Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: Gert Tabak
Het is winter, 1211. Een barre tijd voor reizigers. De omstandigheden zijn Spartaans, maar de nood is hoog. Daarom verlaat abt Emo van Huizinge toch zijn kloostertje Novum Claustrum (Nijeklooster) om recht te gaan halen bij de paus in Rome. Een tocht vol ontberingen van 241 dagen. Voer voor een historische romanschrijver als Ynskje Penning.
Even een ansicht of appje sturen was nog geen optie in de Middeleeuwen. Wilde “Emo van Friesland” gerechtigheid, dan zou-ie het hoogstpersoonlijk moeten gaan halen. Te voet. Hoewel, daarover verschillen geschiedschrijvers van mening. ‘Hij ging te paard. Absoluut,’ zegt Ynskje Penning beslist. ‘Adel loopt niet.’
Diep verontwaardigd
Eerst een kort lesje geschiedenis: Emo, zoon uit een hoofdelingengeslacht, had geld, bezittingen en een vooraanstaande positie in het dorp dat we nu kennen als Westeremden. Een belezen man van de wereld, want hij had in Parijs, Orléans en Oxford gestudeerd. Korte tijd was Emo schoolmeester in Westeremden, waarna hij pastoor werd in Huizinge.
Omdat hij zich sterk aangetrokken voelde tot het kloosterleven, had Emo beloofd het zieltogende kloostertje van zijn neef tot bloei te brengen: Nijeklooster.
Benieuwd naar het hele artikel? Het januari/februarinummer ligt nu in de winkel, of bestel 'm via noorderland.nl/