Ontdek de bijzondere reisverhalen in piepklein De Pol

Het mooie van De Pol is dat niks moet, alles mag.

Hoe klein ook van stuk; De Pol is een plaats van betekenis. Reizen door het erfgoed van deze voormalige Jodenhoek van de Maatschappij van Weldadigheid is alsof je een vuistdikke omnibus vol verhalen leest. Spannende en prachtige reisverhalen. Van keien die tot dit punt buitelden op hun zwerftocht uit het hoge Noorden, van paupers uit het Westen die hier opnieuw begonnen. Tot paradijsvogels uit alle windstreken die
dit plekje z’n huidige kleur geven.

Het mooie van De Pol is dat niks moet, alles mag. De verhalen zijn optioneel. Dus fiets, flaneer, geniet van wat je onderweg ziet en neem mee wat van je gading is. Een brok cultuurhistorie hier, een lesje geologie daar, een stukje kunst en ambacht en tuinen vol groene genoegens om op adem te komen. Al die belevenissen zijn tot een kluwen samengebald in die kleine, schilderachtige oase. De buurtschap op het snijvlak van Friesland en Overijssel heeft wel iets van Engelse landschapsromantiek. Kijk die entree; gelijk een oprijlaan, omzoomd door eiken. Als het seizoen is losgebarsten meandert de landweg langs groene weiden waar paarden loom hun kostje grazen. Dan zien de velden geel van boterbloemen. 

Rafelige levensverhalen

Een heerlijke uithoek voor lanterfanters van elk pluimage. Maar dat is wel eens anders geweest. Aan het rafelige levensverhaal van honderden joodse kolonisten die hier vanaf 1820 werden gestationeerd en er hun schamele kost verdienden, kleeft geen zweem van romantiek. Een bescheiden stukje niemandsland onder de rook van Willemsoord, de naar Prins van Oranje vernoemde kolonie III in de Maatschappij van Weldadigheid. Daar had de joodse gemeenschap haar eigen getto.

Karige bedoeninkjes waren het in een langzaam uitdijende enclave met eigen religieuze tradities en waarden. Op “de pol”, de Jodenhoek, verrijst een eigen sjoel (gebedshuis), wordt een badhuis gebouwd en opent een schooltje de deuren. Tussen omstreeks 1830 en 1890 is sprake van een behoorlijke gemeenschap. In totaal zo’n vijfhonderd mannen, vrouwen en kinderen leven er door de decennia heen. De kolonisten blijven nooit lang op hun “pol”, dat lapje grond onder het regime van generaal Johannes van den Bosch. De motivatie is nihil. Economische perspectieven zijn er nauwelijks. Er wordt volop gedeserteerd, bewoners krijgen ontslag of trekken uit vrije wil verder, voortdurend op doorreis naar een beter bestaan. Steeds vaker zoeken de joden hun heil weer in de grote stad, in het Westen. Complete families trekken weg. Tot uiteindelijk de synagoge wordt afgebroken, het badhuis uit beeld verdwijnt en de school tegen de vlakte gaat.

Twee oorlogsdrama’s

Het dagelijkse leven in die Jodenhoek van kolonie III is volledig weggepoetst in de tijd. Wat van die zeven decennia kolonisatie resteert, is nog een enkele verwijzing in De Pol: zoals het “Joden-
veentje”, een beschutte plas met een steiger eraan. En één enkele zerk op de joodse begraafplaats die zich innig omarmd weet door een kordon van beuken. De kleine en de grote is daar, staat daarop in het Hebreeuws te lezen, en de knecht vrij van z’n Heer

Wrang genoeg biedt datzelfde polletje land pakweg een halve eeuw later opnieuw beschutting aan dezelfde doelgroep. Gevluchte joden vinden hier, in het bosrijke grensgebied, geregeld onderdak tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een woelige tijd in deze contreien. In de landerijen rond Willemsoord bevinden zich nog de crashsites van geallieerde toestellen. Tot twee keer toe schoten Duitse jagers op deze plek een Engelse bommenwerper uit de lucht. In de zomer van 1940 stortte een vliegtuig neer in een weiland. De plaatselijke bevolking zorgde toen dat de piloot, boordschutter en navigator met militaire waardigheid werden begraven op Vredehof in Willemsoord. Een mooi plekje, verscholen in de schaduw van eeuwenoude beuken en kastanjes. Al zolang het koloniedorp Willemsoord bestaat, wordt hier ook ter aarde besteld. 

Twee jaar later, in het najaar van ’42, sneuvelden nog eens vijf jonge Britse vliegers. Die zaterdagmiddag suisde een tweemotorige Wellington brandend uit de lucht en boorde zich in het boerenland. Niemand van de bemanning overleefde de crash. Voor alle acht knapen, helden uit het luchtruim, richtte Willemsoord vorig jaar een eigen monument op. Twee flinke keien voor twee fatale vluchten. Ze vormen nu onderdeel van een recreatieve fiets- en wandelroute door dit gebied.

Zwervers uit de ijstijd

Andere “reisverhalen” dateren van veel langer geleden, 180.000 tot 130.000 jaar terug in de tijd. Ze getuigen van een uitzonderlijke landreis. Een eindje buiten de buurtschap, praktisch ingeklemd tussen snelweg en spoorlijn, wacht een unieke zwerfstenenverzameling. De keien van geologisch monument Wolterholten zijn afkomstig uit het Saalien, de voorlaatste ijstijd. Oprukkende gletsjerijsmassa’s vormden tot diep in ons land stuwwallen, zoals hier, op de westflank van de Woldberg. 

De stenen kwamen pas eind jaren tachtig letterlijk aan het licht, bij de aanleg van de snelweg A32. Diverse keien kregen toen een tweede leven in particuliere tuinen, in kunstwerken en ze werden bijvoorbeeld gebruikt voor de grensmarkering tussen Friesland en Overijssel. Van 143 zwerfstenen creëerde Rijkswaterstaat uiteindelijk dit geologisch monument. Wie geïnteresseerd is naar de precieze herkomst van de landreizigers: alle stenen – de gletsjerkrassen zijn nog zichtbaar – hebben een nummer met tekst en uitleg. 

Een groen dwaaldorado

Kom, dan maken we een gigantische sprong in de tijd en landen pardoes in De Kronkel, zeg maar de Hof van Eden van Henk Gelmers. Jarenlang runde de bezield groenkunstenaar een bloemenzaak in het nabijgelegen stadje Steenwijk; nu is hij de trotse geestelijk vader van zijn eigen fantasietuin in De Pol. Het resultaat van een ontembare drive, kennis, creativiteit, engelengeduld. Met z’n twee blote handen gemaakt tot wat het nu is: tienduizend vierkante meter dwaaldorado. Spannende paadjes, doorkijkjes en bruggetjes. Waterpartijen geflankeerd door natuurlijke corridors van tegels, bielzen en dakpannen die hier een bijzondere tweede bestaan kregen. 

De Kronkel is een levenswerk. ‘Maar klaar? Nee, dat is het nooit,’ zegt Henk, terwijl hij voorgaat in zijn eigen jongensdroom. ‘Al ben ik zo zoetjes aan wel aan de finishing touch toe.’ Stillevens van stronken, een pad van putdeksels, oude gebinten waar de koeien nog aan geknabbeld hebben, symmetrisch gestapelde pannen en gebroken terrastegels die grensposten vormen in deze oase. Het skelet van stammetjes, een boom vol fluitketels, stobben als heksenkring en een heuse statafel voor kabouters. Binnen de geregisseerde perken mag de natuur hier haar gang gaan. En dat doet ze. 

Alles wat leeft welkom

Dik vijftien jaar geleden streek Henk neer op z’n eigen “pol”, samen met partner Gert Jan van de Kolk. De tuin doet hij alleen. Lacht: ‘Bezoekers vragen me vaak hoeveel tuinmannen ik in dienst heb. Nou, niet één dus.’ Het afgelopen seizoen is hij weer druk geweest met onderhoud; snoeien, schonen, op orde maken, ruimte scheppen. En straks, als het spitsuur wordt en alles tegelijk ontspruit, moet er voortdurend gras gemaaid worden. Noodzakelijk kwaad, vindt Henk dat soms. Want je zult net zien, dan staat er natuurlijk weer zo’n veldje vol tere madeliefjes te jubelen, en dan kan Henk het eigenlijk niet over z’n hart verkrijgen om die bloemenpracht bruut te kortwieken. ‘Nee, nee, ik wacht nog wel even,’ klinkt het dan berustend, ‘ik maai wel als ze uitgebloeid zijn.’

Onkruid? Zelf heeft Henk het liever over “ongewenste plantengroei”, al staat zijn groene hart open voor alles wat groeit en bloeit, hoor. Ook zoemers en kruipers zijn welkom. Wespen en rode mieren, kevers, kikkers, kelderbeesten. Laat maar komen naar De Pol. Daar wachten zijn gedachtenspinsels, verpakt in groene creaties, op de gasten van een nieuw seizoen. Die kijken er elk jaar weer hun ogen uit. ‘Er moet een zekere harmonie zijn, maar ik werk puur op gevoel. Gewoon met wat ik mooi vind.’

www.fantasietuindekronkel.nl

Bron: Jolanda de Kruyf | Beeld: Andries de la Landecremer

Laatste nieuws