Tekst & fotografie: Gert Tabak
Uit één van de werkplaatsen aan de spoorlijn in Koekange klinken hakkende geluiden. Volop bedrijvigheid bij Willy Pladdet, bezig met het kappen van een ornament voor een klassieke grafsteen die hij binnenkort mag afleveren. Dit atelier vol platen steen in een mozaïek van kleuren is zijn trots en passie. Willy’s nieuwste aanwinst: troostrijke zuiltjes waarin een urn bewaard kan worden.
Willy neemt ons eerst mee naar zijn showroom waar we een heerlijke kop koffie krijgen aan de grote houten tafel met een indrukwekkende plaat Marron Emperador in het midden. Nu we hier toch even zitten vertelt de steenhouwer hoe hij in het vak terecht gekomen is. ‘Het is een vreemd verhaal, maar door een stom toeval ben ik vanuit het bank- en verzekeringswezen dit vak ingerold. Ik had een gerestaureerde kleipers op Marktplaats gezet en de man die erop af kwam was steenhouwer van beroep. Op het moment dat hij de pers kwam halen in de smederij van het dorp, waar ik toen een ruimte huurde, was ik hobbymatig wat met beeldhouwen bezig. ‘Goh, dat doe je wel aardig,’ zei de man. ‘Als je weer eens wat stenen nodig hebt dan kom je maar eens bij mij langs.’
Bij de leermeester
‘En zo besloot ik op een dag naar deze steenhouwer toe te gaan. Hij nodigde me uit om bij hem te komen werken om vertrouwd te raken met de materie. Gedurende een half jaar ging ik elke woensdag naar Sassenheim toe.
Ik vond het geweldig om al die soorten steen te leren kennen en zijn gereedschappen en machines te mogen gebruiken. Ik maakte voor mezelf een dorpel, een wastafelblaadje, een brievenbus en een beeldje, en zo leerde ik langzamerhand het vak in de praktijk. Mijn leermeester vond dat ik talent had en stelde voor me om te scholen bij het Centrum Natuursteen in Utrecht.
Na wat heen en weer praten kon ik daar terecht en heb uiteindelijk het vak goed onder de knie gekregen; één van de beste dingen die me is overkomen in mijn leven.’
Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest het in Noorderland 2018-4. Bestel 'm hier!