Als schaapherder heeft Marieke van Schuppen een modern en pittig beroep: ze tilt per jaar een paar duizend kilo aan afrastering en draait de hand niet om voor een ritje met een volgeladen trailer. Het werk vraagt veel zelfstandigheid, dus een beetje handig zijn komt van pas. Straks, in de lente, gaat de kudde weer op pad. Die doet nuttig werk en buiten is Marieke op haar plek.
‘Kèèèp, kup-kup-kup!’ Met een speciale lokroep trekt ze de aandacht van de kudde. Tientallen koppen in de druilerige wei gaan omhoog en stoppen met kauwen. ‘Kùùùp-kup-kup!’ Een paar schapen komen in beweging, al gauw volgt de rest. Steeds dichter bij elkaar, in een compacte groep, dan nemen ze de vlucht naar voren. Vlak voor haar blijven ze afwachtend staan.
Marieke van Schuppen (38) lijkt een soort magie te bedrijven. Zelf ziet ze er vooral gewenning in. ‘En als je dan ook nog met krachtvoer zou rammelen…’ Ze lacht vanonder een grote capuchon. Herder ben je in weer en wind, maar zo’n hele dag regen vindt ze toch wat minder. ‘Schapen kunnen ook balen van het weer.’
Meer lezen over de schaapherder? Dit artikel verscheen in Noorderland 2020-2. Je bestelt 't nummer hier.
- Ankie Lok
- Tjeerd Visser