Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Het Balloërveld: op de grote stille heide

Ontdek een van de mooiste heidevelden in Drenthe.

Tekst en fotografie: Jan Duker

Dit artikel verscheen in Noorderland 2016-1

Tijdens een wandeling over het Balloërveld in Drenthe kun je op rustige momenten nog overvallen worden door stilte en een gevoel van ruimte en eenzaamheid. Het gebied kent echter ook een rijke historie qua bewoning, die teruggaat tot in de prehistorie. Ga mee op zoek naar de mooie plekjes en sporen uit de geschiedenis in dit bijzondere stukje Noorderland.

Ontstaan in de ijstijd

Het Balloërveld is onderdeel van het Nationaal Landschap Drentsche Aa en geldt als een van de mooiste heidevelden in Drenthe. Het is ontstaan in de voorlaatste ijstijd, zo’n 100.000 tot 300.000 jaar geleden.

Door bewegingen van het ijs werden grote hoeveelheden van de ondergrond, die uit keileem bestond, opgestuwd. Een deel van Drenthe, met uitlopers tot in Groningen en Friesland, kwam zo hoger te liggen. Na het smelten van het ijs bleven de keileemruggen achter. De Hondsrug is hier het mooiste voorbeeld van. Ten westen hiervan ligt de Rolderrug, vernoemd naar het dorp Rolde, dat op deze rug gelegen is. Het Balloërveld ligt tussen deze twee keileemruggen in.

Bewoning

Het Balloërveld is altijd een levendig decor geweest. Dit begon al in de prehistorie, toen het gebied werd bewoond door mensen. Dit is gebleken uit vuursteenvondsten die wijzen op activiteiten van Neanderthalers; ruim 100.000 jaar terug. Ook in latere periodes, zo’n 10.000 jaar geleden, werd het Balloërveld bewoond door mensen uit het zuiden die hier tijdelijk hun kampementen opzetten. Mensen woonden graag langs de  flanken van het beekdal, want hier was het meeste voedsel te vinden.

Door het zwervende gedrag van deze mensen is het Balloërveld op verschillende plaatsen bewoond geweest. Tijdens archeologische onderzoeken zijn op diverse plekken overblijfselen gevonden van jachtkampen en vuursteengereedschap.

Ook werden mensen op het Balloërveld begraven. Dit gebeurde door de overledene te bedekken met een aarden heuvel. Het Balloërveld kent enkele tientallen van deze grafheuvels die uit verschillende perioden uit de oudheid stammen.

Eeuwenoude sporen

Ook de akkerbouw heeft sporen nagelaten die nog te zien zijn. Men ging gebruik maken van zogenaamde raatakkers, ook wel celtic fields genoemd. Deze vierkante omwalde akkertjes van zo’n 30 bij 30 meter zijn op luchtfoto’s en voor het oog nog zichtbaar in het zuidelijke deel van het Balloërveld. Op deze kleine akkers verbouwde men onder andere tarwe, gerst en gierst. Raakte de bodem uitgeput, dan werd de bovenlaag op de wallen aangebracht en bleef de akker enige tijd braak liggen zodat de bodem zich kon herstellen.

Ook bijzonder zijn de karrensporen die over het Balloërveld lopen als onderdeel van een historisch wegennet, dat teruggaat tot in de middeleeuwen. Ze doorkruisen de oostkant van het Balloërveld van noord naar zuid. Ze zijn eeuwenlang onderdeel geweest van een wegennet dat vanuit Coevorden naar het noorden liep, richting Zuidlaren en Groningen.

De weg bestaat uit een brede strook van naast elkaar liggende sporen. Het spoor werd steeds wat verlegd als het oude pad onbegaanbaar was geworden. Bijvoorbeeld door weersomstandigheden, of als de sporen zo diep werden dat ze niet meer toegankelijk waren. Overigens was het reizen langs deze route niet altijd zonder risico.

Struikrovers lagen op de loer en af en toe werden reizigers overvallen. Er is één grote heuvel op het Balloërveld die je gemakkelijk voor grafheuvel aanziet, maar de naam verraadt de werkelijke betekenis. Op de Galgenberg was namelijk de galg geplaatst waar mensen ter dood werden gebracht die de wet overtreden hadden. De galg werd bewust vlak langs de doorgaande route geplaatst, als afschrikwekkend voorbeeld voor langstrekkende reizigers.

Het Pieterpad

Nog steeds maakt het Balloërveld deel uit van een wegennet. In deze eeuw zijn het onder andere de wandelaars van het Pieterpad, die over het Balloërveld trekken. Zij volgen bijna dezelfde route als indertijd de reizigers met hun paard en wagen. De Pieterpad-wandelaar kan tijdens de route links en rechts in het heideterrein nog de karrensporen uit de Middeleeuwen terugvinden.

Militaire invloeden

In 1944 werd door de Duitse bezetter een verdedigingslinie aangelegd, van Meppel tot Delfzijl. Deze linie, bestaande uit een tankgracht en een loopgravenstelsel met schuttersputjes, liep ook over het Balloërveld.

Tot gevechten is het hier overigens nooit gekomen en na de oorlog is veel ervan door de geallieerden opgeruimd. Maar op bepaalde plekken zijn nog steeds restanten van deze linie te vinden.

Na de oorlog werd het Balloërveld gebruikt als oefenterrein voor het Nederlandse leger. Er werden veel helikopter- en tankoefeningen uitgevoerd, waarvoor een uitgebreid zandwegennet is aangelegd. Om beter te kunnen oefenen werden rond 1960 allerlei bosjes geplant, bestaande uit loofhout en grove den. De bosjes lagen verspreid in het veld en moesten er voor zorgen dat het “verrassingselement” tijdens oefeningen werd vergroot.

In januari 1968 werd in het maandblad Drenthe al de zorg uitgesproken dat door deze activiteiten het Balloërveld zou veranderen in een “deerlijk gehavend landschap” waarbij veel van de archeologische en landschappelijke waarde verloren zou gaan. Gelukkig kon het tij in 2006 worden gekeerd. Toen werd het terrein overgedragen aan Staatsbosbeheer dat een inrichtings- en beheerplan opstelde en uitvoerde. De bosjes van het ministerie van Defensie zijn bijna allemaal gekapt, waardoor het weidse uitzicht over het Balloërveld is hersteld.

Zelf op pad

Enkele jaren geleden is langs de weg van Loon naar Gasteren een nieuwe parkeerplaats aangelegd met de naam Galgenriet. Dit is een mooi startpunt om het Balloërveld zelf te gaan verkennen. De wandeling die hier begint voert via houten vlonders en langs een informatiebord naar het Balloërveld.

Op dit bord zijn de locaties van veel van de genoemde historische bijzonderheden aangegeven, zodat ze gemakkelijk te herkennen zijn. Het zoeken en vinden van de archeologische overblijfselen geeft een extra dimensie aan je wandeling, naast het genieten van dit geweldig mooie stukje Drenthe.