Niks is verkwikkender dan een stevige boswandeling. In Drenthe kun je dan zomaar tussen bijzondere flora en sporen tot wel duizenden jaren oud wandelen. Wat vertellen die ons precies? Dat is het terrein van landschapsecoloog Harm Smeenge, die via allerlei bronnen kennis verzamelt. We gaan dit keer op stap in het Norgerholt!
Timmerhout uit de middeleeuwen
De aardlagen van het Norgerholt vertellen een verhaal van honderden, soms duizenden jaren geleden. ‘Een oud bos moet je zien als een goed leesbaar landschap,’ vertelt Harm Smeenge, landschapsecoloog bij de Bosgroepen, een coöperatie van boseigenaren. ‘Op enkele plekken in Drenthe vind je die unieke “bodemarchieven” nog.’
Het Norgerholt is daar een van. De samenstelling van de bodem zorgt ervoor dat er alleen specialistische planten groeien. Adelaarsvaren bijvoorbeeld: ‘Dat zijn hoge varens in bijvoorbeeld houtwallen. In jonge bossen zie je eerder bosbessen of gras.’
De planten en bomen in het holt hangen nauw samen met de geschiedenis van dit type bos. Tot de vroege middeleeuwen bestond het vooral uit linde, iep, hazelaar en zoete kers. Toen de bevolking begon te groeien, werd in deze bossen eik en beuk aangeplant: er was hout nodig voor brandstof en om boerderijen te bouwen. Maar de houtkap en -verkoop ging er wel héél drastisch aan toe. Dat we nu nog holten hebben, is te danken aan een inzicht van weleer. Harm: ‘Vanaf 1450 zijn er schriftelijke bronnen waaruit blijkt dat men het bos wil beschermen. Je mag niet meer zomaar hout kappen of met vee het holt in. Men had toen al wel door: als we zo doorgaan, komt het niet goed.’
Tijdens een wandeling door het Norgerholt kun je zelf op zoek naar sporen van het verleden. Op de website van Natuurmonumenten vind je een uitgebreide beschrijving van een wandelroute door het esdorpenlandschap bij Norg.
Sierlijke woudbraam
Misschien wel de bijzonderste flora in het Norgerholt zijn de bramen. ‘We denken daarbij algauw aan stekelig onkruid, maar deze soorten komen alleen voor als het bos een oude bodem heeft. Vaak zijn het unieke bramen, die verder nergens in Nederland of zelfs daarbuiten voorkomen.’ Klinkende namen hebben ze ook: sierlijke woudbraam, harige koepelbraam, egelschuilbraam. Een specialistische wereld, in kaart gebracht door enkelingen in Nederland die er verstand van hebben.
De bomen in het holt staan er hoog en recht bij. ‘Dat komt ook door de rijkere zandgrond, die niet al te zwaar door de mens is uitgemergeld.’ Onder het Norgerholt ligt karamelbruin zand en keileem. Het blad blijft in de toplaag van de bodem, in een korte voedingsstoffencyclus. ‘Daardoor blijft die kleur zo mooi bruin. En dat zie je alleen op plekken die eigenlijk altijd bos zijn geweest.’
Bron: Ankie Lok | Beeld: SanderStock / iStock