Tekst: Mat Heffels | Foto: ilbusca / iStock
Mat Heffels is bladenmaker, schrijver en chroniqueur, is getrouwd en heeft een dochter en een zoon die niet meer thuis wonen. De (3!) katten, het hondje en de kippen nog wel. Zou graag van een rustig pensioen genieten, maar er komt altijd iets tussen…
Bij ons thuis is een wonder gebeurd waar in andere tijden en op andere plaatsen een kathedraal overheen gebouwd zou zijn, of een basiliek. Nou ja, tenminste een kapelletje, waar mijn godvruchtige moeder – God hebbe haar ziel – dan bij tijd en wijle een kaarsje zou aansteken en een schietgebedje zou doen.
'Ik lees de krant, gewoon ouderwets op papier'
Hoe het kwam. Mijn dochter was weer eens gezellig thuis. Of eigenlijk was ze op visite, want thuis is tegenwoordig in de grote stad, maar dat krijgen we nog niet echt in ons systeem. We zitten samen aan de grote eettafel. Ik lees de krant, gewoon ouderwets op papier, en zij heeft zich omringd met beeldschermen. In tegenstelling tot wat wel wordt beweerd, staat dat het sociale contact totaal niet in de weg. Tenminste niet bij ons; wij kletsen daar gewoon doorheen en tussendoor.
‘Papa, moet je luisteren.’ Ze wil graag mijn mening en die heb ik, zoals bekend, meestal wel voorhanden. Haar vriendje – leuke jongen – is bijna jarig en ze wil hem een klassiek horloge geven dat ze voor een prikkie, want kaduuk, op internet koopt en vervolgens op een via-via adresje laat opknappen. Ik vind het een avontuurlijk, maar uitstekend idee. En ik schat zo in dat deze jongen de goede bedoeling en inspanning wel op waarde kan schatten, ook als het niet helemaal goed uitpakt.
En dan bedenk ik opeens dat ik zelf ook nog ergens een semi-klassiek horloge heb liggen. Heel erg kapot: op 60 graden mee-gewassen in een spijkerbroek. Ligt al ruim 40 jaar in een la. Nooit weg kunnen gooien, want ik heb hem geërfd van mijn vader. Die had het gekregen van mijn moeder, voor een bijzondere verjaardag; en ik weet nog wel dat het voor hun destijds een flinke investering was. Ik ging mee om het uit te zoeken, want ‘later is het voor jou,’ zei mijn vader. Later kwam veel te vroeg. Ik droeg dat horloge dag en nacht, tot die vermaledijde wasbeurt. Talloze keren heb ik het in de jaren daarna nog in mijn handen gehad. Spijt en gekneusde herinnering. Niet voor niets lijken alle horloges die ik sindsdien heb gehad en waar ik naar kijk in dure etalages op dat ene. Ik hoef het niet te zoeken en neem voor de zoveelste keer de schade nog eens op. Het kroontje is met staafje en al losgebroken, het glas versplinterd. De condens achter het glas is in de loop der jaren wel opgedroogd. Het gevlochten leren bandje, destijds heel erg hip, zit er nog aan. Ik leg het klokje voor mijn dochter op tafel, ‘zoiets bedoel je?’ En dan gebeurt het wonder. Het horloge dat al meer dan 40 jaar niet kan worden opgewonden, want immers een afgebroken kroontje, begint te lopen. En niet eventjes, maar kordaat; naar achteraf zal blijken bijna een uur lang.
‘Het is een wonder,’ roep ik, zwaar geëmotioneerd en zo hard dat mijn vrouw verschrikt uit de keuken komt lopen.
‘Hier staat: waterproof,’ leest mijn dochter op de achterkant. Qua combinatie van romantiek en nuchterheid is ze het evenbeeld van haar moeder.
‘Ruimen jullie de tafel op,’ zegt die, ‘we kunnen zo eten.’
Nou wil het toeval dat ik zelf binnenkort jarig ben. Een nadere hint lijkt me overbodig.
Deze column verscheen in Noorderland 2-2018. Bestel het nummer hier.