De revival van het oude ambacht

Het échte, pure ambacht is bezig aan een revival.

Dit artikel verscheen in Noorderland 2015-8.

Tekst en fotografie: Jolanda de Kruyf

Vroeg donker, gordijnen dicht. Ons wachten nog vele, lange winteravonden binnen. Waarom zouden we die niet nuttig besteden en ‘es een breiwerkje ter hand nemen. Wat voor de vuist weg knoffelen, klossen of knopen. Wie liever robuuster werk omhanden heeft, duikt de schuur in voor een ouderwets staaltje strodokken binden, stoelen matten, manden vlechten. Iedereen kan het leren en de club van Onstwedder Gaarv’n helpt vaardige handen graag de winter door.

Het échte, pure ambacht is bezig aan een revival. In deze haastige 21ste eeuw waar vrijwel alles volautomatisch wordt aangestuurd, willen we juist weer graag wat met onze blote handen maken. De vrijwilligers die het vak beheersen draaien overuren op markten en braderieën in heel Noord-Nederland. Vakmanschap is “hot”; hout draaien, bezems binden, klompen of dorsvlegels maken, koper slaan, netten knopen, veldsmeden. In tal van dorpshuizen en cursuszaaltjes bekwamen generaties van nu zich in huis-, tuin- en keukenklussen die onze (verre) voorouders gewoon van nature al in de vingers hadden. Van vader op zoon en van moeder op dochter doorgegeven. En dáár spinnen ze bij de Onstwedder Gaarv’n garen bij.
De stichting zag het levenslicht in 1978. Een jaar daarvoor had Onstwedde (gemeente Stadskanaal, Groningen) z’n 1100-jarig bestaan gevierd en waren diverse, nostalgische dorpsambachten weer eens in de kijker gezet. Het was een doorslaand succes. Van lieverlee dijde de club uit. In de jaren tachtig werd de complete dorpsgarnituur van Landbouwvereniging Nieuw Buinen aangekocht en groeide Onstwedder Gaarv’n (“korenschoven” op z’n Grunnings) uit tot een goed geoliede machine die maar wat graag kwam opdraven op corso’s, oogstfeesten en andere manifestaties.

In leven houden

Sinds 2005 hebben ze hun eigen trotse honk, De Ambachtshoeve, aan de Wessinghuizerweg, net buiten het dorp. Basis voor vergaderingen en voor alle benodigde materialen en gereedschappen. Van spekdikkenijzer, beitels en gutsen tot dorsmachines, balg en broodoven. Maar sinds een aantal seizoenen ook the place to be voor leergierige cursisten. Hier krijgen oud, en ook steeds jonger gelukkig, de fijne kneepjes van het vak bijgebracht. ‘En dat moet ook wel,’ beseft voorzitter Jan ten Have, ‘want doe je niks, dan sterft het uit. Dan gaan veel oude ambachten verloren, weet niemand meer hoe het moet. Wij houden ze in leven.’
Secretaris Wessel Volders vult aan: ‘De animo voor onze cursussen blijft opvallend stabiel. Maar dat succes komt ons niet aanwaaien, we moeten er wél veel voor doen.’ Bestuurslid Berend Jan Bessembinders – hij heeft z’n naam al mee – licht dat even toe. ‘We zijn geen slapende club. Trekken er actief op uit, het land in, per kalenderjaar ruim zestig demonstraties. Van verzorgingshuis tot jaarmarkt.’
De Ganzenmarkt in Coevorden. De Ambachtelijke Dag op Ameland. De Allerheiligenmarkt (beter bekend als Adrillen) in Winschoten. Je komt de mannen en vrouwen van de Onstwedder Gaarv’n overal tegen, tot zelfs over onze landsgrenzen. Op hoogtijdagen demonstreren en doceren 160 medewerkers dat meesterschap van weleer. Stuk voor stuk vrijwilligers uit eigen dorp en omstreken. Ze zijn redelijk selfsupporting. Halen in januari of februari een nieuwe voorraad wilgentenen, materiaal voor (onder meer) bezems. Voor het dokken binden en vlegeldorsen kopen ze jaarlijks een hectare rogge “op de wortel” van een boer in de buurt, laten het gewas rijpen en halen het dan zelf af met de zicht (een korte zeis). De garven worden handmatig gebonden en dan gedroogd.

“Zo één had oma ook!”

Een veelgehoorde kreet van herkenning onder bezoekers: "Zo één had mijn oma ook!" Een koffiebrander op de kachel, daarna de bonen malen. ‘Weer eens wat anders dan zo’n moderne koffiemachine met capsules,’ grinnikt een bestuurslid. Koekje erbij? Eerst op het hakblok en opgepast met vingers; het kantelmes snijdt er kaarsrechte repen van.
Grote trek? De eigen bakker trekt altijd bekijks met zijn veldoven. Eenmaal “op stoom” rollen daar wel 600 bollen op een dag uit. De rozijnenbollen worden gevreten, ‘amper uit de oven of ze zijn al verkocht. Die gaan echt als zoete broodjes.’
Onder de bezielde aanvoering van de Onstwedder meesters en juffen wordt weer kant geklost, melk gekarnd, met frivolité gewerkt. Of geknoffeld. Knoffelen? ‘Ja, da’s wat anders dan knuffelen hoor,’ grapt Bessembinders. ‘Maar breien, met vier tot vijf korte pennetjes.’ Voor alle werkjes geldt: ‘Hier heb je wat meer geduld voor nodig.’ Geen punt voor de cursisten. Iedere winter weer melden zich tientallen liefhebbers aan die thuis de vingers stram oefenen. Bessembinders: ‘Want je moet ermee bezig blijven hè, het ambacht levend houden. Dus mat thuis maar eens een stoeltje waarvan de zitting niet zo mooi meer is. Of isoleer je eigen dak, met strodokken onder de pannen. Van oudsher een prima isolatie die ook nog eens goed ventileert.’ Knipoogt: ‘Onze voorouders waren zo gek nog niet.’

Klik hier voor het recept van spekdikken.

Laatste nieuws