Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: iStock
Dit artikel verscheen in Noorderland 2020-3
Slootkanten die geel zien van boterbloemen. Natte greppels en grazige arealen waarboven wolken overdrijven. Waterlopen die sporen door het landschap trekken en plas-dras waar je het gekwetter van duizenden vogels hoort. De Greidhoeke grossiert in van die oer-Hollandse taferelen. Een plek die ultieme vrijheid ademt. Al is die vrijheid wel kwetsbaar.
Laten we het maar niet mooier maken dan het is: volgens de kenners is het slecht gesteld met de weidevogels in ons land. Belangrijkste oorzaak is het verlies van leefgebied door het verdwijnen van bloemen, kruiden en insecten en oprukkende menselijke activiteit. En dan doen “we” het in Noord-Nederland nog niet eens zo slecht: recente tellingen van Natuurmonumenten tonen aan dat de Friese weidevogelgebieden in de Greidhoeke “overwegend positief” scoren. Dat neemt niet weg dat de aantallen broedparen van The Big Four n(dat zijn grutto, kievit, scholekster en tureluur) teruglopen of – in het gunstigste geval – gelijk blijven. En dat is een zeer zorgelijke trend, vertelt boswachter Hanneke Wijnja van Natuurmonumenten.
Weidevogelparadijzen
De Greidhoeke is een bijzonder stukje Friesland. Eeuwenoud cultuurlandschap, ingeklemd tussen Leeuwarden, Franeker, Bolsward en Sneek én gezegend met een handvol weidevogelparadijzen. Met dank aan de drie, door Natuurmonumenten en pachtende boeren gezamenlijk beheerde vogelreservaten Skrok, Skrins en de Lionserpolder. ‘Een landschap waar van oudsher al wordt geboerd vanwege de rijke grond in de Greidhoeke, die de terugtrekkende zee er achterliet. De weidevogels kwamen op dit kleinschalige agrarische boerenland af en voelden zich er thuis,’ zegt Hanneke Wijnja. Een kwestie van balans zoeken dus. ‘Maar de realiteit is dat er de laatste 50 jaar steeds meer intensief agrarisch landschap kwam, en steeds minder leefruimte voor weidevogels.’
In Friesland is decennia geleden veel grond via ruilverkaveling opnieuw (lees economischer) ingedeeld. Oorspronkelijke oude kreekjes en natuurlijke oneffenheden in het landschap, die lastige hindernissen waren voor de trekker, ruimden toen het veld voor hoogproductieve, egale graslanden. Maar zo ontstond wel een eentonig beeld op het nieuwe land. Een uitzondering daarop vormen de reservaten Skrok, Skrins en de Lionserpolder, waar Natuurmonumenten de “groene loper” heeft uitgerold voor de weidevogel. Door diverse ingrepen is een landelijk mozaïek ontstaan. ‘We houden het waterpeil hier bewust hoog en we onderhouden het karakteristieke greppeltjespatroon: sloten en hoogteverschillen zorgen voor een grote variëteit in vegetatie, veel bloemen en veel insecten; voedsel voor kuikens.’ Zodra gevaar dreigt verstoppen de kuikens zich in het gras of de diepe greppels, zodat ze van bovenaf niet te zijn voor roofvogels. ‘Omdat we deze gronden niet of nauwelijks bemesten krijg je ook bloem- en kruidenrijke graslanden. Vogels floreren daarbij.’
Nestbescherming door het markeren van de nesten – dat doen boeren zelf of ze worden geholpen door vrijwilligers van de Vogelwacht – en eromheen maaien is ook een optie, als het vanwege de bedrijfsvoering niet mogelijk is om later te maaien.
Reservaat als luxe all-inn resort
Terug naar dat oer-Hollandse decor. Want wat een plaatje! Kijk je om je heen, sta je gewoon in een levende ansichtkaart. Deze middag lijkt het wel of de zwerm gevleugelde gasten heeft afgesproken voor een theekransje; het is een drukte van jewelste aan de rand van het reservaat Skrok. Het opgewonden gesnater en gekwinkeleer balt er samen tot een kakofonie van geluid. Dat klinkt boswachters als Hanneke als muziek in de oren. Het zijn de skries en de Iljurk, de tûfein en de tjirk. Of, voor wie minder thuis is in de Friese roepnamen, de grutto, veldleeuwerik, kuifeend en tureluur. Ze hebben kennelijk heel wat bij te kletsen, tussen deze bloemrijke graslanden, in waterplassen en op de kleine eilandjes ertussen. Beschermd natuurschoon, verpakt als luxe all-in resort voor de broedende, foeragerende of op hun voor- en najaarstrek passerende (weide)vogels.
Daar bivakkeren ze niet helemaal ongezien trouwens, want vanuit de twee riante vogelkijkhutten bespieden wij hun gevederde vluchten en onderonsjes met verrekijker en superzoom. De hutten staan bij Hinnaard en Swyns (nabij Wommels) en de gaten in het hout gunnen een goed inkijkje in de rijke vogelwereld daarbuiten.
Somber over de grutto
Als je de massaliteit ziet, is het maar moeilijk voor te stellen dat de dieren het zo zwaar hebben. Maar Hanneke weet wel beter. ‘Neem de grutto,’ zegt ze, ‘dat is onze nationale trots en Nederland is van levensbelang voor de hele wereldpopulatie. Nergens in Europa broeden zoveel grutto’s als in ons land. Een typische vogel die van veenweidegebied houdt, kleinschalig boerenland. De Friese klei in de Greidhoeke biedt ook voedselrijke grond. Dus als-ie in Nederland niet meer kan broeden, dan houdt het echt op.’ Gelukkig houdt de grutto zich in onze gebieden redelijk stabiel, ‘maar de aantallen nemen ook niet toe. Dat baart ons zorgen.’
Het klinkt als een somber scenario, ‘en dat is het ook. We zullen zuinig moeten zijn op een soort als de grutto, we hebben meer natuur-inclusieve landbouw nodig. Er móet wat veranderen.’ Niet alleen het geïntensiveerde boerenland, maar ook de groeiende aanwezigheid van rovers zoals de vos, kraai of steenmarter is van grote invloed op de weidevogelstand. ‘Er zijn zoveel factoren die een rol spelen,’ zegt de boswachter, ‘en als mens heb je niet overal grip op. Niet al onze inspanningen hebben (direct) effect.’ Een voorbeeld: omdat 2019 een heel goed veldmuizenjaar was, was er voedsel in overvloed voor kiekendieven, uilen en buizerds. ‘Dus dit seizoen hebben we waarschijnlijk opvallend veel roofvogels. Dat kán grote gevolgen hebben voor de weidevogels. Dat is ook de natuur, die is nou eenmaal grillig.’
Aan de horizon slingeren een paar fietsers tegen het decor van een kerktoren die parmantig boven het groen uitsteekt. De zoveelste. Het zijn de kenmerkende bakens in het hart van de vele terpdorpen die hier verspreid liggen. Soms maar vlekken op de kaart, maar je bent er welkom en dat voel je. Typisch van die plekjes waar de mensen nog gewoontegetrouw hun hand opsteken en je in het voorbijgaan een vriendelijk midje! (goeiemiddag) toewensen. Wel zo prettig.
Streek van herbergen
Nergens anders in Friesland stuit je op zoveel herbergen als hier in de Greidhoeke, nostalgische pleisterplaatsen die een levendig trefpunt vormen van bewoners en recreanten. Imposante panden zijn het, waar de historie vanaf druipt. Neem nou Bergsma, de oudste kroeg van Friesland! Foar de sfeer fan eartiids, zoals de uitbaters zelf zeggen. Ook al “moest” je niks vandaag, binnenkijken is toch een must: dit “noflik” plekje is een museum gelijk met wanden vol foto’s uit de tijd van weleer, petroleumstellen en olielampjes, koffiepotten en kroonluchters, vergeelde kranten, jeugdboeken, bladmuziek, strijkijzers, beppe’s huisgerei, accordeons. Heb je toevallig nog een vierkante centimeter ontdekt waar niks staat? Meld het de waard meteen.
Deze fraaie herberg staat ook nog eens in één van de mooiste dorpjes die de provincie rijk is, Easterein. Oosterend, zegt vreemd volk van buiten. Een piepkleine parel in de gemeente Littenserdiel die vanwege z’n unieke looks al geregeld schitterde in films, reclamespotjes en tv-producties. De straten en stegen liggen stervormig gegroepeerd rond de kerk, die de dorpskern domineert. De omgrachte, 11de-eeuwse Martinikerk draagt enorme steunberen en telt handenvol grafzerken rondom. Aan de overkant staat één van de oudste pastorieën van Friesland, een rijksmonument met ommuurde moestuin. Verderop, aan de woninkjes langs de Fuoarbuorren, kun je nog zien dat het ooit winkeltjes op een rij waren. Het nering doen is hier verleden tijd. Wat bleef – sinds 1511! - is het café op de altijd drukbevolkte kruising, waar het groen van leilindes zachtjes ruist en het terras uitnodigt tot wat verpozen, kijken en mijmeren van vroeger. Al rond 1910 was de kroeg van Bergsma wijd en zijd bekend; begin vorige eeuw al een populaire halteplaats voor koetsiers die hier voorbij trokken, langs een van Frieslands drukste zandwegen. Het had een trochreed (doorgang) voor de paarden.
De reden waarom dit café al meer dan 140 jaar een begrip in de regio is, is onder meer de liefde voor de kaatssport. En dat is weer te danken aan Freule Clara de Vos van Steenwijk, die hier in 1903 de eerste officiële Freule Kaatspartij in het leven riep, speciaal bedoeld voor jongens van 14 tot 16 jaar. ‘Kaatsen,’ zo stelde de baronesse, ‘is een gezonde bezigheid voor jongens.’ Ze was in die dagen zeer geliefd in Wommels, omdat ze zich het lot van de armsten onder de bevolking aantrok. Zo hielp ze mensen die krap bij kas zaten, liet woningen bouwen, organiseerde jaarlijks een feest met goochelaar voor de kinderen in het dorp en gaf met Sinterklaas geld aan gezinnen die het moeilijk hadden. De weldoenster stelde ook een flink bedrag beschikbaar voor de jaarlijkse jongenskaatspartij, die tot op de dag van vandaag nog altijd in Wommels gespeeld wordt. De freule zelf is vereeuwigd met een borstbeeld op de Terp, vanwaar ze tevreden uitkijkt op het oude kaatsveld van het dorp.
Rijk agrarisch verleden
De boer is onlosmakelijk met dit landschap verbonden. Zowel Wommels als Easterein waren ooit ook levendige centra van de kaashandel in Friesland. Dat kun je hier en daar nog zien aan de mooi gerestaureerde pakhuizen langs het water. Die kaaspakhuizen getuigen van een rijk agrarisch verleden. Het zijn opvallende monumenten in dit groene hart van Friesland. In het oude terpdorp Easterlittens vind je er ook veel; voormalige bedrijfspanden die door stegen direct met de vaart zijn verbonden. Hier bleven de schoorsteen en het ketelhuis van de (gesloopte) zuivelfabriek intact. Wie meer wil weten van de veeteelt en zuivel in de Greidhoeke, kan ook terecht in museum It Tsiispakhús in Wommels.
In meer noordelijke richting vind je nog twee van die typische hotspots van de Greidhoeke: het terpdorpje Jorwert dat beroemd werd dankzij het boek van Geert Mak (de kerk is zeker een bezoekje waard) en Bears, dat een origineel eerbetoon bracht aan de vermaarde buitenplaats Uniastate. Het schitterende slot bestaat helaas niet meer, maar het poortgebouw bleef wel bewaard en dat is nu voorzien van een bijzondere stalen constructie in de vorm van het vroegere huis. Zo zijn de contouren nog wel zichtbaar en dat prikkelt de fantasie! De jongsten kunnen zich hier uitleven in een speeltuin met “historisch” klim- en klautergoed en laat ook zelf de teugels wat vieren. Voel je vrij, vrij als een (weide)vogel in de Greidhoeke.
- Close-up of black-tailed godwit, limosa limosa, with green blurred background. Shorebird with long beak in Iceland, Europe. Horizontal portrait of a wild bird.