Borkum: uitwaaien over de grens

'Een Waddeneiland zoals de onze, maar toch met een eigen karakter.'

Tekst: Ankie Lok | Fotografie: Adobe Stock 

Ga je graag naar de Wadden, maar wil je eens wat anders? Neem in de Eemshaven de boot naar Borkum – met je paspoort op zak, want je gaat naar Duitsland. Onze verslaggeefster Ankie Lok verbleef er drie dagen – met storm! – en had er nog wel langer willen blijven. Een Waddeneiland zoals de “onze”, maar toch met een eigen karakter. Lees hier alvast een preview van haar reisverslag.


Net wanneer je denkt dat je er bent, stuur je in de Eemshaven toch nog wat bochten door, over lange stroken asfalt achter de dijk en tussen gigantische onderdelen van windmolens in aanbouw. Op de uiterste punt van dit industriële landschap staat een kantoortje, de passagiersterminal van de veerdienst naar Borkum. Binnen wemelt het van de reizigers, ondanks de gure weerberichten, in dikke jassen en met koffers.

De medewerker achter het loket spreekt even vloeiend Nederlands als Duits en print opgewekt de online gereserveerde tickets voor ons uit, dat is eigenlijk niet nodig, maar we gaan naar Duitsland, daar zijn papieren toegangsbewijzen vaak stabieler dan de internetdekking.

Aan boord zoeken we een plekje bij het raam en dan geven we ons over aan de meeuwen en aan de golven, 50 minuten lang. Uit de luidsprekers klinkt plots een waarschuwing, of we op onze plaatsen willen blijven zitten, want het wordt een wilde overtocht. Er is windkracht 9 voorspeld. Wanneer de boot voor het eiland zijwaarts afbuigt, deint ze heftig heen en weer. Door het ene raam zien we alleen water en door het andere alleen lucht, maar de kapitein weet veilig aan te meren.

Borkum
Het treintje op Borkum

Verder met het “Kleinbahn”-treintje

Bij de haven in Reede, op de zuidpunt van het eiland, staat het treintje dat ons verder zal vervoeren al te wachten. Borkum is autovrij; na het parkeren in de Eemshaven kukel je een ander universum in, dat van de voetreiziger voor wie alles zalig langzaam gaat. De Kleinbahn werd in de 19de eeuw aangelegd als paardentram, maar heeft tegenwoordig een toeristische functie. De historische wagons hebben vrolijke kleuren en houten bankjes. Binnen een kwartier staan we zo’n 7 kilometer verderop, voor het bakstenen stationsgebouw in het plaatsje met dezelfde naam als het eiland. Rond het station waaieren de eilandgasten uit.

Ook wij gaan de hoek om. Windvlagen slaan tussen de gebouwen door, we gaan weer een hoek om en de wind veegt ons voor zich uit, recht vanaf zee, met koffer en al. Pas in het Nordsee Hotel staan we weer zeker op onze benen. Het hotel bestaat al zo’n 120 jaar en is nog altijd in handen van de familie Schmidt.

De kamers zijn eigentijds aangekleed in eilandstijl, met zeegezichten op canvas en sierkussens met zeedieren, maar in de hoge gangen en sierlijke trappen schemert het fin de siècle door. De architectuur op Borkum heeft deels nog de chic van een badplaats en kuuroord.

Oost-Friese theecultuur

Gauw weer naar buiten, daarvoor zijn we hier. Op een plein lopen we tegen een van de drie lichtbakens van Borkum aan, de 19de-eeuwse Nieuwe (of Grote) Vuurtoren. Aan het plein ontdekken we een theewinkeltje, maar dat is er niet zomaar eentje. Oost-Friesland, de landstreek in het noorden van Duitsland, kent een geheel eigen theecultuur: een melange van zwarte thee wordt geserveerd in porseleinen kopjes, met kandij en room. Eerst gaat de kandij in het kopje.

Je laat de thee minutenlang trekken en schenkt dan in, waarbij de kandij een beetje zal knetteren. Tot slot voeg je de room toe, zonder te roeren, zodat er wolkjes opstijgen. Het lepeltje doe je pas in het kopje als je uitgedronken bent – de gemiddelde Oost-Fries doet hier naar verluidt drie kopjes over. De theewinkel bij de vuurtoren heeft zich toegelegd op deze traditie, met blikken thee in allerlei smaken en stoofjes om de pot warm te houden.

De regen slaat inmiddels tegen de ruiten. Muts op en op een drafje naar café Kluntje, want die Oost-Friese theeceremonie willen we zelf meemaken. Inderdaad worden we bediend met bloemetjesservies en een stoofje met waxinelichtjes, maar we werken ons als barbaren door het ritueel. Voor mij thee zonder kandij en vooral niet te sterk, en de room roeren we door de thee. We bestellen er zoete apfel– en kirschkuchen bij, terwijl de regen tegen de ruiten slaat.

Theecultuur op Borkum

Meer lezen

Verder lezen? Het volledige reisverslag over Borkum verscheen in Noorderland 2024-2. Deze speciale waddeneditie is nu te koop via onze webshop en ligt nog tot 28 maart 2024 in de winkels. Voor deze nieuwe editie spraken we onder andere met “waddenschrijver” Mathijs Deen, sommen we de leukste (uit)tips en adressen in het Waddengebied op en gaan we op pad in Nationaal Park Lauwersmeer. Haal dit nummer snel in huis!


Laatste nieuws