Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Iepen Doar(p), gewoonweg gelukkig

Het geheim van gelukkig leven en laten leven? Misschien is het de beslotenheid van een zorgzame gemeenschap waar bewoners elkaar nog groeten.

Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: Marieke Kijk in de Vegte, Tryntsje Nauta/Iepen Doar(p)

Het geheim van gelukkig leven en laten leven? Misschien is het de beslotenheid van een zorgzame gemeenschap waar bewoners elkaar nog groeten. De vertrouwde omhelzing van oud land aan de vaart, een dorpskroeg en ’n bescheiden maar blakend verenigingsleven. Ons kent ons in Feanwâldsterwâl. Een doodgewoon Fries streekdorpje, in de kijker gezet door Iepen Doar(p).

Achter iedere voordeur schuilt een boeiend verhaal, de moeite waard om verteld te worden. Dat is Iepen Doar(p) in een notendop. Fries voor open deur én open dorp, want alle pakweg 300 inwoners hebben hun zegje gedaan in mini-portretten met gemeenschapszin als rode draad. Die inhoud maakt dat Iepen Doar(p) verder reikt dan de grenzen van Friesland en het project is opgenomen in het hoofdprogramma van Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad 2018. Met mogelijk een internationale follow-up in Europa. Reden dat 128 – hoofdzakelijk Friese - audioportretten maar alvast zijn ondertiteld, ook in het Engels.

De magie van mienskip

Gemeenschapszin, verpakt in 128 ultrakorte verhaaltjes. Of eigenlijk 129; want toen het project al klaar was, onverwacht de vorst intrad en iedereen ineens op de ijzers stond, wilden de makers persé ook een schaatsportret. ‘Omdat natuurijs zo’n wezenlijk onderdeel is van de binding die de Fries heeft met zijn of haar directe omgeving,’ zegt Sjoerd Litjens, de geestelijk vader van Iepen Doar(p). Zo gezegd, zo gedaan. Stuitten ze warempel óók nog op een knul in het dorp die Sven heette. Hoeveel mazzel kun je hebben.

Denk niet dat het allemaal van een leien dakje ging. Sjoerd (41), documentairemaker en oud-inwoner van Feanwâldsterwâl, leidde het team van professionals dat ruim een jaar lang werkte aan Iepen Doar(p). interviewers en redacteuren, fotografen, een geluidstechnicus, vormgever, websitebouwer en een vertaler. Op speurtocht naar gemeenschapszin, in een provincie met de “grootste kleine dorpsdichtheid” van Nederland. Mienskip op z’n Fries. Wat is dat precies? Op de site van het dorp staat: Feanwâldsterwâl is gjin aparte mienskip, mar De Wâl is oars. Met andere woorden, De Wâl, zoals de voormalige veenkolonie tussen de oude grietenijen Dantumadiel en Tytsjersteradiel ook wel wordt genoemd, is niet bepaald een bijzondere gemeenschap, maar wel ánders. 

Waar ‘m dat in zit? Voor Iepen Doar(p) ging het tienkoppige team op gedegen onderzoek uit. Hun eindconclusie: ‘Tsja, we hebben 128 verschillende antwoorden op die vraag gekregen.’ 

’Ik vind het café het mooist, dat is mijn ding. Dat komt door alle soorten volk; ze hebben allemaal hun eigen verhaal en ding. Het is altijd heel gezellig. Dat heb je in een café; je kunt ouwehoeren, maar ook een serieus gesprek hebben. Je wéét alles van klanten, hun privésituatie. Dat wordt hier wel op tafel gelegd. Bij sommige stamgasten ga je ook thuis of in het ziekenhuis langs, als ze ziek zijn.’

(Fragment uit aflevering 1, Geen poeha)

Ieder leven is een boek waard

Terug naar het begin. Naar de visie van Sjoerd Litjens, documentairemaker en eigenaar van levensverhalenbedrijf Mijn Verhaal: dat ieder leven een boek waard is. Of toch tenminste een portret van een paar minuten. Iepen Doar(p) is ook vanuit zijn journalistieke nieuwsgierigheid ontstaan. ‘Naar het dorp waar ik opgroeide en de verhalen daar die mijn jeugd bewust en onbewust geraakt hebben.’ 

Sjoerd kwam op z’n zesde naar Feanwâldsterwâl, vanuit de grote stad. Zijn ouders hadden Amsterdam vooral vanwege het welzijn van hun zoon verlaten; het jonge carapatiëntje was vaak ziek en het Friese platteland zou z’n gezondheid ten goede komen. Er werden wel wat wenkbrauwen gefronst in het dorp, toen die vreemde snuiters uit het Westen zich settelden. ‘Er was een zekere afstandelijkheid in het begin, maar we hebben ons nooit onwelkom gevoeld.’ Sjoerd ervoer zijn jeugd als een warme tijd. ‘In één woord: vrijheid! Altijd buiten en geen grenzen. Ja, om zes uur thuis met eten, verder niet.’

‘Ik heb er nooit onveiligheid gevoeld en denk dat je in een dorp als dit met een zekere naïviteit groot kunt groeien. In de stad leer je sneller dingen af.’ Grijnst: ‘Echt gebeurd; toen ik een keer ’s avonds m m’n fiets op het erf had laten liggen, was-ie echt niet weg de volgende ochtend. Had iemand ‘m keurig in de schuur gezet.’

Ik weet wel wie waar woont, dus je kent de mensen wel. Er wordt vaak uitbundig gezwaaid. Ook al is het donker, het voelt toch veilig om hier te lopen. Soms kom je iemand tegen met een hondje, maak je een praatje. Als er vrienden van buiten komen, vinden die het zo bijzonder dat iedereen groet. Dat doen ze in de stad niet. Een knikje of even de hand opsteken in de auto. Hé, hoi, hoe is het? Doeg!’

(Fragment uit aflevering 25, Gewoon groeten)

In vrijheid verbonden zijn

De wetenschap dat men zich om elkaar bekommert is alom aanwezig in Feanwâldsterwâl. Sjoerd: ‘Natuurlijk is er sociale controle, die kun je als benauwend ervaren. Maar de samenhang maakt dat mensen zich verantwoordelijk voor elkaar voelen. Je bent in vrijheid verbonden, met de ruimte om eigengereid te zijn en de noodzaak om verbindingen aan te gaan met anderen. Daar kun je je ook niet aan onttrekken. Als je in zo’n gemeenschap woont draag je bij. Punt. Omdat-ie zo klein is en omdat je elkaar elke dag tegenkomt. Die eensgezindheid, die mis ik wel in een stad.’

Sjoerd leeft en werkt tegenwoordig in Zwolle, maar de band met Friesland - waar zijn ouders nog steeds wonen – bleef sterk. ‘Ik was een nieuwsgierig kind, dus vanaf m’n 18de trok ik erop uit, wilde de wereld zien. Maar zo rond mijn 40ste groeide het verlangen naar vroeger en werd de vraag “wat heeft mij gevormd?” sterker.’ Zodoende kwam Sjoerd uit op z’n “eigen” oude dorp voor dit project dat toekomstige generaties een waardevolle nalatenschap wil bieden. Lacht: ‘De jongen van toen is wel uit het dorp, maar het dorp nog niet uit de jongen.’

Vroeger wilde je weg uit Feanwâldsterwâl, er niet meer bij horen; je wilde geen boerenkinkel zijn. Dan wil je naar het stadsachtige toe. Maar later, in de hectiek van het leven, vind je het hier weer terug. Je ziet de bomen en het land en dan vergeet je alles ook even. Al die drukte in je hoofd.

(Fragment uit aflevering 29, Anders dan anders)

Een uitdaging van formaat

Hoe is het om te wonen in zo’n beschutte gemeenschap met eigen waarden? ‘Er zijn ongeschreven regels,’ zegt Sjoerd. ‘Loyaliteit. Sterke schouders die de zwaarste lasten dragen. De zorg voor je directe omgeving, waar je zelf ook deel van uitmaakt.’ Zoek het maar ‘es uit. Niet in één of twee gesprekjes, geen huizenblokje of een hele straat, maar interview álle inwoners van Feanwâldsterwâl. Wat een stunt. Gewoon een compleet dorp met mensen die stuk voor stuk hun eigen beleving, lusten en lasten hebben.

Een uitdaging van formaat die begon met bewonersbijeenkomsten in café ’t Dûke Lûk, het perfecte trefpunt. ‘Iedereen is vooraf om toestemming gevraagd,’ vertelt Sjoerd die bewust koos voor de vorm: een mix van audio en fotografie. Minder “eng” dan bewegend beeld. Hoewel niet iedereen (herkenbaar) op de foto wilde en ook dat leverde mooi, verstild beeld op. ‘Geluidopnames maakten dat we heel dichtbij mensen konden komen.’ De taal speelt ook een leidende rol. ‘Van het dorp is 90 procent Friestalig, de taal is sterk verbonden met hun cultuur en identiteit en ligt dichtbij het hart. Je praat makkelijker over je gevoelens in je moerstaal.’

Liefdewerk in geluid en beeld

In amper 2 tot 3 minuten vertellen bewoners hun verhaal, ongecompliceerd, zonder enige reserve. Met één foto in een veelzeggende beeldtaal. ‘Je kijkt ernaar, hoort het verhaal en dan creëer je als vanzelf een audiovisuele voorstelling in je hoofd.’

Een team van tien, met bewust een paar Friestalige professionals uit ’t mediawereldje, investeerde veel tijd en aandacht in de voorbereiding van Iepen Doar(p). Sjoerd Litjens, Sippy Tigchelaar, Hester Heite, Tryntsje Nauta, Marieke Kijk in de Vegte, Jelle Post, Frank Boelen, Robea Kleisma, Steven Scholte en Benthe van Aalst zaten vaak vlak onder de huid van hun hoofdrolspelers, maar waakten tegelijkertijd over de privacy. ‘We weten natuurlijk veel, heel veel van al die mensen. Logisch, soms was je drie uur aan ’t interviewen voor een verhaal van drie minuten. We hebben steeds gezegd: we willen mensen na afloop recht in de ogen kunnen kijken. Ze hebben ons hun vertrouwen gegeven en het is onze morele plicht om iedereen recht te doen. Dat is gelukt, vind ik. Er zit heel veel liefdewerk in dit project en ik ben echt trots op wat we met elkaar hebben gemaakt.’

'Je wilt buitenaf wonen, maar niet in the middle of nowhere, met in de omtrek niemand. Feanwâldsterwâl biedt de mogelijkheid om buiten te wonen en toch tussen de mensen. Toen we hier kwamen hebben we overal een briefje in de bus gedaan; wie we waren en of mensen ons vooral in het Fries wilden aanspreken. En dat we nog wel stadse fratsen zouden kunnen hebben, die we graag wilden afleren…’

(Fragment aflevering 5, De buurmans)

Meer onderling begrip kweken

Iepen Doar(p) is méér dan een artistieke journalistieke productie. Het is ook een tijdsdocument voor de (klein)kinderen. Sjoerd: ‘We schrijven hedendaagse geschiedenis. Stel je voor dat dit 50 jaar geleden al was gedaan en we er nu naar hadden kunnen kijken? Dat zou toch te gek zijn geweest?’ De makers hadden ook een droom voordat ze hieraan begonnen: meer onderling begrip kweken in een klein dorp en mensen daarbuiten laten nadenken over de binding die ze zelf hebben met hun eigen gemeenschap. 

Iepen Doar(p) wil bewoners trotser maken, meer bewust van de betekenis van mienskip en leefbaarheid. Dat mensen elkaar beter gaan begrijpen is de grootste drijfveer in mijn werk,’ zegt Sjoerd. ‘Zeker in tijden van globalisering, individualisme en verstedelijking wil ik graag de wezenlijke dingen in het leven vastleggen.’ Hij had de fysieke afstand tot Friesland nodig om dat te doen. ‘Zou ik nog steeds in Feanwâldsterwâl wonen, had ik als maker minder vrijheid gehad. Nu was ik wel een buitenstaander, maar toch één die het voordeel van de twijfel kreeg.’

Verhalen blijven bewaard

Iepen Doar(p) heeft 128 persoonlijke verhalen van even zoveel huishoudens in het Friese dorpje Feanwâldsterwâl vastgelegd door middel van een audioportret met foto. Tussen 12 februari en 13 augustus van dit jaar worden ze uitgezonden, op 128 achtereenvolgende werkdagen via de website (iependoarp.eu), op social media en door Omrop Fryslân. Alle afleveringen zijn ook terug te zien. Na publicatie blijft Iepen Doar(p) voor het nageslacht bewaard, zowel online als onder de vleugels van de Friese erfgoedinstelling Tresoar. Daarnaast is het de bedoeling dat het project een vervolg krijgt in de vorm van een boek en een tentoonstelling.