‘Iedereen is gelijk op Hillig Meer, zeker in de dood’

Geen ander geluid dan onze stappen over het bospad, een bed van lariksnaalden. Als een goudgele loper naar de eindbestemming van Hillig Meer: eeuwige rust.​​​​​​​

Dit artikel verscheen in Noorderland 2016-1.

Tekst en fotografie: Jolanda de Kruyf

Gekromde berken lijken te kreunen in de ijskoude lucht. Aan hun voeten ritselt het zachtjes; op de bodem hebben takken en twijgjes een natuurlijk mikado opgericht, waartussen egeltjes rommelen en kleine mezen hippen. Verder geen kik. Geen ander geluid dan onze stappen over het bospad, een bed van lariksnaalden. Als een goudgele loper naar de eindbestemming van Hillig Meer: eeuwige rust.

Wat een mooie dag voor de dood. Hier is niets wat droevig stemt; de atmosfeer ademt opkomst en verval in één teug, en er heerst volstrekte harmonie. Rietsigaren wiegen ritmisch op het water. De jonge ochtend heeft een kunstwerk van berijpte spinnenwebben gehaakt, tussen bloemen waar al lang de bloei uit is. Ze mogen er zijn, hier heeft Moeder Natuur een streep voor. 

Kijk toch, ’t is hartje winter en we dwalen gewoon langs diepgroene coulissen; hagen van spar en den, brem, rododendron. Een woud van evergreens. Nooit was die naam zo toepasselijk als hier, op de natuurbegraafplaats tussen de driehoek Rolde, Gieten en Eext. Groen voor altijd. En ergens diep van binnen blijft BLØF maar zingen van de grond, het gras, de wegen naar de horizon die trilt. De tijd is hier de ruimte, de diepte hier is wild. De onzin en de noodzaak, ze naderen de grens. De liefde van één mens, was mij genoeg. En liefde ligt hier. Genoeg voor de eeuwigheid.

Troostende kracht

‘Wij geloven in de troostende kracht van de natuur,’ had Dolf van der Weij kort daarvoor gezegd, aan de koffie in het ontvangsthuis aan de overkant. Een plek waar onregelmatig verdriet wordt gedeeld, waar nabestaanden elkaar ontmoeten, herinneringen aan geliefden openslaan en dichtklappen. Maar het landhuis – ecologisch en duurzaam verantwoord gebouwd – is tegelijk een heerlijke plek die voelt als thuiskomen. Waar gasten als vanzelf worden opgenomen in de stemmige setting, zich aan alle kanten omringd weten met natuurlijke materialen. Robuust hout en zacht karton, gedroogde zaden, bessen, zwammen. Er zijn zitjes, een vleugel staat in de hoek. Er is volop ruimte voor afscheid met rituelen, verhalen, muziek. En dan dat uitzicht op grote hoogte; het is een weergaloos panorama over de boomtoppen en langs de zichtlijnen van Landgoed Heidehof (169 hectare), met daarop een hoofdrol voor de natuurbegraafplaats. 

Dolf van der Weij (78) en zijn vrouw Annetje Braat (67) zijn de grondleggers van dit fraais. Het was in de jaren negentig dat ze een geschikte locatie zochten om “iets” te doen met duurzaam natuurbeheer en hier, in Drenthe neerstreken. Op Landgoed Heidehof. Het gevoel “daar moeten we iets mee” was meteen heel sterk. Hillig Meer (“Heilig Meer”) is nu met z’n 33 hectare niet alleen de grootste natuurbegraafplaats in Nederland, het is ook een zeer historische gedenkplek die al een eeuwenoude traditie van begraven kent. Meer dan vijfduizend jaar geleden werden op deze grond al mensen “ter aarde besteld”, zo blijkt uit acht aangetroffen grafheuvels op het terrein, en een Drents hunebed in directe nabijheid. 

Die grafheuvels hebben Dolf en Annetje geïnspireerd. Ze lieten archeologen en geologen “los” op het landgoed dat ligt bezaaid met sporen uit een rijk verleden. De onderzoekers stuitten er op het dubbelgraf van een jonge vrouw en haar kind van vier. Moeder en dochter lagen in foetushouding en zijn naar het Drents Museum in Assen overgebracht. De vondst emotioneerde Annetje, en bij haar begon sterk het verlangen te groeien naar een plek waar ouders hun verloren kinderen konden gedenken. Dat was de aanzet. Een deel van Hillig Meer is nu ook gereserveerd voor kinderen, maar het idee groeide uit tot een volwaardige “groene begraafplaats”. Voor iedereen.

Een vredige sereniteit

Eeuwigdurende grafrust. Dat is in deze vluchtige tijd een zeldzame luxe. ‘Het is een prettige wetenschap voor veel mensen dat de graven nooit worden geruimd,’ beseft Marc Hesp, werkzaam bij Hillig Meer, ‘maar zo beschermen we de natuur ook heel bewust. Het betekent dat er niets wordt verstoord. Nooit.’ 

In een deel van dat verstilde landgoed komt letterlijk geen mens. Daar krijgen bijzondere flora en fauna de ruimte en bestaat nog een grote dassenburcht. De natuurbegraafplaats is vrij toegankelijk, ook worden er op gezette tijden groepswandelingen georganiseerd. In het spoor van onze voorouders. Zo liggen er nog tracés van middeleeuwse zandwegen, verbindingen tussen Rolde en Gieten. En er zijn recentere sporen zichtbaar in het landschap, zoals de lijn Assen-Stadskanaal waarover niet eens zo gek lang geleden nog de stoomtrein hakkepufte. Wat tijdens die wandelingen opvalt, is de rust die over deelnemers valt, een vredige sereniteit. ‘Sommige mensen vinden begraafplaatsen macaber, maar veel anderen zoeken ze juist graag op. Ook op vakantie, in het buitenland. Het zijn plekken die iets met je doen.’ 

Dolf zegt: ‘Het lijkt alsof je “gewoon” door een mooi stuk natuur wandelt, met een grote variatie aan landschappen.’ Soberheid is troef op het terrein, een heel bewuste keus. Afwijkende elementen zijn er eigenlijk niet. Geen zuilen, zerken, zelfs geen bewegwijzering. Alleen Drentse zwerfkeien, bescheiden van grootte, paaltjes voor gereserveerde plaatsen en platte houten schijven met daarin een inscriptie. ‘Dat hout vergaat uiteindelijk óók. En dat is juist wat veel natuurvrienden zo aanspreekt aan deze plek,’ weet Dolf. ‘We komen allemaal uit die natuur en keren er ook in terug. Ashes to ashes.’

Rituelen en ceremonies

Wie er vatbaar voor is, voelt hoe sterk spiritualiteit in de lucht hangt op Hillig Meer. Niet voor niets een “heilige” plek, vernoemd naar het ven dat centraal op de natuurbegraafplaats ligt. Da’s niet zomaar een watertje: deze pingoruïne is een overblijfsel van de laatste ijstijd en ontstaan toen het ijs begon te smelten. Het landgoed telt er meerdere. In de directe omgeving zijn, in de jaren vijftig van de vorige eeuw, ook de restanten gevonden van het bekende tempeltje van Barger-Oosterveld, dat een rol speelde bij rituelen en ceremonies in het veen. Uit de jaarringen in het hout was af te lezen dat het bouwwerkje uit 1470 voor Christus stamde. Een replica van dat tempeltje krijgt een ereplaats op de belvedère aan de oostkant van Hillig Meer, een bijzonder uitkijkpunt. Ceremonies zijn belangrijk bij het afscheid. In de Rituele Plantentuin heeft Annetje alle kruiden en planten verzameld die wereldwijd een rol spelen bij rituelen rondom de dood.

De gewijde rust bleef al die tijd bewaard. Honderden, duizenden en zelfs vele tienduizenden jaren. Dolf vertelt van hun gletsjerkuil, 'wel twee ijstijden geleden', die ze op het landgoed aantroffen. De uitloper van een gletsjer uit Scandinavië schoof enorme hoeveelheden steen, zand, klei en leem voor zich uit. Zo ontstonden de hoge stuwwallen in het landschap en vormde zich onder meer de Hondsrug in Drenthe. ‘Het is nog steeds een plek vol kracht en energie,’ zegt Dolf. Annetje en hij maakten een spiraalpad van “hun” gletsjerkuil, voor meditatieve momenten. ‘Het pad gaat naar beneden, dus je volgt de loop van het water, rechtsom. En dat doet iets met mensen. Sommigen spreken van een diep gevoel waar ze niet eerder bij konden.’

Eindelijk rust gevonden

Enkele honderden mensen kozen al voor de eeuwigheid van Hillig Meer, sinds de ingebruikname in november 2012. Mr. Ing. Robert Johan Knook uit Drenthe was de eerste die er een prachtig plaats kreeg. Op een beschut plekje in het oude bos, als het ware omarmd door drie hoge lariksen. Zijn nabestaanden kozen er bewust voor. Veel mensen komen bij leven al een kijkje nemen. ‘Mooi om de plek te kennen. Het geeft rust als je een plaats gevonden hebt waar je je goed bij voelt,’ horen Marc en zijn collega’s vaak. “Oh heerlijk, eindelijk” is ook een veelgehoorde verzuchting. ‘Die ervaring van rust,’ zegt Dolf, ‘dat de dingen goed geregeld zijn, dat de kinderen er later niet mee hoeven zitten.’ Natuurlijk is Hillig Meer een bedrijf dat rendabel moet draaien, maar wel een met een sterk ideële doelstelling, met hart voor de natuur. 

Die visie wordt tot in de details doorgevoerd. Zo zijn alleen natuurlijke grafmaterialen toegestaan. Hout (van het landgoed, dus duurzaam) voor biologisch afbreekbare kisten, vastgezet met deuvels (houtpluggen). Geen metaal of verf, geen milieuonvriendelijke lijmsoorten. ‘Maar er worden ook alternatieven gebruikt,’ vertelt Dolf, ‘lijkwades van linnen, een constructie van wilgentenen, bamboe of bananenbladeren.’ 

Uit datzelfde milieuoogpunt is Hillig Meer pertinent geen strooiveld. In menselijke asresten blijven namelijk zware metalen achter die funest zijn voor de vitaliteit van de bodem. Strooigraven zijn er wel; de as van de overledene wordt dan rechtstreeks in de aarde, heel diep onder de humuslaag gelegd en zo ‘op een mooie, respectvolle manier aan de aarde toevertrouwd.’ Voor Dolf en Annetje is het allesbehalve eng. ‘De dood maakt onderdeel uit van het leven.’ Ze hebben zelf “lang geleden” al een persoonlijk lievelingsplekje uitgezocht op Hillig Meer. Voor als het zover is. Een mooi hoekje, maar net zo mooi als andere hoekjes, want vipplaatsen zijn er niet. Alle mensen worden– ook letterlijk – op gelijke hoogte begraven. ‘Iedereen is hier gelijk, zeker in de dood.’ 

Kijk voor meer informatie op www.natuurbegraafplaatshilligmeer.nl

Laatste nieuws