Liefdadigheid in Dwingeloo: het mysterieuze Sint Antoniusgilde

De leden komen ieder jaar in januari bijeen.

Tekst: Jolanda de Kruyf | Fotografie: Stichting Dwingels

Een vlagerige wind jaagt over de brink, slagregens geselen de ruiten van het historische etablissement in Dwingeloo. Daarbinnen beklijft een beeld dat in de tijd lijkt gestold: 12 keurige mannen in een kring roken hun Goudse pijp, ze drinken warm bockbier, eten stokvis en innen boterpacht. Het lijkt wel alsof een geheim genootschap de regie heeft overgenomen in het dorpshart. Maar zo gaat het er hier, ieder jaar op 17 januari, al vier eeuwen lang aan toe. Noorderland nam een kijkje bij deze eeuwenoude wintertraditie. 


Het is vaste prik. Elk jaar op Sint Anthonie – 17 januari – komen de 12 broeders van het eeuwenoude Sint Antoniusgilde uit Dwingeloo in vergadering bijeen in hotel-restaurant Wesseling. Dan wordt de pacht geïnd van een aantal panden waarop een zogenaamde “erfdienstbaarheid” ligt. Die pacht komt sinds mensenheugenis ten goede aan inwoners die het minder breed hebben. Zoals de boterpacht, die van oudsher rust op het voormalige Schultehuis in Dwingeloo. Het is een frappant ritueel dat vele eeuwen en generaties teruggaat, maar ook in de 21ste eeuw nog staat als een huis.

Een unieke traditie

Als secretaris en penningmeester Egbert Muggen (80) en bestuurslid Roelof Waninge (76) aan een tafeltje in Wesseling in hun koffie roeren, dempen de gildebroeders hun stemgeluid als vanzelf. Want práten over het Sint Antoniusgilde, en dan met name over de bijzondere daden van goedertierenheid, is eigenlijk not done. Op zich is er niks mysterieus aan, maar dat is nou eenmaal zo gegroeid.

De oorspronkelijke liefdadigheidsinstelling loopt niet graag te koop met donaties aan minderbedeelde dorpsgenoten, en de 12 leden zijn zeker niet van het borstklopperige type. Al verdient dit gilde het best om eens vol in de schijnwerpers te staan vanwege z’n unieke wintertraditie, die al sinds de late middeleeuwen bestaat én gekoesterd wordt.

Sint Antoniusgilde

Brand in Schultehuis

Laten we het voor ’t gemak maar houden op “ergens” rond 1600. Vanaf dat moment wordt het Sint Antoniusgilde in de annalen vermeld, als een fonds van én voor de oude gemeente Dwingeloo. Maar Egbert vermoedt stellig dat er ook voor die tijd ‘al wel iets geweest moet zijn’. Schriftelijke bewijzen zijn daar niet van, want grote flarden van de Dwingelose dorpsgeschiedenis die lagen opgeslagen in het Schultehuis gingen verloren bij een grote brand, begin 17de eeuw.

De schulte was in die dagen zo’n beetje de belangrijkste figuur in het dorp en zowel burgemeester, notaris als officier van politie. Ingezetenen konden bij hem terecht voor onder andere het laten verzegelen en registreren van verkopingen van onroerend goed. 

Collectief geheugen

Egbert graaft in zijn tas, vist er een vergeeld duimdik notulenboekje uit dat niet zou misstaan in de vitrine van een museum en zegt: ‘Alle documentatie is sindsdien, na die brand, bewaard gebleven.’ Deels bij de bestuurder zelf in keurige ordners, maar voornamelijk toch in beheer van “het collectief geheugen” van de Drentse samenleving, het Drents Archief in Assen.

De stapel gildeboeken is intussen enorm en gedeeltelijk gelukkig gedigitaliseerd; hierin staat een opsomming van eigendommen, aflosbare en niet aflosbare pachten, notulen van jaarvergaderingen en opgaven van inkomsten en uitgaven. Van die verschillende pachtinkomsten is de “boterpacht” die op het voormalig Schultehuis in Dwingeloo rust toch wel de opmerkelijkste, en een die tot de fantasie spreekt. 

Verder lezen?

Het volledige verhaal over het Sint Antoniusgilde verscheen in Noorderland 2024-1. Deze editie is nu te koop via onze webshop en ligt nog tot 20 februari 2024 in de winkels. In deze nieuwe editie lees je onder andere over het Groningse natuurgebied ’t Roegwold, over de écht barre winters van vroeger en nemen we een kijkje bij kunstschilder Henk Helmantel. Haal dit nummer dus snel in huis!


Laatste nieuws