Tekst: Marloes de Moor | Fotografie: Gert Tabak
Tijdens een flinke wandeling of fietstocht kun je soms verlangen naar een kop koffie en een prettige plek om even de benen te strekken. Maar lang niet in ieder dorp is een café of terras. Gelukkig ontstaan in Groningen, Drenthe en Friesland steeds meer kleinschalige pleisterplaatsen en zelfbedieningscafeetjes. Kleine oases onderweg om weer op verhaal te komen.
Rustpunten. Ze hebben elk hun eigen charme en bevinden zich vaak op bijzondere locaties, zoals een boerderij, een schaapskooi, een kerktuin of een erf. Alles gaat er in goed vertrouwen. Bediening is er niet: je zet zelf koffie of thee en laat daarna geld achter. En soms laat de eigenaar zich zélf even zien, altijd in voor een praatje.
Het kleinste café
Ans Hegen (63) heeft tijdens een fikse fietstocht langs het wad in Friesland en Groningen wel eens tevergeefs gezocht naar een gezellige uitspanning. ‘Tegen half elf kregen we zo’n zin in koffie. Dan is het jammer als je nergens iets kunt vinden waar je even kunt neerstrijken.’
Ze begreep het dan ook maar al te goed als fietsers en wandelaars bij haar boerderij aan de Menso Altingstraat in Sleen kwamen vragen waar ze koffie konden drinken. Als Restaurant De Deel aan de overkant gesloten was, bleef er niet zoveel over. ‘Kom maar bij mij in de keuken,’ opperde Ans dan joviaal. Gastvrij als ze is, zette ze dan een pot koffie op de tafel en maakte meteen een praatje met de passanten.
Dit artikel verscheen in Noorderland 2018-4. Bestel het nummer hier online.