Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: Gea Laar
Dit verhaal verscheen in Noorderland 2021-6
De man die de boel op tv al bijna 25 jaar flink opschudt en met zijn ongezouten commentaar de tongen losmaakt, stopt ermee zodra z’n contract erop zit. Dan moet Hilversum op zoek naar een ander kijkcijferkanon. Medelijden hoeven we niet te hebben met Johan Derksen, want feitelijk is “de snor” nergens liever dan thuis, gewoon in Grolloo. ‘Sinds wij in Drenthe wonen heb ik het westen nog geen seconde gemist. Alles is zo relaxed hier.’
‘Ik rook een sigáártje, ben geen crimineel’
Als Johan Derksen achter de coulissen nog wat reddert met kopjes voor verse koffie, heeft zijn bezoek tijd om in schaamteloze verwondering rond te kijken. De mancave achter huis, door zijn biograaf omschreven als de natte droom van iedere getrouwde man, is meer nog dan werkkamer annex studio een persoonlijk museum vol verzamelingen en dierbare foto’s uit zijn carrière. Een persoonlijk walhalla.
“Tuinhuis” dekt de lading niet bepaald van dit met museale muziekstukken volgestouwde heiligdom. Geen ratjetoe, oh nee! Een verzameling van – naar eigen, ruwe schatting – 30.000 cd’s staat keurig in het gelid, op alfabet en soms op genre gerangschikt. Hier verzorgt hij zijn muziekprogramma 100% Grolloo, luistert naar zijn geliefde blues én kijkt voetbal. Beroepsmatig dan. ‘Voetbal is mijn werk. Ik móet al die wedstrijden wel zien, kan niet maar wat zitten zwammen op tv.’
In dit smetteloze decor oogt ook de tv-ster onberispelijk als altijd. Cognackleurige blazer, blauwe blouse boven een spijkerbroek en suède schoenen. Een brandende sigaar tussen de vingers. Man en rookwaar zijn onafscheidelijk en Johan weigert dat pleziertje op te geven. ‘Ik eet gezond, ben al 30 jaar geheelonthouder en gun mezelf één lolletje. Mag het misschien? Ik rook een sigaartje hè, ik ben geen crimineel.’
‘Stop ik met tv, dan gaat de snor eraf’
IJdeltuiten aan talkshowtafels, Johan Derksen is er wars van. En hij waakt ervoor na al die jaren zélf zo iemand te worden. ‘Vroeger vond ik het een eer hoor, zo’n uitnodiging om ergens aan te schuiven. Maar ik ga nu echt geen vijf uur meer rijden om tien minuten beroemd te zijn op tv.’ En dus kondigde-ie in zijn, deze zomer verschenen biografisch portret Derksen, aan zijn huidige contract bij John de Mol uit te dienen en dan resoluut te stoppen met televisiewerk.
Om daaraan tot ieders schrik toe te voegen: ‘Ik heb al een afspraak met mijn kapper gemaakt; wanneer ik stop met televisie, gaat de schaar in mijn haar en de snor eraf.’ Vroeger had-ie al ruzie met zijn vader over dat lange haar, nu is het zijn handelsmerk. Maar de spraakmakende co-presentator van Veronica Inside gaat straks onherkenbaar door het leven: ‘Lijkt me wel lekker hoor, dat je het café in stapt en niet iedereen meteen tegen je aan begint te zeiken.’
Johan Derksen. Controversieel. Je houdt van ‘m óf je haat ‘m, maar onberoerd laat de man met het hart op de tong niemand. En zelf vindt hij ook wat van – bijna - iedereen. Dat scheelt. Zijn biograaf verzamelde in Derksen een compleet arsenaal aan uit zijn mond opgetekende beschimpingen: louche scharrelaar, ordinaire dorpsidioot, boerenkiel crimineel, Drentse jokkebrok, onvolwassen miljonairtjes, mokkende kleuter, onbehouwen hork, opdringerige voetbalparasiet, zelfingenomen kwalletje, farizeeër, engerd eerste klas, pedante blaaskaak, pseudo-vedette… en ja, ga zo maar door.
‘Heb de ophef nooit begrepen’
Sommige van die uitlatingen leidden al meer dan eens tot live uitgevochten ruzies. Met als apotheose natuurlijk de mediaclash die in de zomer van 2020 ontstond, na zijn opmerking over rapper Akwasi in de Zwarte Pieten-discussie. ‘Ik maakte een grápje, niks meer, niks minder. Heb de ophef nooit begrepen,’ zegt Johan achteraf van de toen ontstane rel. ‘Als je in dit land zwarte koffie bestelt word je al weggezet als racist.’ Grote adverteerders haakten af bij Talpa, de halve wereld viel over hem heen en de anonieme bedreigingen aan zijn adres waren dermate ernstig, dat de tv-ster halverwege de rit van Grolloo naar Hilversum naar de studio werd geëscorteerd door een speciale beveiliger. Laconiek: ‘Als je wilt kun je overal wel boos om worden.’
Johan Derksen zegt niet wakker te liggen van alle gedoe, heeft bewust geen account op Twitter of Facebook (‘kijk maar niet, zegt mijn dochter, dat is beter voor je’) en is niet geïnteresseerd in wat ‘al die gekkies’ van ‘m vinden. ‘Ik heb alleen maar een grote bek op tv. Soms zijn mensen teleurgesteld als ze me ontmoeten. In het echt val ik wel mee.’ Wie hem leert kennen ontdekt dat Johan Derksen geen buurman Bolderbast is. Maar ook allerminst een pleaser. ‘Ik zit niet bij VI aan tafel om een populariteitspoll te winnen. René heeft de lach aan zijn kont hangen, Wilfred is irritant en dít is mijn kenmerk.’
‘Grolloo is als een warm bad’
Terug naar Grolloo. ‘Een warm bad,’ zegt hij. Ze kennen hem er nog wel van vroeger, toen-ie manager was van Cuby + Blizzards. ‘Ik voel me hier thuis, weet hoe het dorpse leven in elkaar steekt. Ik ben zelf de grootste provinciaal van Nederland.’ De buurt staat altijd paraat. ‘Nabuurschap. Dat is mooi hoor. Mensen staan klaar, helpen met vervoer als er iemand naar het ziekenhuis moet en sjouwen direct met pannetjes eten als er wat loos is. Rond de jaarwisseling komen mensen ons kniepertjes brengen.’
Na de mediarel vorig jaar kregen Johan en zijn echtgenote Isabelle wildvreemde mensen aan de deur met bloemen, om hun steun te betuigen aan de veelbesproken dorpsgenoot. ‘We hadden op laatst geen vazen meer over.’ Het jaar ervoor was Johan Derksen van de trap gevallen. ‘Oogkas en jukbeen gebroken, hersenschudding, mijn linkerarm op vier plaatsen gebroken. Dat was schrikken. Maar dan staan mensen er voor je. Ja, het is hier een stuk vriendelijker én veiliger dan in die grote steden.’
Hometown Grolloo had en heeft een speciaal plekje in zijn hart. ‘Een nuchter volk, daar houd ik van. En de mensen laten me met rust.’ Heel mooi dat er in Grolloo intussen een straat is vernoemd naar zijn overleden kameraad en blueslegende Harry Muskee – diens vroegere woonhuis is nu ingericht als het Cuby + Blizzards Museum –, maar ze moeten in zijn woonplaats nog maar even wachten met de onthulling van een “Johan Derksen Avenue”. ‘Dat mag pas als je tien jaar dood bent,’ grapt de hoofdrolspeler zelf, en hij hapt in een verse sigaar. Van De Olifant natuurlijk, hoe kan het ook anders, de beroemde fabriek uit sigarenstad Kampen.
‘Ik ben toch Elvis Presley niet?’
Sommige passanten op zoek naar een glimp van de tv-ster maken het al te dwaas (‘hé, we waren toevallig in Grolloo en zeiden, kom, we gaan even een bakkie doen bij Johan’) maar dat zijn brutale uitzonderingen. Hoewel de eigenaar van een bedrijf dat oude DAF’jes verhuurt het ook wel tamelijk bont maakte. ‘Het viel me na een poosje op dat ik de deur nog niet uit kon, of ik moest met iemand in een DAF op de foto. Bleek ik zelf onderdeel te zijn van een autopuzzeltocht door de omgeving. “Als we jou opsporen krijgen we 25 punten extra”, zeiden die mensen. Ja doe me een lol zeg. Toen heb ik de eigenaar gevraagd dat onderdeel uit de rit te schrappen.’
In het toeristenseizoen kan Johan Derksen de straat amper oversteken of iemand schiet hem aan, wil met ‘m poseren. Anderen komen spontaan iets persoonlijks afgeven; een gedicht, een zelfgemaakt schilderij. Nooit voelt hij zich te groot of te goed voor een vriendelijke groet, een handdruk, een selfie of een praatje. Hij lacht. ‘Joh, ik ben toch Elvis Presley niet? Ik ben ook maar een gewone boerenlul uit de Betuwe hoor.’
En ach, zodra de dagen weer korten, verwatert de grote belangstelling, dan is de hausse weer voorbij en schurkt Grolloo samen onder een knusse dorpsstolp. ‘De winters hier zijn heerlijk. De sfeer, dat rustgevende. En voor Cuby, onze labradoodle, is het fantastisch. Elke ochtend trek ik uit voor de hond, en dat wéét dat beest hè. Geen afspraken, maar lekker samen wandelen. We hebben vier verschillende bossen vlak bij de deur, daar mag-ie vrij lopen, er is een grote plas om in te zwemmen. Nou, om hier te leven, daar heb ik graag anderhalf uur rijden voor over.’
‘Zodra men inhaakt voor polonaise, ben ik weg’
Nee, geen kwaad woord over de “periferie” van ons land. In Derksen schrijft biograaf Michel van Egmond: Johan heeft een scherp afgestelde radar voor Randstedelingen die de neiging hebben om de rest van Nederland af te doen als een zompig moeras waar niets interessants gebeurt. Hij voelt zich snel geroepen om op te komen voor het platteland.
Zijn wortels liggen in de streek, niet in de stad. Johan, geboren en getogen in het Gelderse Heteren, verhuisde op z’n 13de met zijn ouders naar Drenthe. Zijn vader, werkzaam bij de rijkspolitie, was overgeplaatst naar Rolde. ‘Drenthe!’ roept hij uit. ‘Dát was ver weg. Ik ging er met frisse tegenzin heen en als ik dan voor mijn moeder een boodschap moest doen verstond ik geen mens in de winkel. Ik voelde me gewoon een buitenlander.’
Drenthe werd pas leuk toen Johan kennismaakte met Harry Muskee en Jan Venhuizen, de latere manager van Cuby + Blizzards. ‘Ik trof die gasten in de platenzaak van Lampe, aan de Gedempte Singel in Assen. Daar was ik medio jaren 60 vaak te vinden. Ik groeide met ze op, prachtig, heb het nog nooit zo naar m’n zin gehad.’ Zijn ontmoeting met Harry voedde zijn liefde voor de blues. Muddy waters, B.B. King, John Lee Hooker. ‘Het is toch een beetje sentimentele ouwe mannen muziek, het raakt een snaar bij me. Die zwaarmoedige sound.’ Niet dat Johan een somber mens is, integendeel. ‘Maar zodra men gaat inhaken en de polonaise loopt, ben ik weg.’
‘We halen de top naar Blues Village Grolloo’
Verdriet en misère leveren veel mooiere muziek op dan al die hysterische vrolijkheid, aldus Johan Derksen. Bluesfan in hart en nieren. En die is in z’n element in Grolloo, Blues Village. De status is officieel, er staan borden bij binnenkomst en gitaren sieren de rotonde. Een geuzennaam, met dank aan dorpslegende Harry Muskee. Jaren na zijn dood, in 2011, was Johan Derksen de grote aanjager van het eerste Holland International Blues Festival. Een eerbetoon. ‘Geweldig feest. Vier edities hebben we nu gehad, met telkens 30.000 man publiek. En dat voor een dorp met 700 inwoners! Wat denk je: nog nooit één klacht gehad.’ Er komen wereldsterren naar Drenthe: Bonnie Raitt, ZZ Top, Van Morrison, Jeff Beck. ‘Wij willen alleen de top in Grolloo.’ Corona gooide roet in het eten, maar voor 2022 staat het event weer op de kalender en Johan Derksen is een van de stuwende krachten.
‘Je gaat wel merken dat je in de zeventig bent’
Waar haalt hij de tijd vandaan. Tussen de plichtplegingen op tv door heeft hij ook nog een landelijk eigen radioprogramma, getiteld Muziek voor Volwassenen. ‘Daarin draai ik nu al 20 jaar mijn eigen smaak muziek; blues, soul, country, Americana. Het wordt opgenomen in de studio van Radio Drenthe.’ Dan is er dus nog Grolloo Radio, ‘een hobby’. Net als de theatertours.
‘We reizen al zes jaar door het hele land; van Veendam naar Spijkenisse, van Oss tot Winschoten. Een gezelschap van (inter)nationale artiesten op de bühne en ik babbel het aan elkaar. In het begin trokken we alle bejaardenhuizen leeg, met die ouwe gasten van The Shoes, Sandy Coast, Brainbox. Voor die bands zijn geen podia meer hè, maar wél fans.’ De tour is een hit. ‘We maken 125 shows per jaar en dat publiek gaat er echt voor zitten en luisteren.’
De pandemie zette een streep door de optredens, zo’n 60 shows werden uitgesteld. ‘Een hard gelag voor de artiesten, want zij leven van de muziek. Ik word er zelf financieel niks wijzer van, het kost mij een tank benzine. Maar ik vind het leuk om te doen. De rust tijdens corona was wel even prettig. Dat toeren, elke nacht om drie uur thuiskomen, nou, dan ga je wel merken dat je in de zeventig bent hoor.’