Dit artikel verscheen in Noorderland 2015-4.
Tekst: Kim Veenman | Fotografie: Agnes Ferwerda, Kruidentuin Zaailand, Christine Pietersen, Gemeente Leeuwarden & Kim Veenman
Moestuinieren is hot. Denk maar aan de supermarktmoestuintjes of het tv-programma “Van Hollandse Bodem”. Bij volkstuincomplexen groeien de wachtlijsten en ook veel stadsbalkonnetjes ondergaan een groene metamorfose. In Leeuwarden schieten de buurtmoestuinen uit de grond, zelfs midden in de binnenstad. En dat brengt meer dan alleen verse groenten…
De volle fruitbloesems van het voorjaar hebben alweer plaatsgemaakt voor groen blad, terwijl kruiden als tijm, peterselie, bieslook en rozemarijn heerlijk geuren. Nee, we staan hier niet in een boomgaard op het platteland, maar in Leeuwarden. Middenin de binnenstad nog wel. Aan het Zaailand ligt deze prachtige buurttuin, verscholen tussen de huizen. Buurtbewoners koesteren dit stadse groen al jaren met liefde. Het begon allemaal acht jaar geleden, toen buurtbewoner Sylvia Dijkstra de kale jeu-de-boulesbaan wilde omtoveren tot een tuin. En dat is gelukt. Met wat hulp van de gemeente, de woningcorporatie, het wijkpanel en natuurlijk de bewoners kwam het idee van de grond.
‘Het is heerlijk,’ vertelt bewoner Sjouke Wouda. ‘Als ik ga koken, loop ik met m’n schaartje naar de tuin en haal verse basilicum. Wat wil je nog meer? En het mooie is: iedere buurtbewoner mag oogsten, ook als ‘ie niet in de tuin heeft geholpen.’ Sjouke en zijn vrouw Tjits verruilden twee jaar geleden hun huis met een grote tuin voor een woning in de binnenstad, zonder tuin. De buurttuin ligt pal achter hun huis. ‘We hebben geluk, want we gaven een grote tuin op, dat was wel even spannend. Maar we kregen er de gezamenlijke tuin voor terug. Waar we eerder in het weekend alleen in de tuin moesten werken, helpen we nu op woensdagavond mee en dat is nog gezellig ook. Door de tuin hebben we onze buren leren kennen en drinken we geregeld een kopje thee. Eigenlijk hebben we de lusten en maar weinig lasten.’
Leeuwarden kleurt groen
De buurttuin in het Zaailand was de koploper in Leeuwarden. Volgens de cijfers loopt Leeuwarden zelfs achter vergeleken bij andere Nederlandse steden in bijvoorbeeld de Randstad. Daar verrezen al jarenlang dak- en moestuinen tussen stadsgebouwen. Tuinieren in de bebouwde kom van de stad heet ook wel “stadslandbouw”. Het concept komt uit Amerika, Engeland en Duitsland, waar het urban gardening of farming wordt genoemd en ontstond uit de behoefte om ook in de stad eigen voedsel te kweken, meer natuur in de stad te brengen en bij te dragen aan een beter milieu. Sinds het idee een paar jaar geleden naar Leeuwarden overwaaide, gaat het razendsnel. Gjalt Faber, coördinator stadslandbouw bij de gemeente, is helemaal enthousiast: ‘Het is geweldig om te zien hoe de bewoners allemaal de handen uit de mouwen steken. En nog steeds kloppen wekelijks mensen bij me aan met nieuwe ideeën voor stadsmoestuinen. We kijken bij de gemeente wat we kunnen betekenen. Zo helpen we bij het plan en faciliteren waar we kunnen, door bijvoorbeeld de grond voor te bewerken. De tuinen zijn echte groene pareltjes in onze stad. Kijk maar eens naar de Doarpstún in Snakkerburen, of naar onze stadsboer Gosse Haarsma. Maar ook de andere tuinen zijn stuk voor stuk prachtig.’
Samen de handen uit de mouwen
We bezoeken één van de eerste buurtuinen die Gjalt hielp opstarten: buurtmoestuin Oranjehof, bij het Emmaplein. Bij deze buurttuin hebben tien gezinnen een eigen verhoogde bak, waar ze naar hartenlust groente, fruit en kruiden verbouwen. Met al dat groen vergeet je bijna dat je midden in hartje Leeuwarden staat. Een blik buiten de tuin verraadt genoeg: er liggen woonboten, we zien herenhuizen en we hebben uitzicht op de koepelkerk. Wijkbewoonster Femke Molenaar startte in 2012 met het idee om van dit toenmalige “nietsveldje” een hondenuitlaatplek te maken. Dat bleek lastiger dan gedacht en zo ontstond het idee voor een buurtmoestuin. Femke formeerde een werkgroep en wist nog negen bewoners uit de Oranjewijk enthousiast te krijgen. Ze maakten een plan en kregen uiteindelijk de financiering rond.
Inmiddels bloeit de tuin alweer voor het tweede jaar. ‘We wilden een buurttuin waar iedereen, ondanks het samen tuinieren, wel z’n eigen plekje heeft. En ook ouderen moeten kunnen meedoen. Zo ontstond het idee voor de verhoogde bakken. De borders en fruitstruiken delen we wel samen,’ vertelt Femke. Ook zij ziet naast de voordelen van gezonde groenten en fruit en "weten wat je eet" meer: ‘Betrokkenheid bij je eten wérkt, dat zie ik ook bij mijn kinderen. Ze zien hoe uit een zaadje een tomatenplant groeit. Ik laat mijn dochter vaak pluksla oogsten en dan komst ze echt snoeitrots terug met het avondeten. Eerst was sla niet lekker, maar nu ze het zelf oogsten wel, hoe leuk is dat?’ Femke is nog steeds erg blij met de tuin: ‘De buurtcontacten zijn veel intenser en je leert je buren in elk geval kennen. We hebben nu ook een groeps-app en dat werkt fantastisch, vooral in onze straat waar eigenlijk iedereen een drukke baan heeft. Als ik in de tuin werk, komt geregeld iemand een kijkje nemen of maak ik een praatje met een onbekende. De tuin brengt dus echt méér dan groente alleen.’
Of toch alleen?
Nu heeft niet iedereen een plek voor een buurttuin, of het komt gewoon niet van de grond. Of je hebt misschien toch niet zo’n zin in een gezamenlijke tuin. Ook dan kun je nog steeds middenin de stad tuinieren. Dat bewijst Agnes Ferwerda met haar dakmoestuin. Op een zonnige tien vierkante meter plat dak boven haar keuken kweekt ze tomaten, sla, kruiden, courgettes, komkommers en eetbare bloemen. ‘Ik vind het heerlijk dat ik direct tijdens het koken verse kruiden en groentes uit mijn eigen daktuin kan halen. En het is veel lekkerder dan uit de winkel.’
Maar is dat dan niet lastig, zo moestuinieren op de vierkante meter? ‘Het zal je verbazen wat je kunt verbouwen op zo’n klein stukje. En zo’n dakterras is heel zonnig en warm, waardoor alles nog beter groeit. Zelf vind ik het leuk dat alles er mooi uitziet, dus plant ik het in mooie bakken, maar in een simpele emmer groeit sla ook prima.’ Ook heeft Agnes verticale plantenzakken. Die gaan de hoogte in en dat geeft weer extra kweekruimte. Ook in de vensterbank kun je van alles laten groeien. Agnes mist het samenwerken niet: ‘Mijn tuin geeft me ontspanning, rust en tegelijk word ik er heel creatief van. Ik vind het fijn dat ik er verder geen gedoe van heb.’
Ondertussen is ze toch betrokken bij andere moestuinierders in de stad, want Agnes organiseert zo’n twee keer per jaar de ruiltuin, in de Prinsentuin. ‘Hier ruilen mensen zaadjes, plantjes en stekjes en je ziet ook dat mensen ideeën uitwisselen. Wat ik echt heel leuk vind is dat ook via Facebook mensen nog contact houden. Zo tuinier ik toch niet helemaal alleen.’
Zelf geoogst
Moestuinieren in de stad kan dus prima. Op een balkonnetje of dakterras, maar ook in een kweekbak of gezamenlijke buurttuin. Het enige wat je nodig hebt is op z’n minst één vierkante meter of een stukje grond in de buurt. Voor wie zelf een buurttuin wil starten, kijk voor handige tips op www.eetbaarleeuwarden.nl. Hier vind je ook een stappenplan. Femke van buurttuin Oranjehof geeft alvast een paar tips: ‘Zorg dat je de buren enthousiast krijgt en dat iemand het project trekt. Maak een werkgroepje van een paar mensen en ga brainstormen. Maak een goed plan en neem daarin ook de financiën mee. Leg dit voor bij de gemeente, check of de grond geschikt is en bedenk alvast wat waar, waarom en hoe komt. Verder gebruiken wij een contractje voor de bewoners die meedoen aan de tuin. Klinkt misschien streng, maar het voorkomt onduidelijkheden. Verder raad ik zeker aan om een buurttuin te starten; ik zeg doen!’
Inmiddels weten we dat een stadse moestuin niet alleen leuk en gezond is. Minstens zo belangrijk: groen verbindt mensen. Jong en oud steken samen de handen uit de mouwen voor meer groen. Wie meedoet, oogst dus meer dan groente alleen.