Lifestylemagazine over Noord-Nederland

Pelgrimeren in Groningen

Reizen naar een heilige plaats. Dat is de letterlijke betekenis van pelgrimeren. Maar daarvoor hoef je echt de wereld niet over.

Dit artikel verscheen in Noorderland 2018-1.

Tekst en fotografie: Jolanda de Kruyf

Reizen naar een heilige plaats. Dat is de letterlijke betekenis van pelgrimeren. Maar daarvoor hoef je echt de wereld niet over. Ga eens op bedevaart door Groningen; de provincie rolt ruim 2300 kilometer aan voettochten voor je uit, met onderweg een mozaïek aan spirituele pleisterplaatsen.

*De cursief gedrukte regels zijn fragmenten uit Het Terugzingen, een serie gedichten van Jan Kooistra ter gelegenheid van de heropening van de kerk in Midwolde, na de restauratie in 1986. 

Wanneer de nacht verbleekt ontwaakt het dorp, koffie wordt gezet, brood gesneden en auto’s schrapen in de vrieskou hun keel*. Over het Lettelberterdiep ligt een flinterdun vliesje. Straks, als de zon weer trefzeker boven het Leekstermeer uit piept, is het over en uit met het ijs. Dan ploegen we weer door zompige grond. Nu nog kraakt berijpt grasland onder onze schoen-zolen, op weg naar de uitkijkpost aan het water. Aan de horizon gloort ook al de eerste bestemming: het prachtige romaanse kerkje van Midwolde, een van de oudste bakstenen kerken die de provincie rijk is.

Ervaar dat lopen loutert

Rook stijgt hier en daar op. Alsof er tussen de dorpen, in een geheime code, verre gesprekken worden gevoerd. We hoeven niets te zeggen en toch produceert onze ademtocht praatballonnen in de koude winterlucht. Pelgrims voor een dag zijn we, en dat voelt goed. Helemaal naar, pak ‘m beet, Santiago de Compostela is een uitdaging van formaat, maar geen heilig moeten. Ook dichter bij huis ervaar je verrassend snel dat lopen loutert.

Het ritme en de tred mogen dan gelijk zijn aan zomaar een argeloos ommetje door de dreven, toch is dit geen gewone wandeling. We noemen het een pelgrimage; vanwege de betekenis van de route die lopers door een rijk cultuurhistorisch gebied én langs historische kerken en kloosters voert. In deze tijd van het jaar krijgt dat decor z’n extra dimensie; als het land ligt bedekt met een deken van rust, als stilte regeert.

Natuurlijk mag je je stappenteller checken, als de prestatie telt. Maar een wedstrijd is dit niet. Over een parcours van zo’n 8 kilometer stappen we langs waterlopen, over door hoog geboomte omkaderde lanen en voorbij eindeloze landerijen waar wintergasten met stevige trek zijn neergestreken. De grauwe gans krijgt er jaarlijks versterking van z’n gevleugelde vrienden uit Noord-Europa; veel watervogels zijn tuk op dit gebied aan de boorden van het Leekstermeer, het grootste open water in beekdallandschap De Onlanden. Het is de achtertuin van Groningen en als je goed kijkt zie je in de verte de skyline van Stad opdoemen.

De branding in de verte

Het water verlaten ging dood, toch dreef een zwaan op het zachte oppervlak van de grachten, alsof zij iemand verwachtte, die haar terugzingen kon.

Witte zwanen reizen een eindje mee op. Verder oogt alles als versteend, gefixeerd in de tijd. Waterplanten lijken dood, maar dat is schijn. Tussen de bruine, natte slierten van ‘t vorige seizoen wachten alweer hoopvolle spruiten, groene kopjes duiken brutaalweg bovengronds op. Even geduld nog. Van oudsher was de pelgrimage geen plezierreisje, maar dit is verre van een ontbering. De dag-etappe slingert comfortabel over een verhard fietspad met daarlangs zo’n oer-Hollands snoer van knotwilgen, en is rijkelijk bezaaid met bankjes en zitjes voor pauzes met proviand uit de rugzak. Het gebrom van autoverkeer, dat in de verte over de A7 snelt, zal je de hele weg blijven begeleiden en ja, dat kán het Zen-gevoel enigszins verstoren. Tip: beeld je in dat het de branding is. Dat de Noordzee daarginds zo buldert en raast; je zult merken dat datzelfde geluid ineens niet meer hindert. 

Ontmoetingen onderweg

Zo’n verhaal van een man te paard, nagezeten door twee bomen die als slangen rechtop gingen, hij zag hun rode ogen waar de takken begonnen, hij hoorde hun stem, geritsel, hij rook hun huid, hars. De zon houdt zich laag en in het scherpe tegenlicht tekent zich een staketsel van stammen en takken af. Zwart, grillig. Bomen spiegelen hun silhouet in glad water. 

Wie denkt dat de pelgrim per se alléén te voet moet gaan, heeft het helemaal mis. Ook samen kun je prima stil zijn en bovendien, er is toch niks tegen een goed gesprek onderweg? Wie wandelt heeft de blik vooruit gericht, hoeft zijn gesprekspartner dus niet direct aan te kijken en dat leidt soms – kijk maar naar het bekende tv-programma De Wandeling – tot intieme ontboezemingen. Zijn er geen zielenroerselen om je op te bezinnen, dan geniet je gewoon van het uitzicht. Want dat mag ook op bedevaart. Reizen die dikwijls bijzondere ontmoetingen opleveren. Hier groet men elkaar op z’n minst, soms ook raak je spontaan met een passant in gesprek; bij de oversteek van een bruggetje, om even naar de weg te informeren of elkaar in het voorbijgaan iets bemoedigends te melden over het weer. Deze etappe is populair onder diverse soorten weggebruikers; toerfietsers en wielrenners, honden en hun bazen, ruiters te paard.

Van ver lichtten de vensters op

Die elke zondagmorgen spelen bij de kerk, zien hoe de stenen in de avond gloeien, koeien horen zij in de schemer loeien, alsof een oude stoommachine werkt. Het bedehuis, dat we al een tijdje in het vizier hadden en steeds een stukje dichterbij kwam, lijkt de pelgrim van harte uit te nodigen. Twee flinke steunberen geven de ranke toren met z’n zadeldak houvast; medio jaren tachtig waren hier ingrijpende maatregelen nodig om te voorkomen dat de toren verder zou scheefzakken. Al van ver ving-ie de zon, van grote afstand al lichtten die parmantige rode vensters op, net als de gouden wijzers op hun plaat. 

Midwolde is typisch zo’n op zwerfkeien gefundeerde nederzetting, ontstaan op een van de hogere zandruggen in dit grensgebied van Groningen en Drenthe. De centrale, middeleeuwse Adelskerk is als een lappen-deken van bouwactiviteiten en het oudste deel dateert uit de 12de eeuw. Wat een warm welkom: bij de familie Nienhuis aan de Hoofdstraat, schuin tegenover de kerk op nummer 125-1, mag je de sleutel halen en dan op eigen houtje naar binnen, in die met schatten volgepakte ruimte. Alles in goed vertrouwen. ‘Dat werkt prima, hoor,’ verzekert de vrouw des huizes. ‘Er wordt veel gebruik van gemaakt, vooral in het seizoen natuurlijk.’ Tussen 1 mei en 1 oktober is het kerkje van Midwolde van donderdag tot en met zondag geopend, van 11.00 tot 17.00 uur en in het weekend is er vanaf 13.00 uur zelfs een gids aanwezig. Geen wonder, want er valt zoveel te vertellen over het godshuis dat de pelgrim bereikt via een smalle, door beuken omzoomde laan. Die laan – een oud kerkenpad – loopt helemaal vanaf de borg Nienoord naar Midwolde en dat tekent de innige band door de eeuwen heen. De kerk is nauw verweven met de geschiedenis van de borg; vrijwel de hele inventaris herinnert aan de welgestelde bewoners ervan. Dit was hun hofkapel. 

In een antieke “skybox”

Als gras kruipen hun vingers om de zerk, en boven Nienoord stapelen zij wolken, gedachten die dat schedeldak bevolken, al blijft hun doen en laten onbemerkt. Vooral in de periode dat Anna van Ewsum en haar echtgenoten Nienoord bewoonden (tussen 1657 en 1714) is de kerk aanzienlijk verfraaid. Het witte grafmonument is een pronkstuk van jewelste; Anna gaf de bekende beeldhouwer Rombout Verhulst in 1664 opdracht het te bouwen voor haar in dat jaar overleden eerste echtgenoot. Het vergde 3.000 rijksdaalders en – vermoedelijk vanwege die hogekosten – maar liefst vijf jaar voordat het praalgraf klaar was. Het resultaat is een overdadig monument vol symboliek en Bijbelse verwijzingen, waarop later ook een beeld van Anna’s tweede echtgenoot verrees.

Opvallende elementen onder het tongewelf van de bakstenen dorpskerk zijn verder de preekstoel en natuurlijk de rode herenbank; een antieke “skybox” zou je kunnen zeggen. Hier zat op zondag, hoog verheven boven het gewone volk en zélfs nog boven de dominee op zijn kansel, de adellijke familie van Nienoord. 

In de zuidmuur zit een gebrandschilderd raam dat herinnert aan een zeer tragisch ongeval. ‘Ter nagedachtenis van de slachtoffers der droeve ramp op 6 november 1907.’ Op die mistige novemberavond verongelukte de koets waarmee burgemeester Van Panhuys – destijds eigenaar van de borg Nienoord – samen met zijn echtgenote, zoon, schoondochter en huisknecht zat. De koetsier had slecht zicht langs het Hoendiep, de paarden raakten het spoor kwijt, de wagen kantelde en stortte het diep in. De inzittenden konden niet worden gered, alleen de paarden werden levend aan wal gebracht. De tragedie maakte diepe indruk op Leek, waar de familie Van Panhuys zeer geliefd was.

Iconen thuis in de kerk

Een lange weg moeten die sterven gaan, voordat de oude mens heeft afgedaan. Rijen zerken omarmen zowel de kerk van Midwolde als haar 13de-eeuwse evenknie in Lettelbert, verderop aan de Hoofdstraat. Onze tweede bestemming op bedevaart. Beide gebouwen zijn eigendom van de Stichting Oude Groninger Kerken. 

Lettelbert betekent “kleine buurt”. Wat meteen opvalt is de witte dakruiter van het eenvoudige zaalkerkje. De sleutel wordt beheerd door kunstenaar Ronald Medema, die zichzelf graag ‘een moderne pelgrim’ noemt. ‘Steeds onderweg, de blik gericht op de toekomst.’ Als iconenschilder had hij zich met atelier Silouan geen mooiere werkplek kunnen wensen, namelijk ín die middeleeuwse kerk. Daar verzorgt hij ook cursussen iconen schilderen voor liefhebbers, van beginners tot gevorderden (iconenschilder.nl).

Ook hier trouwens weer zichtbare banden met Nienoord; de windwijzer in de nok, in de vorm van een klimmende leeuw, herinnert aan de collatoren van de kerk, de heren van de borg. Zij hadden de bevoegdheid om predikanten te benoemen. Uit alles blijkt: de adel maakte de dienst uit. Die invloedrijke families verdwenen weliswaar uit beeld, hun nalatenschap zoals het rijke kerkinterieur van Midwolde wordt gekoesterd en gedeeld met pelgrims. De reiziger die hier halt houdt kan tussen de banken schuiven en zijn voettocht – ook al besloeg die maar 8 kilometer – in gepaste stilte overdenken.