heb een passie voor gras en wil elk gazonnetje graag mooi strak en groen krijgen.’ In ruil voor een kratje bier en een gezellig barbecue-feest hielpen zijn vrienden hem ook met de bouw van het tuinhuis, voorzien van een bar en houten meubilair. ‘Mijn moeder is heel creatief en hielp me met de decoratie en inrichting. En mijn vader maait regelmatig het gras als ik aan het werk ben.’ 

Op vrije uren is Gerwin zelf aan het tuinieren. ‘De tuin beslaat 1000 vierkante meter, dus vraagt veel onderhoud. Er is altijd wel iets te doen.’ Zo stampte hij in vier jaar tijd met hart en ziel een sprookjesachtige idylle uit de grond. Langzamerhand groeide zijn tuin steeds meer uit tot het paradijsje dat hij voor ogen had. ‘Ik heb er bomen en planten neergezet die voorkomen in de Bijbel, zoals een vijgenboom, wijnstokken, een cederboom, een granaatappelboom, een olijfboom, jeneverbosje en een rozenperkje. Zelf maakte ik bordjes met de bijbehorende tekst uit de Bijbel. Zo leg ik de verbinding met de kerk en de pastorie.’ Bij de vijgenboom valt bijvoorbeeld te lezen: Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is.

Herinneringen in het gastenboek

Aanvankelijk was Gerwin van plan om zelf van de tuin te gaan genieten op de rustige momenten in zijn drukke leven. ‘Maar eigenlijk zat ik er te weinig. Ik vond het leuker om andere mensen te laten meegenieten van deze bijzondere plek. Ik had wel eens bordjes van de stichting Rustpunt langs de weg zien staan. Daar heb ik me voor aangemeld.’ Sinds 1 april 2016 is de Pastorie in Vledderveen officieel een Rustpunt. Mensen kunnen er koffie, thee, water of ranja drinken. In het bijgebouwtje van de kerk is een toilet. Een prijslijst hanteert Gerwin niet. Gasten kunnen een vrijwillige bijdrage in het collectebusje stoppen. ‘Dat doet vrijwel iedereen.’

Zijn Rustpunt is een succes. ‘Zelf ben ik meestal aan het werk, maar uit de aantekeningen in het gastenboek maak ik op dat hier regelmatig fietsers, wandelaars, vakantiegangers en andere belangstellenden langskomen. Ik vind er de meest bijzondere verhalen in terug. Bijvoorbeeld van een vrouw die 31 jaar geleden getrouwd is in dit kerkje. Of een meneer die vertelt dat de opa van zijn vrouw hier 78 jaar geleden dominee was. Zij zijn hier zelfs meerdere keren geweest om herinneringen op te halen.’

Als Gerwin thuis is, vertelt hij gasten graag iets over de tuin, de historie van de kerk en over zijn opa die er dominee was. Alleen op zondagen hangt hij het Rustpunt-bordje niet buiten. ‘Dan wil ik liever zelf van de tuin genieten. Na een drukke dag trek ik me graag even terug in de stilte. Hij wijst op een van de houten stoeltjes achterin de tuin. ‘Bijna altijd zit ik daar en dan komt vanzelf de inspiratie. Die houdt bij mij nooit op,’ lacht hij. ‘Ik denk erover om een watervalletje te maken dat via een kronkelig stroompje naar een vijver in de tuin gaat. Als een symbool van de bron des levens. En zo komen er steeds weer nieuwe ideeën in me op om de tuin nóg mooier te maken.’ 

Rustpunten

Op rustpunt.nu zijn veel meer mooie Rustpunten in Noord-Nederland te vinden. 
Alle Rustpunten liggen aan een fiets- of wandelroute, vaak op een particulier erf met of zonder agrarische bestemming. Je kunt er zelf koffie of thee zetten, gebruik maken van het toilet, je e-bike opladen en informatie vinden over de omgeving. 

Rustpunt de Pastorie

Waterschapsweg 33

Vledderveen

www.jeruel.nl

Rustpunt Het kleinste café

Menso Altingstraat 9

Sleen

Laatste nieuws